Koh Rong - Eilandtijd! (En eindelijk duiken...)

Gepubliceerd op 16 december 2023 om 11:59

Eilandtijd! Daar zijn we wel aan toe. Van stad naar stad geracet en diepe treurnis van het Cambodjaanse volk gevoeld, dus zijn we wel toe aan wat echte rust. Koh Rong leent zich daar perfect voor en zodoende pakken we halverwege de ochtend een bus naar Sihanoukville (voormalige backpackershemel, nu een Chinees bolwerk van veel te dure resorts en casino’s), vanwaar we met de veerboot naar Koh Rong gaan.

Op reis hebben we een grove taakverdeling. Ik doe het vervoer, Geertje de accommodatie. Activiteiten? Die wisselen we een beetje met elkaar af. Als ik voorstel om voor het eerst in bijna drie maanden een overnachting te boeken, komen we erachter dat die taakverdeling er is met een reden. Online vind ik een prachtig houten hutje met uitzicht over de zee. Romantischer en idyllischer ga je het niet krijgen toch? Verder check ik helemaal niks: de charme van het hutje heeft me al gewonnen en dus boek ik zodra ik zie dat we dat plekje voor drie nachten vast kunnen leggen.

Dan arriveren we na een uur op Koh Touch. Verwarrende naam, ‘koh’ betekent namelijk eiland en Koh Touch is geen eiland, maar het grootste dorp van het eiland Koh Rong en we ontdekken ter plekke dat onze accommodatie zich in Sok San Village bevindt. Vijftien kilometer verderop. Ik sla mezelf voor de kop; ik voel me als een kind dat voor het eerst zonder zijwieltjes mag fietsen en frontaal op z’n bek gaat, maar we moeten het ermee doen. Het motorrijden gaat beter dan het boeken van overnachtingen: na drie maanden motorervaring in Zuidoost-Azië waan ik me vaardig (maar nog altijd onverzekerd) genoeg om als een ware Aziaat motor te rijden, dus met twee backpacks, twee rugzakken en een plastic zak met kleren die Geertje die ochtend bij de H&M in Phnom Penh had gekocht hijsen we onszelf als een puzzel van 10.000 stukjes voor gevorderden op de motor. Als je ons in Nederland gevraagd had of we zo ooit zo op een motor zouden stappen, dan had ik je uitgelachen en voor gek verklaard, maar nu, drie maanden later op het Cambodjaanse Koh Rong zitten we als volledig bepakte, volleerd Zuidoost-Aziatische verkeersnavigatoren op een motor voor een halfuur durende dodemansrit naar Sok San Village.

Ik heb mijn stuurmanskunsten niet overschat en de 15 kilometer over afwisselend goed geasfalteerde wegen en zandpaden waar deelnemers aan de Dakarrally nog voor zullen zwichten, is nog een prachtig ritje ook. Terwijl ik mijn backpack tussen mijn benen klem, weten Geertje en ik tussendoor nog te genieten van de helderblauwe zee (maar dan ook écht helderblauw als een Griekse lagune) en de witste stranden die we in ons leven gezien hebben. Misschien is de keuze voor Sok San Village zo’n slechte nog niet: de andere kant van het eiland is veel minder toeristisch. Wellicht heb ik het toch in me om wat vaker een accommodatie te boeken.

De laatste tweehonderd meter doet Geertje lopend, want dat laatste deel zou door de rechter als ontoerekeningsvatbaar bestempeld worden. Een bruggetje naar Zesthouse (die leuke hutjes) geeft je de illusie dronken te zijn en als er in Nederland van zo’n bouwwerk sprake zou zijn, dan zouden er al vijf snelwegen geblokkeerd en zeker zevenentwintig online petities getekend zijn voor de renovatie van die brug. Bovendien zou de ontwerper ervan op de zwarte lijst der bouwkundigen komen te staan en zou hij de rest van zijn dagen moeten slijten als vuilnisman op de maandagochtend. Het zandpad daarna heeft meer weg van de Himalaya in het klein, dan van een weg en zodra ik na drie rugwervels ontwricht te hebben bij Zesthouse kom aangereden, loop ik terug om Geertje met de bagage te helpen. Als de Franse Marc en Manon (die anderhalf jaar geleden in deze uithoek besloten een paradijsje op touw te zetten) ons de sleutels van het houten hutje geven waar we drie nachten in verblijven, zijn we toch wel blij met mijn enigszins onorthodoxe accommodatiekeuze. Met uitzicht op zee en een balkonnetje met heerlijk comfortabele ligstoelen, komt dit hutje regelrecht uit een droom. Afgezien van de grootste hagedis die we tot nu toe gezien hebben die langer is dan een basisschoolliniaal en te pas en te onpas ons met een bezoekje verblijdt in de hoek van de kamer. Ach, nu heeft Geertje na onze hamster Binky (God hebbe zijn ziel) eindelijk weer een huisdier.

De rust en reinheid.

De vijf dagen die we op Koh Rong spenderen zijn rustig. Hoewel het binnenland van het eiland flink ontbost is en er hier en daar een reeds begonnen dan wel gepland Chinees nieuwbouwproject staat, zijn de stranden de mooiste die we hebben gezien. Hagelwitte stranden, helderblauwe zee… hier kunnen we eens flink tot rust komen en alles wat we tot nu toe gedaan en gezien hebben, lekker laten bezinken. Nu kan ik er weer een ellenlange blog van maken en in detail vertellen hoe Geertje op haar tweede dag de achterkant van haar benen is vergeten in te smeren en eind van de dag zo rood is als het achterlicht van je fiets, maar dat is nergens voor nodig. Op het oogverblindende strand van Sok San Beach gebeurt die dag verder niets. Helemaal niets. En dat is ook wel eens heerlijk.

Nestival

’s Avonds gebeurt er wel wat. Het is zaterdag en op het strand van Koh Touch vindt iedere week op die dag het Nestival plaats bij Nest Beach Club. Cambodja scoort nu al punten met originaliteit in naamgeving ten opzichte van Vietnam, want als dit feest bij Cambodja's oosterburen had plaatsgevonden, zou Nestival 'Beach Party' geheten hebben. Geertje en ik concluderen al dat we eigenlijk misschien drie keer op stap zijn geweest op reis, dus een avondje de bloemetjes buiten zetten ligt in het verschiet. Bij schemering brengt een krakkemikkige tuk-tuk (we moeten de eerste tuk-tuk in Cambodja nog tegenkomen die niet de indruk wekt dezelfde ochtend op de schroothoop in elkaar gezet te zijn) die tijdens de hobbelige route twee keer afslaat ons naar Koh Touch, waar we alvast wat cocktails drinken zodat we niet compleet nuchter aankomen op het strandfestivalletje dat al aan het begin van de middag begonnen was.

Geertje heeft appcontact met, afzonderlijk van elkaar, de Nederlandse Dylan en Marloes die ook op het Nestival zijn, maar op het Nestival blijkt dat we een beetje buiten de boot vallen: het festival begon ’s middags al en dat is aan de staat van de gemiddelde feestvierder wel te zien. Op een bankje ligt een meisje in bikini helemaal van de wereld, een andere vrouw draagt een barbiekostuum wier roze laarzen met hakken niet de meest optimale kledingkeuze blijken in het zachte strandzand en even verderop staat een meisje in haar eigen wereld met een denkbeeldig touw touwtje te springen. We zijn hier toch wel iets te laat gearriveerd en lopen wel wat achter op de rest. Ach, Koh Rong heeft niet voor niets de reputatie van een feesteiland. We ontmoeten Dylan die onze Vietnamese Dong overkoopt en Marloes, maar Marloes is ook al vanaf een uurtje of één op het strand. Geertje doet nog een limbodans onder een brandende stok door, maar Marloes weet daar een dag later niets meer van af. In de tuk-tuk terug naar Zesthouse op Sok San Beach zijn we het erover eens: we hebben lol gehad en gaan wat vaker een feestje meepakken, maar dan zorgen we wél dat we er wat eerder zijn.

Lonely Beach

Dag drie besluiten we te scooteren naar het noorden van het eiland. Same day, different beach, maar, zover dat nog mogelijk is, blijkt Lonely Beach nóg mooier te zijn dan Sok San Beach. Een kort strand van zo’n twee á driehonderd meter lang (vertrouwend op mijn timmermansoog) delen we met een stuk of veertien mensen en grote delen van het strand zijn gehuld in de schaduw van het gebladerte. Lonely Beach doet zijn naam recht aan, maar hoe wil je ook anders: de route naar Lonely Beach was een taaie en eigenlijk hebben we die Dakarrally na onze aankomst vandaag gewoon een vervolg gegeven. Smalle olifantenpaadjes door de jungle, over losliggend zand, over houten bruggetjes die door een peuter ontworpen zijn, over smalle paden met kraters van bijna vulkanische proporties en met plotse hellingen die erop lijken alsof je een videogame aan het spelen bent die je simpelweg niet kán winnen. Weinig foto's van de route helaas: ik had genoeg aan het concentreren op de weg en Geertje had betere dingen te doen dan filmen en foto's maken (zichzelf heel stevig vasthouden, bijvoorbeeld).

’s Avonds relaxen we wederom, eten we wat bij Sok San Beach en liggen we op tijd in bed. Op dag vier trekken we namelijk naar Koh Touch, om nog twee nachten te verblijven in Koh Touch, het levendige gedeelte van Koh Rong. Bij het eten zijn we getuige van een schattig zevental spelende Cambodjaanse kinderen.

In de middag hebben we nog rustig in het ondiepe water van Lonely Beach gezwommen, maar toch maken we even een sprongetje van schrik: Marloes (van het Nestival) is die dag gestoken door een kubuskwal. Weet je wat dat is? Op het strand van Scheveningen hoef je niet zo bang voor deze moordunits te zijn, maar in de wateren in het oosten van onze aardbol is die kubuskwal een steeds groter wordend probleem. De steek van een kubuskwal is namelijk dodelijk en niet zo’n beetje ook: na een paar uur kan het gif je al fataal zijn. Gelukkig heeft Marloes de aanval door adequaat handelen wel overleefd en halen we toch even opgelucht adem.

Vroeger zaten die beesten alleen in Australië (waar anders vind je de dodelijkste dieren?), maar door de schildpaddenvisserij (schildpadden houden wel van een kwalletje als dessert) en door de opwarmende zeeën zijn er meer van deze immens dodelijke zeemonsters en om het verhaal nog maar wat enger te maken, zijn de beesten doorzichtig, zwemmen ze het liefst in ondiep zeewater en komen ze het meest voor tussen november en april. Oftewel, de stranden van Koh Rong vinken op dit moment ieder vakje af en dus zijn alle ingrediënten hier aanwezig voor een dodelijk ongeluk.

Another day, another beach

Als we op dag vier de hele dag op het levendige strand van Koh Touch vertoeven, zijn onze ogen iedere keer als we de zee betreden, telkens twee keer zo scherp als normaal. Kubuskwal? Nee? Oké, we kunnen erin. En ook in het water blijven we aandachtig rondkijken. Het is ook een beetje gek hé? Twee dagen rennen we die zee in alsof niemand iets over ons te zeggen heeft en je hoort het verhaal over zo’n ongeluk en je bent in een keer zo argwanend als je psychotische vriendin. Gelukkig overwint de ontspanning het van de achterdocht en hebben we ook dag vier heerlijk kunnen ontspannen. Als we ’s avonds samen romantisch eten aan het strand onder aanvoering van het geluid van de golven die ritmisch over het strand gaan, weten we dat het leven op weinig momenten beter is dan nu. Zeker als de ober ons tot 'beautiful couple' bombardeert op het moment dat we de rekening gepresenteerd krijgen.

Toegeven aan je verslaving

Maar het wordt nog beter! Op de vierde dag mogen we eindelijk weer duiken! Koh Rong staat met één officieel erkend PADI-bureau niet bovenaan de beste duiklijstjes, maar desondanks is het na bijna drie maanden wel weer eens tijd om onze nieuwste verslaving weer wat te stillen en doen we met het Turkse Koh Rong Dive Center twee duiken. Dat Koh Rong geen echte duikhotspot is, is eigenlijk wel lekker: afgezien van een Nederlands koppel, de Turkse duikers en de Duitse Alex, zijn we de enigen op de boot. Onze medelanders moeten een refresher doen (langer dan een halfjaar niet gedoken, dan moet je je kennis opfrissen), dus duiken wij met Alex en instructeur Hakan.

Het klinkt misschien wat elitair omdat we er intussen zelf deel van uitmaken, maar duikers lijken tot nu toe echt de tofste mensen die er zijn. Mensen die lekker hun leven leven, ongelofelijk veel kennis hebben over wat ze doen, maar daar niet mee te koop lopen. Gewoon heel relaxt. Dat is ook zo bij Hakan. Hakan voelt een beetje als thuiskomen, want hoewel hij geen Nederlands spreekt, is Hakan net zo energiek en vrolijk wat 'm haast tot verre tweelingbroer maakt van Lex, bij wie we in Koh Tao onze duikbrevetten in de wacht gesleept hebben en ondanks dat hij echt ontiegelijk veel weet over de omgeving, voel je je geen moment minderwaardig ten opzichte van hem. Alex ook: hoewel hij een gebit heeft waar menig tandarts van flauw zou vallen, heeft hij een indrukwekkend repertoire aan duikbrevetten achter zijn naam staan en heeft hij een onderwaterfilmset bij zich waarmee hij de indruk wekt over een paar minuten te beginnen met het filmen van de actiescènes van Aquaman.

De duiken zelf zijn fantastisch. Toegegeven, de duiken in Koh Tao waren mooier, want de visibility (zo noemen wij duikers dat) is in deze tijd van het jaar niet optimaal, maar omdat we eigenlijk nog redelijk onervaren zijn (met een ‘advanced’ brevet in de gelederen, hoe tegenstrijdig) is alles mooi. We zien onwijs veel kleine vissen, ik spot een vis met een stompe kop die niemand anders ziet, we zien een murene, maar niets kan deze twee duiken op tegen de inktvissen die we zien. Hoewel die zichtbaarheid dus wat minder is, is het wel het paarseizoen van de inktvissen. We hebben geluk: we vinden er zeven waarvan we er tijdens het moment suprème twee op heterdaad betrappen. Een van de inktvissen blijkt heel nieuwsgierig naar Hakans go-pro, wat fantastische filmpjes oplevert die we zeker twintig keer hebben teruggekeken (en vindbaar zijn op ons Instagramaccount) en als we het groepje Davy Jones’en gedag zeggen, hebben we een wisseling van de wacht gerealiseerd in onze top 1 van duikmomenten. Wat was dit magistraal. En bovendien: geen kubuskwal tegen het lijf gezwommen.

In de namiddag doen we nog even wat registratiewerk door onze boot terug naar Sihanoukville vast te leggen en de bus naar de volgende bestemming Kampot te boeken. We blijven wat langer aan het strand van Koh Touch zitten en bij zonsondergang vindt er een aparte wisseling plaats: overdag domineren backpackers het strand, maar bij zonsondergang nemen de Cambodjanen zelf de overhand. Als je in Cambodja bent, valt meteen op dat Cambodjanen veel bruiner zijn dan de Vietnamezen, de Thai en de Laotianen. Aanvankelijk dachten we dat de schoonheidsstandaard van het wit zijn hier niet zo stevig in het zadel zat, maar ook op Koh Rang zagen we Cambodjanen de dag in skipak doorbrengen. Die bruine huidskleur zal dus wel bij de Cambodjaan in de genen zitten. Bij het ondergaan van de zon is het strand niet zo interessant meer voor de westerlingen, want ja, we kunnen geen huidkanker meer krijgen door uren onder de tropische zon te bakken, maar voor Cambodjanen is dat het moment om op te frissen. Massaal rennen ze het strand op, trekken ze hun zwemkleding aan en rennen ze de zee in.

We krijgen nog een uitnodiging om ‘Tipsy Tuesday’ te vieren in de kroeg Tipsy Turtle en hoewel we aanvankelijk denken (en Geertje zelfs al opgemaakt en gekleed is voor de gelegenheid) om nog een feestje mee te pakken, bedenken we ons bij het avondeten. Morgen vroeg de boot op naar het vasteland en dit zou niet de eerste keer zijn dat we een reisdag beginnen met een fikse kater. Veel drinken doen we niet echt, maar we weten het iedere keer dat we dat wel doen, dat echt verbazingwekkend slecht te timen. Het verstand wint van het verlangen en we liggen op tijd op bed. De volgende bestemming? Kampot!

Wat moet je wél doen?

  1. Ga strandhoppen. We hebben drie stranden uitgebreid met de binnenkant van onze ogen bestudeerd en we kunnen wel stellen dat Koh Rong een ideale plek is om heerlijk op het strand tot rust te komen. Koh Touch Beach voor het levendige strand met veel restaurants en levendigheid, Sok San Beach voor een rustig strand met (toch) genoeg eetgelegenheden en Lonely Beach voor het idyllische, afgesloten Expeditie-Robinsongevoel. 
  2. Neem een duik (met uitrusting). Ja, we zijn bevooroordeeld, want duiken is gewoon onze dopamineleverancier geworden, maar duiken op Koh Rong is fantastisch. En als je in december gaat, houd dan een oogje open voor het paringsseizoen van de inktvissen. Wie wil er geen live-inktvissenseks aanschouwen?
  3. Nestival. Of uitgaan in het algemeen. Koh Rong is niet voor niets een party-eiland en het Nestival op zaterdag is daar een goed voorbeeld van. Wees alleen niet zo stom als wij om pas uren na aanvangstijd te arriveren.
  4. Limbodansen onder het vuur door. Moet dit nog verder toegelicht worden? Of de uitkomst positief of negatief is, een vuurlimbo zal altijd een goed kroegverhaal worden.

Wat moet je níét doen?

  1. Het binnenland van Koh Rong verkennen. Koh Rong is onderhevig aan flinke ontbossing om plaats te maken voor Chinese resorts, waardoor het binnenland kaal, dor en leeg is. Koh Rong is gewoon een eiland waar je van het strand en de zee moet genieten, dus doe dat maar gewoon.
  2. Je duikbrevet halen. Want dat doe je hier voor bijna Europese prijzen. Als je naar Azië gaat om je duikbrevet binnen te hengelen, doe dat dan in Thailand. Dat scheelt je letterlijk de helft van je zuurverdiende spaarcenten.

Reactie plaatsen

Reacties

opa en oma
2 jaar geleden

Mooie blog weer! En eindelijk wat rust genomen. Super dagen en tot slot heerlijk duiken! Tot gauw weer, liefs van opa en mij 😘

Dep
2 jaar geleden

Prachtige foto’s. Paradijselijk mooi. Heerlijk om
Ook dat mee te mogen maken!

Anita
2 jaar geleden

Wat een prachtig plekje na zoveel gruwelijke geschiedenis. Lijkt me heerlijk.
Maar pas inderdaad op voor al die gekke beesten die we hier in ons kikkerlandje niet hebben.
Hoe prachtig zijn die inktvissen daar zeg!
Goed om je rust te nemen, zodat je weer energie hebt voor de volgende avonturen.
Mooi armbandje Geertje! :) En natuurlijk prachtige foto's! -X-