Vanuit Cochem bracht een volle 12 uur in de auto, waarvan een anderhalf uur stilstaande file pal naast de Allianz Arena van Bayern München, ons naar het Oostenrijkse dorpje Ferlach. Bij het vallen van de avond, en na een fantastische route door de adembenemende Oostenrijkse Alpen, arriveerden we in dit pittoreske bergdorpje. Een lief vrouwtje bracht ons na de officiële sluitingstijd nog naar de standplaats die we gereserveerd hadden en toen we de auto goed en wel geparkeerd hadden, bleek het al donker te zijn. Onder het genot van een biertje besloten we voor het eerst ons kleine campingbarbecuetje uit te proberen... heerlijk, knus en gezellig! Omdat het zo laat was, bliezen we ons luchtbed op en sliepen we in de auto, wat we achteraf nog veel vaker zouden gaan doen.
De dag erna stopten we vlak voor de grens van Slovenië om de Tschaukofall te bezoeken. Een wandelroute door een klein valleitje die naar een mooie waterval leidde. Een leuke tussenstop op de route naar onze volgende overnachting, Bled.
Wat minder fraai was, was de brunch die we voorafgaand aan de wandeling namen. Een schattig restaurantje dat naast de kronkelige bergweg lag, greep meteen onze aandacht. We konden onze knorrende magen op dat moment natuurlijk niet negeren, en besloten het houten huisje te betreden. Een ontzettend enthousiaste man begeleidde ons vervolgens naar een prachtig verhoogd buitenterras aan de achterkant, dat we helemaal voor ons zelf hadden. We hadden een prachtig plekje aan de rand van het terras en keken neer op een kinderboerderijtje waar geiten, kippen en ezels op typische, groene alpenheuvels rondliepen. Eigenlijk had het lege dakterras al een hint moeten zijn, maar we waren overdonderd door de vriendelijke ontvangst en de serene omgeving. Idyllisch en perfect! De menukaart maakte het schouwspel alleen maar beter: tweepersoons ontbijtplateaus, met verschillende authentieke Oostenrijkse kazen en vleeswaren... als je daar geen honger van krijgt, dan zal je het nooit krijgen. We hadden honger en besloten uit te pakken: een grote plank met allerlei lokale specialiteiten. Dat kon niet misgaan, toch? Toen ik mijn eerste hap nam, bleek het tegendeel waar. Roodkleurige vleeslappen die smaakten naar de schoenzool van je overleden opa, kazen die je in een overvolle vuilnisbelt op geur nog zou kunnen vinden en brood met gaten waar je duimen doorheen passen en die nota bene bitter smaakten! We waren het er samen toch unaniem over eens: nog nooit in ons leven hadden we zó smerig buitenshuis gegeten.
Het bleek een voordeel te zijn dat we alleen op het terras zaten: iedere keer dat de overvriendelijke ober binnen was, vloog er ongezien een lapje schoenzolenvlees over het hek. Gelukkig kon dit weerzinwekkende excuus voor voedsel de ezels zes meter beneden ons beter bekoren. Even later was ons enorme plateau leeg - wonder boven wonder hadden we elk zo'n drie happen genomen - en liepen we als boeren met kiespijn de deuren uit. In elk geval had die lieve ober het idee ons een heerlijke brunch gegeven te hebben. Toch nog iemand blij.
Reactie plaatsen
Reacties