Wat een reis was het, nu al. Maar dan niet in positieve zin. 's Ochtends om 6 uur ging de wekker en 's nachts om 01:00 (plaatselijke tijd, 03:00 in Nederland) hadden we eindelijk de sleutel van ons Guesthouse in handen. 21 uur onderweg geweest! Je zou gedacht hebben dat de eindbestemming Melbourne was geweest, want Reykjavik in 3 en een half uur zou ook te doen moeten zijn, maar na een vertraging op Schiphol waardoor we de overstap in Stockholm misten, teruggestuurd worden naar Londen om vanaf daar naar 's werelds noordelijkste hoofdstad af te reizen, zorgde ervoor dat die tijd ruim vervijfvoudigd werd. We hadden de 26e al graag verse vis gegeten in Reykjavik, maar helaas werd dat een pizza met ham en een salade met kip en bacon op de luchthaven in Stockholm.
Dan toch echt de IJslandse hoofdstad. 27 April begon de vakantie dus echt. En Reykjavik is, ondanks de tegenvallende verhalen die we lazen, toch écht een leuk stadje. Het staat niet bol van de bezienswaardigheden en de stad bruist ook niet echt, omdat er simpelweg weinig mensen rondlopen, maar toch genoten we enorm van de stad. Wellicht omdat iedere keuze die we vandaag maakten, een schot in de roos bleek en de mensen allemaal zonder uitzonderingen bijzonder aardig bleken.
Te beginnen met de onwijs knusse lunchroom Viking waar we een fantastisch, weliswaar duur, Engels ontbijt naar binnen werkten. De naam is niet de origineelste, maar dat mocht de smaak niet deren. En wat te denken van het Reykjavik Maritime museum; een klein museum waarvan we na het betalen van entree meteen spijt dachten te gaan krijgen, maar waar we uiteindelijk twee uur lang met onze volle aandacht doorheen gewandeld hadden en ook nog eens naar buiten liepen met een aantal fantastische visgerechten van wazige vissen die gevangen worden in de Atlantische oceaan die de havens van Reykjavik omringt. En als klap op de vuurpijl een of andere heftruckchallenge waarbij je in een gesimuleerd spel op een echte heftruck allemaal kratten bij de juiste garage moest plaatsen. Geen mij dat heftruckrijbewijs maar, want na twee luttele pogingen had ik plek 52 al bereikt. Moet je nagaan waar ik had gestaan moesten we er drie in plaats van twee uur binnen hebben rondgewandeld.
Eenmaal buiten deden we onze beste ontdekking tot op heden: de elektrische step die door iedereen gebruikt kan worden. Ken je die, zulke dingen? In Europa heb je wel meer van die steden, Keulen schiet me te binnen, waar zich een heel netwerk van elektrische steps bevindt die je met een app kan huren tegen een flutprijs die per minuut afgerekend wordt. We scheurden door schattige straatjes met kleurrijke huisjes, door een straat waar de kleuren van een regenboog het wegdek kleurgaven, langs doodgewone huizen waar de prachtigste muurschilderingen op gemaakt werden, langs het stadsmeer Reykjavikurtjörn en tenslotte naar de Halgrímskirkja, een kerk die fungeert als de grote blikvanger van Reykjavik die trots op een heuvel midden in de stad staat en die je van elke hoek uit de stad kunt zien. Vanuit de lift (want ja, dat waren verdomd veel trappen geweest) gingen we naar boven en van bovenin de toren hadden we een prachtig uitzicht van 360 graden over de stad. Terwijl we immens genoten van het uitzicht, werden we plotsklaps hardhandig uit onze droom gewekt omdat de kerkklok hier blijkbaar om het kwartier een nummertje moet spelen. Nadat Geertje, na luid geschreeuw dat slechts overstemd werd door het galmen van de kerkklokken, haar hartslag weer onder controle had, daalden we weer af naar beneden om ergens te dineren.
Typisch IJslands strandden we in The American Bar, een onwijs gezellig burgerrestaurant in jaren ’80-stijl (of ’70, geef het beestje een naam), aangekleed met kentekenplaten van verschillende staten, langspeelplaten en schilderijen bestaande uit pakkende Amerikaanse teksten. Het zou een dure avond worden, want later zou de halve finale van de Champions League tussen Liverpool en Villareal (natuurlijk wint Liverpool) uitgezonden worden op zo’n 15 van de 25 aanwezige schermen, vergezeld door een heus leger aan Liverpoolfans. En het vooroordeel is waar: bier in IJsland IS heel duur! We betaalden van 4 tot 7 tijdens happy hour omgerekend 6,50 voor een biertje, en daarna was 10 euro goedkoop geweest. Het resultaat was een flinke rekening die de ober, de ober die ons dus wist te vertellen dat hij van 2017 tot 2019 werkzaam was bij de Chinees in, of all places, Malden! Over een klein wereldje gesproken… tot korting heeft het helaas niet geleid.
Reactie plaatsen
Reacties
Wat leuk zeg!