We vertrokken vroeg naar de Jump Street Chalets in Maun, de derde stad van Botswana. De weg ernaartoe was wat we ervan verwachtten: kraters van gaten in de weg, olifantenblokkades en zo nu en dan de autobanden en de schoenen insoppen. Dennis werd er krankjorum van, Max, Geertje en ik konden er wel om lachen.
De Jump Street Chalets zijn een verzameling van kleine tweepersoonshuisjes die op een klein dichtbegroeid terrein liggen wat het best te omschrijven is als een soort botanische tuin. Weer een leuk verblijf, maar geen Camp Kwando, Roy's Rest Camp of Planet Baobab, nét iets boven de Big Five Chobe Lodge, de Tambuti Lodge en de Vineyard Lodge, maar ook weer nét iets onder de Waterberg Plateau Lodge. Nou, dan weet je ook weer wat de rangorde is.
De Jump Street Chalets lagen dichtbij de Thamalakane, een rivier die door Maun stroomt, en die ligging leende zich perfect voor een boottochtje over deze kalme rivier. En die boottocht was... rustgevend? Eigenlijk zou deze activiteit gisteren gepland moeten zijn. De rivier is kalm en rustig en buiten de vogels en het vele groen door de ligging aan de rand van de Okavango-delta zie je eigenlijk niet zoveel. Bovendien loopt je oma met een rollator nog drie keer zo snel als dat deze boot voer. Nadat we door drie slakken waren ingehaald voeren we langs een strandje op waar ruim tweehonderd locals, die volgens mij allemaal hun eigen muziekbox bij zich hadden te oordelen aan de onverstaanbare mengelmoes van herrie die uit alle verschillende richtingen galmde, hun verkoeling zochten. En dan kom je daar aanvaren: 0,37 km/u, rood van de verbranding, dobberend met het woord 'toerist' op je voorhoofd geschreven. Onze groep was dertien man groot en al die bleekscheten zaten op die boot en ondertussen was er geen ziel die geen zwarte huidskleur had te vinden op dat strand. Elk van die tweehonderd Botswanen stond daar met open mond naar onze boot te kijken als een bruidegom bij het altaar die een tergend langzaam lopende bruid gadesloeg. Dat strandje was ook best lang dus het duurde gevoelsmatig zo'n zes uur voordat we er voorbij waren. Afijn, we hadden biertjes aan boord en we hebben ons kostelijk geamuseerd.
Na dat strandje gepasseerd te zijn, stapten we uit op een drassige grasvlakte. Curieus en benieuwd stapten we uit, benieuwd wat de kapitein voor ons in petto, maar we deden precies niks en we stapten weer de boot in. Anticlimax. Dan maar weer een biertje open en weer langs de spitsenroedel die het strand met Botswanen was. De Thamalakanerivier, dat is me er eentje.
Reactie plaatsen
Reacties