Kampot - Waar niet alleen de zonnestralen gloeiendheet zijn

Gepubliceerd op 20 december 2023 om 11:05

Soms moet de vermoeidheid eruit komen. Op de route naar Kampot komt die vermoeidheid eruit. In de bus, wel te verstaan, want op de boot was hier door het ruige water geen gelegenheid voor. Een gunstig moment, in die bus. Koh Rong heeft ons goed gedaan. De batterij zit weer vol, maar van een paar dagen strand word je ook weer lui als een bejaarde heidewachtel. In de bus begint Geertje al na tien minuten schaapjes te tellen en ik zet mijn podcast over Madagaskar wel drie keer opnieuw aan. Niet omdat-ie niet interessant is, maar omdat ik mijn ogen simpelweg niet open kan houden. De weg van Sihanoukville (de plek waar de veerboot vanaf Koh Rong aanmeert) naar Kampot mag ondanks al zijn hobbeligheid en oneffenheden de pret van de slaap niet drukken.

Als we inchecken bij Mama’s Family Guesthouse en onze spullen uitgepakt hebben voor één nacht in Kampot, gaan we naar de buurman om gebruik te maken van het zwembad en ons plan voor morgen, onze enige dag in Kampot, even uit te dokteren. Er is hier eigenlijk best veel te doen, ontdekken we al snel tot onze teleurstelling. Normaal gesproken is er natuurlijk geen sprake van teleurstelling als er op een plek veel te doen is, maar we blijven hier dus maar één nacht en daarom moeten we keuzes gaan maken. Blijf dan wat langer, hoor ik je al zeggen, maar we willen op tijd terug in Thailand zijn zodat we ook Geertjes broer Dennis nog kunnen treffen. Een jaar weggaan en alsnog niet helemaal op de bonnefooi kunnen doen wat we willen… vanaf Januari zal dat wél echt het geval zijn. Goed, we hebben nu wel een reden om ooit in Cambodja terug te keren.

Het wordt eens tijd om de Cambodjaanse keuken op de proef te stellen. Kampot (en het nabijgelegen Kep) staat bekend om de krabgerechten, dus ontkomen we er niet aan om eens even wat plaatselijke krab te proberen. Geertje kiest de veilige uitweg en neemt een ietwat tegenvallende Khmersalade met kip, maar ik ga volle bak voor de lokale schaaldieren en niet veel later heb ik negen verse tienpoten op mijn bord liggen, aangevuld met noedels en groente. Ik heb wel eens krab gegeten (ik herinner me nog een monsterlijk grote schaar die in het Ierse Galway op mijn bord lag), maar normaal gesproken krijg je er dan zo’n kreeftenvork om dat vlees uit je krab te trekken, maar in Cambodja behoort de kreeftenvork niet tot het eetgerei. Hier word je overgeleverd aan je meedogenloze blote klauwen om het krabvlees van de harde schaal te scheiden en zoals je misschien al verwacht, gaat dat niet zo makkelijk. Zoals een baby een pot Nutella soldaat maakt, ben ik met mijn krabben aan het stoeien en het zal je dan ook niet verbazen dat het zo’n drie kwartier duurt voordat ik mijn bord leeg heb.

Volgens de kenners is het eten in Cambodja minder kruidig, minder gevarieerd en minder pittig. Die eerste twee zijn te wijten aan de Rode Khmer, want door die aso’s is er een waslijst aan lokale gerechten verloren gegaan omdat de plaatselijke delicatessen niet meer van moeder naar dochter overgedragen konden worden (want ja, de bevolking uitmoorden was hier ooit de vuistregel). Bij de claim dat het eten minder pittig is, moet wel even een kanttekening geplaatst worden: in Cambodja krijg je de pepers altijd naast je gerecht geserveerd. En die pepers die ze serveren… die zijn pittig. Thailand, Laos en al helemaal Vietnam serveren peulenschilletjes in vergelijking met de pepers die hier tentoongesteld worden en laat Kampot nou net dé plek van de pepers zijn: de Kampotpepers zijn de nummer één van de wereld. Geertje laat ze maar wat graag aan de kant liggen, maar ik? I’m gonna eat my heart out! Het eten kan me vaak niet pittig genoeg zijn.

La Plantation

En dat allemaal terwijl het Geertjes idee was en niet het mijne om op die ene dag die we te besteden hebben, naar de peperplantage ‘La Plantation’ te gaan. Ja, onze keuze is gevallen op een peperplantage. Die keuze was geen makkelijke: je kunt ook naar Kep, een vissersdorpje aan de kust met een grote krabbenmarkt (wat op zichzelf al een plek is waar je meerdere nachten kunt spenderen), je kunt naar het prachtige Bokor National Park of naar het gelijknamige Bokor, een spookstadje waar je lege, verlaten gebouwen kunt ontdekken. Keuzes te over, maar veel tijd is er niet en we hebben zo het idee dat de peperplantage op cultureel vlak het meest verrijkende uitstapje in de omgeving van Kampot voor ons gaat zijn, dus na onze backpacks beneden paraat te hebben gezet voor het vertrek vanavond, racen we per motor eerst naar een simkaartwinkel om die Phnom Penhse simkaartscam even te rectificeren (f*** you, Tony) en brommen we in een klein uurtje over stoffige zandwegen naar La Plantation.

Bij de naam zou je denken aan een drugsplantage in een schimmige hoek van Medellín die als nalatenschap aan Pablo Escobar nog steeds in gebruik is, maar toch is La Plantation precies wat het zegt te zijn: een keurige, goed geregelde plantage waar de Khmer pepers verbouwen. En niet zomaar pepers; Kampotpepers, pepers die al jaren de prijs voor ’s werelds beste pepers in de wacht slepen. Dat heeft de plantage te danken aan het klimaat en de ideale ligging. Een tropisch klimaat met ideale winden en een vruchtbare bodem die pal naast de zee en precies voor een lage bergketen ligt. Als je wilt weten hoe dat allemaal werkt en hoe die omstandigheden precies zo ideaal zijn, kun je me doodslaan, maar dan heb je nog je antwoord niet. Wat ik dus wel weet, is dat je bijna geen idealere omstandigheden kunt creëren om een peperboompje lekker z'n gang te laten gaan.

En wat is het heet vandaag. Niet te doen. Ik ben me domweg vergeten in te smeren en met een hemdje op de scooter is het vragen om een aanbaklaagje op de schouders. Hoe het ook zij, de gebeden om warmer weer toen we nog in Quy Nhon zaten, zijn verhoord. Op de plantage worden we door Ney rondgeleid, een Cambodjaanse vrouw. Of misschien volstaat ‘meisje’ beter, want die Khmer zijn de kleinste van heel Azië volgens mij. We hebben hier een paar dwergen rond zien lopen die tot mijn heup kwamen en ook Ney doet een gooi naar de titel ‘kabouter’, gezien het feit dat ze bijna een kop kleiner is dan Geertje. Afijn, ze maakt de rondleiding wel een stuk leuker. Er wordt namelijk een karrevracht aan theorie op ons afgevuurd en in de gloeiendhete zon die zelfs door Ney als te heet beoordeeld wordt, kan het nog wel eens moeilijk zijn om je op al die feitjes en weetjes te focussen. Dan is een enthousiaste tourgids die een paar oneliners in zo’n elf verschillende talen kent, geen overbodige luxe.

De rondleiding over de plantages is leuk en interessant. We zien de verschillende pepers die hier verbouwd worden: van die karakteristieke lange pepers (nog niet volgroeid) tot huis-, tuin- en keukenpepers. Je weet wel, van die pepers die we in Nederland naast ons potje zout hebben staan in de kruidenkast vol met potjes kruiden die je ooit één keer gekocht hebt voor die bijzondere Mexicaanse tortilla om ze vervolgens alleen maar stof te laten happen. Die pepers die zo in het peper- en zoutsetje zouden passen, zijn de Kampotpepers waar de lokale bevolking zo apetrots op is. Ney vertelt ons hoe ze de peperplanten planten, hoe ze de pepers oogsten en wat voor irrigatietechnieken ze toepassen in het droogseizoen. Even een leuk feitje: wist je dat veel verschillende kleuren pepers allemaal de vruchten zijn van precies dezelfde plant? Het moment dat je een Kampotpeper (en ook heel veel andere pepers) plukt, bepaalt ook de kleur van de peper. In maart tot halverwege april worden geplukte pepers de zwarte variant, daarna worden ze bij het plukken een maandje witte pepers en de rode pepers krijg je als mei ongeveer halverwege is. Eind juni is het feestje voorbij en is het oogstseizoen der pepers ten einde.

Na de rondleiding van zo’n drie kwartier schuiven we met z’n allen aan voor een peperproeverijtje. Ney schotelt ons één voor één de verschillende pepers voor en als we allemaal aan onze vingers likken en beurtelings over hetzelfde bordje wrijven om er wat fijngemalen peper op te laten plakken (ik ben gelukkig telkens als eerste en Geertje heeft als derde ook niet de slechtste plek verworven), hoef je geen raketgeleerde te zijn om te beseffen dat de Kampotpepers anders zijn dan de inhoud van het pepersetje in de keukenlade. Ze zijn vol van smaak en iedere peper die we proberen, wordt ook pittiger en pittiger en op de scorekaart die we invullen zie je dat ook mooi terug: mijn cijfers worden steeds hoger, waar die van Geertje in steeds rapper tempo afnemen. 

 

Dat peperproeverijtje was heerlijk en zelfs Geertje die normaliter al tranen in de ogen krijgt bij het horen van het woord 'pittig' heeft genoten. We besluiten dan ook niet weg te kunnen zonder eerst een plaatselijk gerecht te proberen waar een speciale pepermix in verwerkt zit bij het restaurantje van La Plantation iets verderop. Het is nog maar lunch en omdat die Zuidoost-Aziatische porties altijd enorm zijn, delen we samen een overheerlijk bord met op z'n Khmers gebakken groenten en plakrijst, gedresseerd met, jawel, een plaatselijke pepermix. Het is geen populaire mening aangezien er zoveel lokale gerechten verloren zijn gegaan, dus om even lekker tegendraads te doen: de Cambodjaanse keuken is top.

Als Geertje ’s avonds aan een pizza zit en ik wat kipstukjes naar binnen moffel, vinden we het toch jammer dat we maar één dagje in Kampot gebleven zijn, maar dat dient ook weer als realitycheck dat je goed over keuzes moet nadenken. La Plantation hadden we echt niet willen missen, maar anderzijds voelt het ook heel cru om een plek maar halve bak aan te doen. Het is echt zo: je kunt soms beter plekken overslaan (oké, wel blij dat we even in Kampot geweest zijn, maar even voor het beeld), dan dat je haastig even een plekje van je lijst wil vinken om er maar geweest te zijn. Wat we wel zeker weten, is dat Kampot en de regio eromheen bovenaan de lijst staat als we ooit in Cambodja terugkeren. Waarom zijn we dan toch niet langer gebleven ten koste van een andere locatie? Nou, vanavond pakken we een nachtbus van negen uur naar Siem Reap, toch wel het onbetwiste zwaargewicht van de Cambodjaanse toerisme-industrie. Als er één plek in Cambodja is waar we niet te kort willen blijven, dan is dat Siem Reap wel.

Wat moet je wél doen?

  1. Bezoek La Plantation. Kampot staat bekend om de pepers. Het zou van de zotte zijn om naar Kampot te gaan zonder te ontdekken wat Kampot nou tot Kampot maakt. De pepers zijn heerlijk, de plantage is rustgevend en interessant en de gidsen zijn vriendelijk en gastvrij. Oh, en ga niet weg voor je één van de plaatselijke delicatessen naar binnen geschoven hebt. Dat spreekt voor zich, nietwaar?
  2. Krab eten. Naast pepers is dit schaaldier ook een belangrijk exportproduct. Buiten dat lokale producten proeven gewoon heel leuk is om te doen, is krab ook gewoon ontiegelijk lekker.

Wat moet je níét doen?

  1. Maar één nacht blijven. Tja, we zijn maar voor één nachtje in Kampot geweest, dus is het moeilijk om te zeggen wat je hier niet moet doen (of wat je juist wel moet doen, dat maakt dit rubriekje sowieso al wat lastiger in te vullen), simpelweg omdat we hier niet zo heel veel gedaan hebben. Maak dus niet diezelfde fout, maar trek langer uit voor Kampot, want er is hier genoeg te beleven. Van het strand, tot het met krab doordrenkte Kep, van het spookstadje Bokor, tot het gelijknamige, naastgelegen National Park. Don't be like Niels en Geertje.

Reactie plaatsen

Reacties

opa en oma
2 jaar geleden

Toch een mooie dag, dat krab eten was leuk om te lezen en ook de peperplantage heel interessant door al die weetjes en die aparte proeverij! Graag tot volgende keer, lieve groetjes uit Vianen. Dikke kus

Anita
2 jaar geleden

Wat jammer dat je niet langer kunt blijven, maar goed je hebt nu inderdaad een reden om terug te gaan.

Piet lamers
2 jaar geleden

Geniet er samen van en ik geniet hier van de mooie verhalen die je ons schrijft en ik wens jullie nog fijne feestdagen en een gezond 2024 en een mooie reis verder

Niels en Geertje
2 jaar geleden

Dankjewel Piet! Fijn dat je de verhalen leuk vindt, ik schrijf ze nog altijd met plezier. Jullie ook fijne dagen in het mooie Vianen gewenst!

Dep
2 jaar geleden

Oeeeee. Dank voor de tip! Papa en zoonlief gaan morgen voor 3 dagen naar Cambodja. Papa blijkt er tot zijn 20e gewoond te hebben. Dan tip ik zoon over een leuke souvenir uit Cambodja. Heerlijke pepers.
Hebben ze iets positiefs uit hun bezoek, naast het samen op stap zijn.