Cortina d'Ampezzo - Kletsnat in de Dolomieten

Gepubliceerd op 20 juli 2018 om 09:19

De dolomieten. Een prachtige bergketen, maar achteraf toch dé tegenvaller van de roadtrip. Viel de omgeving tegen? Nee, zeker niet. Wat dan wel? Ik neem je even mee door twee dagen Cortina d'Ampezzo.

Vanuit de Plitviçe-meren (ik weet trouwens dat er een hacek op de 'c' moet, maar god weet hoe dat moet) namen we niet de kortste route naar Italië, de hoofdbestemming van onze roadtrip. We kozen voor een route langs de Adriatische kust. En man, die route was fantastisch! Door een bergachtige route kwamen plots aan bij de kust. Bovenop een hoge heuvel verscheen daar plots de zee. En wat een zee! Het onwaarschijnlijk helderblauwe water dat niet alleen Bled, maar ook heel Kroatië kenmerkte, was ook hier in overvloed aanwezig. Om vervolgens ruim twee uur langs de Adriatische kust noordwaarts te rijden, was onvergetelijk. Zoals je misschien wel wist, heeft Kroatië meer dan duizend eilandjes langs de kust. Omdat we uiteraard op het vaste land reden, zagen we aan de andere kant van de zee vaak enkel eilanden, maar omdat het er zó veel zijn, valt dat niet te onderscheiden van het vaste land. De Adriatische zee leek daarom een enorm brede azuurblauwe rivier. Het is dat ik een fantastische chauffeur ben. Maar echt. Want ik heb me toch een partij weg zitten dromen... Deze route was één van de mooiere wegen die we hebben mogen afleggen.

Ik besefte vlak voor de grens dat ik zo dadelijk mijn eerste stappen in Italië zou zetten. Verwend als ik ben, was ik er nog nooit geweest. Geertje al vaker, maar ik nog nooit. Toen we de grens bij Triëst passeerden, begon de ellende. Tolpoorten. Zoiets kennen we natuurlijk niet. Of ja, we kregen er al eerder mee te maken in Oostenrijk, maar daar stond alles wat beter uitgelegd. Plotsklaps verbreedt de snelweg zich in een stuk of acht wegen waar je tol moet betalen, maar boven alle poortjes in Italië (zoals ik me het meen te herinneren) staat iets van een 'tolkaartabonnement'. Weten wij veel. Dat hebben wij niet. Met gevaar voor eigen leven de wagen in de achteruit, wonder boven wonder geen andere auto's geraakt, waarop een boze politieagent (kaalgeschoren, afgezien van de hanenkam die tot aan zijn nek liep) vol tatoeages, die ogenschijnlijk geen dag in de sportschool oversloeg, ons even goed de waarheid kwam vertellen.

Enfin, een beetje lief lachen, geen boete en we weten voortaan hoe we het moeten aanpakken. Halverwege onze route wisselden we van chauffeur. Maar zoals het een tolweg betaamt: waar je erop gaat, moet je er ook weer af. Nu was Geertje aan de beurt en de druk, die al toenam vanaf het moment dat we aansloten in de ellenlange rij voor de tolpoort, kwam tot culminatie bij het betalen. De stres schoot tot boven de wolken en Geertje gooide warempel een briefje van twintig (waarvan we toch zeker vijf heerlijke Italiaanse cappuccino's hadden kunnen halen) pardoes de muntenbak in. Die muntenbak is niet gek: die slokte ons briefgeld gulzig op, maar liet ons natuurlijk niet doorgaan. Jawel hoor, de eerste ruzie was een feit.

Twee uur van Cortina d'Ampezzo zagen we de bui al hangen. Letterlijk. Grijze wolken vormden zich aan de horizon, precies waar wij heen gingen. Eén blik op de weersvoorspellingen was voldoende: de komende dagen zou het aan één stuk door gaan regenen. In ons achterhoofd hadden we de mountainbikes die we een dag later zouden gaan huren al afgezegd: in de stortregen door de Dolomieten crossen, leek ons toch geen goed idee van een vakantie.

De camping was, ondanks het barslechte weer, toch een van de mooiste waar we geweest waren. We zetten natuurlijk geen tent op, maar bliezen het luchtbed op om de komende nacht in de auto te spenderen. En natuurlijk, onze eerste avond in Italië; daar moet pizza gegeten worden. In een knus, houten restaurantje dat erg Oostenrijks aandeed, genoten we van onze eerste Italiaanse maaltijd.

We werden wakker en het regende. Verrassend. Mountainbiken door de bergen ging 'm niet worden. Geertje vond op de grens van Oostenrijk een leuk binnenzwembad en we besloten onze pijlen daarop te richten. Na een dagje zwemmen, glijden en van de duikplank springen zochten we met rode ogen en een verrimpelde handen naar een nieuwe camping. Waar we gisteren de mooiste camping tot nu toe hadden, vonden we op de 21e het slapste excuus voor een camping aller tijden: twee hectare grind op een grasveld, afgezet met een hek en een klein entreehutje bij de ingang. Grauw, grijs, maar op de een of andere manier vonden we het toch wel leuk. En wees eerlijk: eigenlijk maakt het ook alles af.

Het werd ook tijd voor ons eerste wasje. Ja, we zijn intussen meer dan een week verder, maar het probleem met zoiets is dat je het uitstelt tot het laatste moment. Je hebt daar geen zin in, maar op een gegeven moment moet je. Helaas dat het nét op deze camping was. De droger was namelijk stuk, maar dat had niemand ons natuurlijk verteld. De kleding ophangen was ook geen optie, want de regen bleef nog even hard op het grind kletteren. Toch maar gedaan, want we moesten ook nog slapen en we moesten de kleding ergens kwijt.

In de ochtend was er niets droog. Logisch, maar je hoopt natuurlijk op een godsmirakel. Het was dat moment dat we met het plan der plannen kwamen. Het plan dat zowat de definitie van onze roadtrip was. Ons busje was voorzien van een soort chassis van ijzeren buizen in de laadruimte. Wat nou als we daar de kleren aan zouden hangen? Ook kon het dak, voor het luchten, een stukje open. Fantastisch idee toch? We hingen onze kleren op en zetten koers richting zonnigere oorden: op naar Venetië.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.