Prinseneiland Büyükada

Gepubliceerd op 30 juli 2025 om 16:27

Met een lach en een traan staan we vroeg naast ons bed. Onze laatste dag in Istanbul! Geen koffie bij Peyk Away ditmaal, want we hebben een lange reis voor de boeg: vandaag brengen we de hele dag door op één van de acht Prinseneilanden van Istanbul. De grootste: Büyükada. Büyükada ligt net als Kadiköy in Aziatisch Istanbul, dus om er te komen moeten we weer de trein onder de Bosporus door nemen, maar deze keer stappen we niet uit bij Kadiköy, maar in Maltepe, een havenplaatsje vanwaar de veerboten naar de Prinseneilanden gaan, waarvoor we ongeveer een uur moeten treinen.

Aankomst op het grootste prinseneiland

We lunchen oké in Adalar, de grootste plaats op Büyükada. Waarschijnlijk de minste maaltijd die we in Istanbul gehad hebben, maar nog prima te nassen. De lat ligt immers ook immens hoog deze week. We hebben het plan om een fiets te huren en het eiland rond te fietsen en oriënteren ons wat in het centrum. De Prinseneilanden worden geadverteerd als 'autovrij', maar na twee straten verder gelopen te zijn, komen we erachter dat dat statement met een flinke korrel zout genomen mag worden. Tenminste, als je net als wij ook toeristenbusjes en kleine vrachtwagens en pick-ups tot auto's rekent, dan zijn de straten hier helemaal niet autovrij. Matig verkooptrucje, is ons oordeel.

Fietsen

We huren een fiets en besluiten op ons gezonde verstand tegen de klok in te fietsen. Laten we voorop stellen: Büyükada is een mooi eiland. Prachtige herenhuizen met onwijs veel mooie bloemen en details die voor de welvarende Turken als vakantiehuisje dienen. Maar of het huren van een fiets ook een goed idee is? In elk geval niet op een dag zo warm als deze. Het is natuurlijk hartje zomer en Middellandse kust kun je dan vanzelfsprekend ook wel hoge temperaturen verwachten, maar Büyükada is een eiland dat de heuvels bij een doosje baklava in de supermarkt verkoopt. Wat zijn die hellingen hier steil! Puffend, hijgend en zwetend trotseren we de eerste, maar dan hebben we nog niet eens 5% van het eiland gehad. De derde heuvel doen we samen met een Spaanse vrouw lopend, die deelt in onze misère en ook spijt heeft van haar keuze om een fiets te huren en niet met de vele busjes het eiland rond te karren.

Voor iedere heuvel die je opfietst, moet je er ook weer vanaf. Dat is dan wel lachen, gieren, brullen. Na heuvel drie belanden we bij de kust, badend in het zweet. Lekker even afkoelen in de zee, dachten we, maar dat was er niet bij. Betalen, zeggen de Turken hier. Achthonderd lira, bij twintig euro, de neus. Wij vinden het altijd maar een zwaktebod: een hek om een stuk strand heen plaatsen en er vervolgens de hoofdprijs voor vragen. Ons niet gezien en samen met de Spaanse trotseren we heuvel nummer vier en staan we bovenop een heuvel aan de rand van Lunapark, midden op het eiland.

Lunapark

We zeggen de Spaanse vaarwel, want wij willen wel een kijkje wagen. De weg in Lunapark loopt naar een klein kerkachtig gebouwtje, ongeveer anderhalve kilometer het park in. Kort wandelingetje, dus dat lijkt ons prima, maar na een halve kilometer trekken we de conclusie dat onze lichamen ons tegenwerken. Na drie dagen flink wat kilometers door Istanbul gebanjerd te hebben, beginnen onze blessures hun tol te eisen. Geertje is net geopereerd aan haar ene ontstoken teen en moet over een week aan de andere geopereerd worden en mijn knie is sinds het lopen van de Vierdaagse aan vervanging toe en we lopen als twee Paralympische afvallers de helling op.

In recordtijd drie rondjes op Büyükada rondracen per fiets is op dat moment zelfs een beter idee, dus we besluiten een afslagje op de route te nemen en belanden op een fabuleus uitzichtpunt dat we gedurende een minuut of twintig met he-le-maal niemand hoeven te delen. Vanaf een van de hoogste punten van het grootste Prinseneiland kijken we uit over de kust van het Aziatische deel van Istanbul en vanaf dit moment is het in één oogopslag duidelijk hoe onmetelijk groot deze grootste stad van Europa is. Ik zei het al eerder: bijna 17 miljoen menselijke zielen die deze stad hun thuis noemen en waar je ook kijkt naar de kust, overal zie je huizen, appartementen en flatgebouwen. Genieten.

De zoektocht naar verkoeling

We zijn bijgekomen, drinken een frisje bij de ingang van Lunapark en met hernieuwde energie gaan we verder fietsen. Het zijn maar een paar heuveltjes en het is hier maar 80 graden celsius, dus kom op zeg. Gelukkig waren we op een van de hoogste punten en racen we bergafwaarts. We willen strand hebben en die vinden we ook. Makkelijk, zelfs. Toch valt het tegen: wéér moet er betaald worden! 500 lira deze keer, dus de prijzen worden lager, maar de dag dat Geertje voor een strand gaat betalen, moet nog aanbreken. Geertje was met haar hoofd ergens anders, liep door en parkeerde haar fiets. Ondertussen waren er een paar Turken en uiteindelijk ik haar aan het roepen dat ze moest betalen, maar ze hoorde niets. Of dat ze echt niets hoorde of dat ze het onzin vond dat de zoveelste toerist voor een strand moest betalen, weet ik niet. Maar uiteindelijk komt ze terug en fietsen we door. Op naar heuvel 377.

Op heuvel 591 houdt een vrouw van in de vijftig me staande. Of ik een fotootje van haar wilde maken. Ik ben de beroerdste niet (en bovendien kan ik even uitrusten) en terwijl Geertje zich al uit de voeten maakte, schiet ik een fotootje, waarna de praatgrage mevrouw doorfietst. Even later komen we de mevrouw weer tegen en ze is net als wij op zoek naar een strand waar we niet hoeven te betalen en ze denkt te weten waar we moeten wezen, dus we besluiten er een driemansmissie van te maken om een gratis strand te vinden.

En warempel: het lukt ons! Van alle stranden op Büyükada vinden we één strand van een metertje of twaalf breed waar géén geld voor betaald hoeft te worden! Niet zo gek ook, want het strandje is vuil, het is er lelijk en het ligt ingesloten tussen twee stranden waar wél weer de hoofdprijs betaald dient te worden. Bekijk de foto's maar even: met recht het lelijkste strand waar we ooit gelegen hebben. Niet dat dat uitmaakt, want het heerlijke, verkoelende water na uren op die zweetfiets maakt dat we zelfs in een radioactief riool gesprongen waren.

Yelena - zoals de Russisch-Canadese vrouw heet - gaat ons voor in de zee en kletsend en ontspannend brengen we een dik uur in het water door, alvorens we terugkeren naar Adalar, waar we met z'n drieën nog een drankje doen. Yelena is danseres en heeft afgesproken met andere dansers in Istanbul en gaat dus eerder terug. Ik vind het wel stoer van d'r: op je vijftigste gewoon alleen eropuit te gaan (ja, mama, lees maar eens mee).

Geertje en ik blijven nog even zitten, struinen wat rond op de promenade van Adalar en besluiten ook nog te eten op het eiland en onze laatste maaltijd in Istanbul is weer zoals we gewend zijn. On-ge-lofelijk lekker. Bij een bakkertje slaan we nog wat börek (wat Geertje steevast verkeerd uitspreekt) met spinazie in voor morgenvroeg, zodat we op de hand nog wat te schaften hebben en wandelen we terug naar de kade om de veerboot naar Maltepe te pakken.

Ons laatste avondje in Istanbul

Ruim anderhalf uur later staan we weer in Sultanahmet, waar we de weg intussen al kennen. Morgen gaat de wekker tussen vijf uur en half zes aangezien we vroeg op het vliegveld moeten zijn, dus veel gaan we niet meer doen, maar om onze vakantie af te sluiten, duiken we nog even een rooftopbar in (of op) om onder het genot van een drankje het uitzicht van Istanbul na zonsondergang te bewonderen. Dit op advies van Yelena.

Het is er prachtig: de kolossale moskeeën geven allemaal licht in het donker: de Blauwe Moskee, de Ayasofya en nog een paar andere reuzen waarvan we de naam niet weten. De Bosphorus Bridge kleurt weer rood met blauw en de Galatatoren torent ook fier boven Karaköy uit.

En dan te bedenken wat we hier nog niet gedaan hebben! Vier dagen in Istanbul... dat betekent keuzes maken, maar als je alles wilt doen en zien moet je meer dan een week uittrekken. De andere Prinseneilanden, de Ayasofya (van binnen dan), het Taksim-plein, de Basilica Cisterna, een sieradenworkshop, de enorme voetbalstadions van onder andere Besiktas, Basaksehir en Galatasaray, al die andere moskee-units... Deze stad is simpelweg té groot voor vier dagen... maar dat neemt niet weg dat we het gevoel hebben gehad het maximale uit deze vier dagen gehaald te hebben. Byzantium, Constantinopel, Istanbul, kattenstad... hoe je deze historische, magische, mysterieuze metropool ook noemt, het is wel een pareltje onder de wereldsteden gebleken.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.