Windhoek - Bijkomen van een vermoeiende nachtvlucht

Gepubliceerd op 25 december 2018 om 07:40

Eerste kerstdag. Normaal gesproken een dag dat je met je semi-verplicht met je schoonfamilie aan de gourmettafel jezelf zit vol te vreten terwijl je meermaals tussen neus en lippen door laat doorschemeren dat je in het nieuwe jaar toch écht een gezondere leefstijl gaat hanteren, waarna je 's avonds voor de kerstboom zit, kijkend naar de cadeautjes waarvan de inhoud geen verrassing meer is omdat je toch al weet dat je later op de avond badschuim van Rituals, een Rumag-scheurkalender en een goedkoop B-merk parfummetje (Kruidvat) uit gaat pakken. Het is zo voorspelbaar. Behalve dit jaar. Dit jaar zitten we in het vliegtuig naar Windhoek, Namibië, waar we, weliswaar met diezelfde schoonfamilie én de familie Verbeek (waar familie Van de Loo jaarlijks mee naar het zuiden van Afrika gaat), in een tweeweekse rondreis ook buurland Botswana even meepakken. Flink veel kilometers in weinig tijd, maar dat zal vast wel goed komen!

Na een turbulente voorbereiding, waar Jarno door een falende gemeente Haaren bij de douane erachter kwam dat zijn paspoort ongeldig was, belandden we uiteindelijk veilig in het vliegtuig en bracht een negen uur durende vlucht ons via een tussenlanding in het Angolese Luanda ons in Namibië, het dunst bevolkte land van Afrika.

De gehele reis verblijven we in lodges. Prachtige, sfeervolle en karakteristieke gebouwen die werkelijk van alle gemakken zijn voorzien. Een klein halfuurtje rijden in de drie stationwagens (ze rijden hier overigens links) bracht ons bij de Vineyard Lodge waar we verwelkomd werden door een drietal bavianen bij de ingang. Mijn eerste keer in Afrika, maar dit is dus wat je kan verwachten: dieren, dieren en nog eens dieren. Het is bizar dat dit soort beesten die daar gewoon van de zon zitten te genieten hier aan de orde van de dag zijn. Als ik thuis een eekhoorn zie dan bel ik bij wijze van spreken de krant al, maar als ik dat hier ook zou moeten doen dan zou mijn beltegoed na een halfuur zijn limiet bereiken.

In de Vineyard Lodge keek ik mijn ogen uit. Grote kamers met een hypermoderne douche en bedden die zo zacht waren dat het leek alsof je in een bed veren van God zelf lag. Stenen paadjes leidden buiten kriskras door druivenstruiken en een klein zwembadje hadden we compleet voor onszelf. Tot mijn verbazing was mijn reisgezelschap totaal niet te spreken over deze lodge. Klein, lelijk en weinig ruimte om etenswaren op te bergen. Schaapachtig lachend bedacht ik me hoe de rest van de lodges eruit zou gaan zien; kennelijk lag de standaard hier normaliter wel héél erg hoog.

Na een middagje gekaart, gezwommen en vooral uitgerust te hebben, werd het tijd om een hapje te eten in Windhoek. Na op de bonnefooi door de koloniale Duitse straatjes genavigeerd te hebben - lachend om Duitse straatnaambordjes die uiteraard met een Duitse generaalsstem uitgekrijst moesten worden - belandden we in een prachtig restaurant: een soort strandbar met een hoop muziek waarvan de menukaart louter uit vlees bestond. En wát voor vlees: springbokbiefstuk, antilope en krokodilfilet. Niet je alledaagse kerstdinertje. Springbok is volgens de rest van de groep fantastisch, maar ik koos, als enige, voor die laatste. Niemand van ons had ooit krokodil gegeten en schijnbaar was dat, ook al is het Namibië, geen alledaags gerecht in deze contreien, dus die kans liet ik niet aan me voorbij schieten en spijt zou ik er niet van krijgen. Krokodil is met recht het allerlekkerste vlees dat ik ooit gegeten heb! De textuur van kippenvlees en zó mals dat je tanden er als een heet mes door zachte boter heen snijden. Laat de rest maar hun gazelles en springbokken vreten; krokodillenvlees spant de kroon. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.