Chobe - Safari's beginnen te wennen

Gepubliceerd op 2 januari 2019 om 16:52

Tegen het vallen van de avond keerden we weer terug op Botswaans grondgebied en waren we weer in de Big Five Chobe Lodge. Zo heette de lodge, had ik dat nog niet verteld? Deze lodge lag aan de rivier de Chobe. Zou je enkele kilometers oostwaarts varen, dan zou je al op de Zambezi varen. Een leuke lodge, maar één van de mindere tot nu toe gebiedt de eerlijkheid te zeggen, maar de lat lag intussen dan ook al torenhoog. Een groot terras, waar iedereen behalve ik tijdens het diner van springbok- of impalavlees genoot, lag onder een rieten overkapping en onze huisjes waar we sliepen lagen verdeeld over een stuk grond wat verderop. Laat zouden we het niet maken. Het stikte hier van de insecten op het terras en de vermoeidheid sloop er bij iedereen wil in. Bovendien stond de volgende ochtend de tweede game drive op de planning, en wel om half 7 in de ochtend.

Vroeg uit de veren. Voor mij geen probleem, maar Geertje is daar over het algemeen wat minder sterk in. En zo zie je maar weer: samen met Saskia en Dennis kwamen ze als laatste aanzetten bij de safariwagen, maar gelukkig was het gelukt om de gehaaste chauffeur nog even te laten wachten.

Via het dorpje Kasane reden naar het Chobe National Park, wat een ware oase aan wildlife bleek te zijn. In Kasane werden we, voor het betreden van het park al vergezeld door een stuk of veertig vijftig apen die in een groep langs de weg renden en dat was nog maar een voorbode van wat we zouden gaan zien. Chobe National Park was niet een typisch safaripark zoals je je dat voorstelt: het was groen, er was veel water en er waren ook behoorlijk veel open vlaktes die verrassend veel weghadden van de weilanden die we uit ons kikkerlandje kennen. We spotten onze eerste krokodillen, welke volgens mij de enige dieren zijn die in Afrika kleiner zijn dan elders in de wereld: prachtige beesten, maar qua formaat niks bij de Amerikaanse alligators of de crocodiles uit Australië.

Het is bijzonder hoe snel de macht der gewoonte de overhand neemt. Ik weet nog dat ik bij de Waterberg voor het eerst impala's zag. Of ja, ik weet nog; het was een week geleden, maar dat bevestigt alleen maar het punt. Hoe dan ook, nu kijk je al haast niet meer op als je weer een kudde van dertig van die onhandige hertjes bij elkaar ziet huppelen. Naast dat we weer verschillende antilopes, een stel nijlpaarden, wat giraffen en gnoes was hét hoogtepunt van deze game drive toch wel ons derde vinkje van the Big Five: de buffel. En de buffel is een beetje het ondergeschoven kindje van deze elitaire groep, vind je niet? Een beetje dat lid van je vriendengroep die door iedereen eigenlijk een beetje irritant wordt, die er wel bij hoort, maar waar er niemand is die tegen hem durft te zeggen dat hij voor de vrijdagavond misschien maar eens keer een andere hobby moet gaan zoeken. Want luipaarden, neushoorns, leeuwen en olifanten spreken veel meer tot de verbeelding dan die simpele buffel. Dan denk je toch meer aan een koe die je bij een rondje langs de Kraaijenbergse plassen ook tegen het lijf loopt.

Maar niets is minder waar. Dichtbij konden we niet komen. Volgens de ranger zijn buffels bijzonder territoriaal en net als dat dat het geval is bij neushoorns en olifanten, zijn wij met onze safariwagens niet meer dan een tussendoortje voor deze enorme spierbundels. Waar je zou denken dat een buffel zou verbleken in vergelijking met olifanten en neushoorns, is dat dus to-taal niet het geval. Robuust en intimiderend, met een bijna koninklijke aura over zich heen, liepen die bruine monsters met hun prachtig gekrulde hoorns in de verte te grazen en er was geen wild beest dat ook maar de ballen had om in de beurt te komen. Een stier op steroïden is echt een understatement.

De game drive zat erop en hoewel we meer dieren zagen dan bij de game drive in Waterberg, viel deze ons meer tegen. Waarom? Wederom toerisme. We kwamen er al snel achter dat deze regio van Botswana veel toeristischer is, of in elk geval voelt, dan Namibië. Waar we bij de Waterberg het gevoel hadden dat we de enige waren in het safaripark, wat misschien ook zelfs zo was, want we zagen niemand, kwamen we hier om de minuut wel een nieuwe safariwagen tegen gevuld met een meute gewapend met camera, telefoon en verrekijker. Natuurlijk, het goed recht van iedereen, want de dieren zijn zó onbeschrijfelijk indrukwekkend, maar het doet wel af aan de ervaring. Hoe dan ook, terug bij de lodge, spullen inpakken, en op naar Gweta (haha, Geertjes bijnaam) naar een lodge waar we twee nachten verblijven.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.