Kwando - Een paradijsje in de jungle van Caprivi

Gepubliceerd op 30 december 2018 om 08:19

Saskia's verjaardag! Gisteren hadden we die al vervroegd ingeluid, maar vanavond zouden er nog een extra borreltje op doen. Vandaag stond weer een autorit op het programma. Eén nachtje in de Tambuti Lodge, twee (inclusief oud en nieuw dus) in Camp Kwando en dus vertrokken we op tijd en toen we de poorten uitreden, konden we Angola zien! Grenzen vind ik altijd iets fascinerends hebben: een ogenschijnlijk identiek stuk land dat opeens toebehoort aan een ander land, omdat dat toevallig zo afgesproken is. Wanneer je vanaf Rundu oostwaarts rijdt, kom je in de Caprivistrook terecht. De Caprivistrook is een 30 kilometer brede strook land tussen Botswana en Angola (en op een zeker moment, Zambia) in. Als je op de kaart kijkt zie je wel wat ik ermee bedoel, een stuk land dat Namibië om de een of andere reden aan zichzelf heeft toegeëigend. Topografisch gezien een soort van Limburg van Namibië dus.

En zoals Limburg in Nederland door de heuvelachtige omgeving ook heel anders aanvoelt dan de rest van Nederland, zo voelt de Caprivistrook ook anders aan dan de rest van Namibië. Namibië is droog en dor en in veel gevallen een uitgestrekte vlakte met weinig hooggroei. Zodra je Rundu uitrijdt, wordt het met de minuut groener en groeien de bomer hoger. Een bijzonder contrast met de rest van Namibië. Dat komt doordat de Caprivistrook in de Okavangodelta ligt. De Okavango is een rivier (een behoorlijke) en een delta is eigenlijk een stelsel van aftakkingen van rivieren. Met andere woorden: een waterrijk gebied, dus de boel wordt vanzelf groen hier. Wij sliepen in Camp Kwando, aan de Kwandorivier (originele naam voor je lodge) die halverwege in het zuiden de grens vormt tussen Namibië en Botswana.

En Camp Kwando was fantastisch. Een paradijsje in de Caprivijungle. Waar ik dacht dat Roy's Rest Camp niet meer overtroffen zou worden, zat ik weer eens te meer mis. Camp Kwando is een ouderwetse verzameling boomhutten die op houten verhogingen zijn gebouwd aan de oever van de rivier Kwando. Alle chaletjes hebben een knus tweepersoonsbed en staan op zo'n drie meter hoogte gebouwd. Die hoogbouw is niet voor niks: de Kwando stikt van de nijlpaarden en dat zien niet de meest vriendelijke beesten. En weet je die te ontlopen, dan ligt hier en daar misschien ook nog wel een krokodil op de loer. Combineer die entourage met een gebrek aan WiFi (nieuwjaarswensen gaan dit jaar dus per sms) en je hebt een wereldlocatie te pakken. En een gebrek aan WiFi bedoel ik als iets positiefs: alleen dan kun je écht tot rust komen. Als je 's ochtends opstaat en het uit intacte boomstammetjes gemaakte deurtje openmaakt, kijk je over de rivier naar Botswana. En het is niet eens zo'n grote rivier hé, dus als ik ongezien illegaal de grens over zou willen steken, dan is Camp Kwando dus the place to be. Bijzonder weer, net zoals ik net zei: je staat in land A, je kijkt twintig meter verder en daar ligt land B. Als je erover nadenkt, is het ook maar gek dat we bepaalde (bijna alle) gebieden op deze wereld hebben onderverdeeld aan (of opgeëist zijn door) verschillende gezaghebbende figuren en groepen en tegen elkaar hebben gezegd: "dat is van mij!" Wat zijn we als mensen toch hebberig.

Saskia's verjaardag werd nog tot in de late uurtjes goed gevierd. We mogen dan wel geen WiFi of internet hebben hier aan de Kwando, maar drank en weet ik veel allemaal wat is hier in overvloed. Het gevolg? Op oudjaarsdag laat wakker geworden. Harrie, Max en Maus begonnen de dag met vissen en mijn schoonvader was blijkbaar nog niet hersteld van de alcoholvergiftiging die hij zichzelf heeft aangedaan een dag eerder en gooide zichzelf achter zijn dobber aan de Kwando in. Lekker idee om dat te doen in de wetenschap dat er nijlpaarden en krokodillen op je liggen te wachten...

Ik bracht de ochtend zwemmend en kaartend door in een poging de kater die ik had te verbloemen. Dat lukte mij (en de rest) vrij aardig en gelukkig waren we allemaal fit voor de boottour over de Kwando. Want als je hier bent is er één ding dat je sowieso moet doen: nijlpaarden zoeken.

Dat zoeken bleek niet zo moeilijk. Het is heet en nijlpaarden verbranden snel, dus ze moeten een groot deel van de tijd in het water doorbrengen en aangezien de Kwando niet 's werelds breedste rivier is, is het een kwestie van tijd voor je een kudde tegen het lijf vaart. En wat zijn die nijlpaarden toch weer een prachtbeesten. In de verte zagen we de eerste een kop boven water uitsteken om onze boot wantrouwend te observeren. Zijn kop ging onder en luttele seconden later kwam er een andere nijlpaardenkop boven water. Althans dat dacht ik: dezelfde nijlpaard wist zich in twee seconden een meter of tien onder water te verplaatsen. De gids vertelden dat nijlpaarden in groepen leven, maar deze was alleen. Dat betekende dat het een vrouwtje was en dat die verstoten was van de groep. Nijlpaarden zijn echt een stel narcistische eikels. Of ja de mannetjes dan, in tegenstelling tot bij de mens. Iedere kudde nijlpaarden heeft één alfamannetje en de rest van de kudde bestaat uit vrouwtjes. Als één van de vrouwtjes het gore lef heeft een zoon te baren, dan wordt hij vermoord door het alfamannetje. Dat is dus alsof je je eigen zoon vermoordt. Een goede dialoog lijkt me in eerste instantie een betere optie, maar kennelijk nemen nijlpaarden het uitschakelen van de concurrentie wel heel letterlijk. Een opgroeiend mannetje betekent concurrentie voor de positie van het alfamannetje in de groep. Dat doe ik ook meestal zo wanneer er iemand bij ons solliciteert als docent Nederlands. In sommige gevallen beschermt de moeder haar kleintje met als gevolg dat ze de kudde verlaat. Jij wilt dat je pas geboren kind blijft liever? Prima, flikker dan op en zoek het uit.

Tegen het eind van de middag keerden we terug op ons Kamp en hadden we ook nog twee enorme groepen (minimaal vijftien stuks per kudde) nijlpaarden gezien en zelfs een tweetal prachtige, adelaars. We aten (ik ging over naar de vis en de kip, het antilopevlees kon me niet genoeg bekoren) en maakten ons klaar voor, jawel, New Years Eve in Africa! En hoe fantastisch de reis ook was tot nu toe, de nieuwjaarsavond stelde niet zo heel veel voor. Er waren nog wat andere mensen, er was wat muziek, maar de drank vloeide niet zo rijkelijk als een avond eerder. Een paar van ons vielen rond negenen en tienen al in slaap en dat kwam ongetwijfeld door gisteren, maar ook door de drukke dagen en het wellicht te hoge reistempo. Geertje en ik haalden, onder anderen, 12 uur wel en het aftelmoment is best wel surreëel. Je bevindt je echt ver van de bewoonde wereld en waar je overal in Nederland het vuurwerk al voor twaalven hoort, blijft de lucht hier net zo - prachtig weliswaar - donker na twaalf als dat die voor twaalf was. Bovendien liep ik op teenslippers en stond ik in een hemd en zwembroek. Dat moet ik om middernacht naast een Duitse vuurwerkpot niet proberen.

Op nieuwjaarsdag gingen we verder oostwaarts. Het zou een behoorlijke reisdag gaan worden, mede doordat we drie keer (!) een grens over moesten steken. Bovendien wordt het tijd om die Big Five eens uit te gaan breiden: we hadden alleen de neushoorn nog van het lijstje gestreept en leeuwen, olifanten, buffels en luipaarden zijn we nog niet tegengekomen. Goed, we gaan zien wat Botswana ons te bieden heeft.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.