Vang Vieng - Van berucht naar beroemd

Gepubliceerd op 27 oktober 2023 om 13:05

Van Vientiane naar Vang Vieng was een rustig ritje. Je weet wel, de weg die tussen de hoofdstad en dit kleine dorpje ligt, is een tolweg. Plankgas, linkerbaan en zonder kuilen in de weg gaan met die banaan. Net geen twee uur nadat we in Vientiane in de bus stapten, stopten we alweer in Vang Vieng, een dorpje met een naam die klinkt alsof een kind uit groep drie het werkwoord ‘vangen’ in de eerste persoon enkelvoud in beide tijden moet vervoegen, maar een spelfout maakt in de verleden tijd. Op het moment van aankomst beseften we nog niet wat voor geweldige tijd we in Vang Vieng zouden gaan beleven.

Vang Vieng, ongeveer net zo groot als Cuijk, staat al langer bekend als een populair plaatsje voor backpackers, maar aanvankelijk was het dorpje eerder berucht dan beroemd te noemen: voorheen kwamen reizigers naar Vang Vieng om te tuben, wat eigenlijk gewoon een verbloemende benaming is voor jezelf helemaal naar Sint Juttemis te zuipen en te snuiven, terwijl je in een rubberen band over de Nam Songrivier dobbert. Alles wat god verboden heeft, gebeurde hier en Vang Vieng werd al snel berucht als ordinair zuipoord. Door de jaren heen is dat veranderd: meerdere toeristen hebben zichzelf letterlijk kapot gezopen of zich dronken op een van de rotsen in de rivier gegooid, denkende dat het water er dieper was, wat natuurlijk niet zo heel tof was voor de algehele publieke tendens rondom dit dorpje. Vang Vieng werd gedwongen zich te herpakken en hoewel ‘tipsy tubing’ nog steeds een ding is, mogen toeristen niet zelf drank meer meenemen en mag er maar een beperkt aantal kroegen aan de oevers van de Nam Song tegelijkertijd geopend zijn.

Zo, daar heb je wat achtergrondinformatie van Vang Vieng, maar dat kun je wellicht allemaal weer de prullenbak ingooien, want voor tipsy tubing zijn we niet noordwaarts gekoerst. Toen we van Luang Prabang naar Vientiane reden, kwamen we al langs Vang Vieng en zelfs een blinde ziet dat de natuur hier adembenemend mooi is. De groene jungleheuvels van het noorden maken plaats voor een wat vlakker landschap dat geflankeerd wordt door enorme grijszwarte karstbergen die plotseling als paddenstoelen uit de grond lijken te schieten en dát is voornamelijk de reden voor ons om naar dit bijzondere plaatsje te komen. Ik liet het al doorschemeren, maar dat bleek absoluut geen fout te zijn geweest.

En dat terwijl we de eerste dag niks deden. Er stond namelijk een heleboel op de to-dolijst. We zaten met de grootste berg vuile was tot nu toe en het werd langzaam maar zeker ook een keer tijd om het visum voor Vietnam in orde te gaan maken. Bovendien is hier zo veel te doen, dat we ook eens moesten kijken wat we dan precies wilden, dus buiten eten bij het allerlekkerste Laotiaanse tentje dat we tot nu toe hebben gehad (Rijst met groente voor Geertje en mee korp (gebakken noedels met varken en groente) voor mij) en een beetje door het dorpje heen huppelen was de planning op onze dag van aankomst. Veel tourbureautjes en een proper uitziend bureau van een zachtaardige Koreaanse man (Sam, maar niet enkel-Sam) werd uitverkoren om onze toeristenkippen op te slokken.

 

We tikten het een en ander af bij de vriendelijke man en dat gaat niet zomaar. Voor één euro heb je namelijk iets meer dan 20.000 kip. Die munt is geen drol waard en daar komt ook nog bij dat het biljet met de meeste waarde slechts een briefje van 100.000 kip is en voor degenen onder ons met dyscalculie: dat is net geen vijf euro. Ook waren bijna alle pinautomaten in Vang Vieng nog leger dan je eerste pul bier na vijftien minuten op een Oktoberfest en lukte het pas bij de vijfde pinautomaat om contanten uit de muur te trekken, maar ook deze pinautomaat had de vuurproef maar nauwelijks doorstaan te oordelen aan het feit dat er alleen maar briefjes van 50.000 (ja, 2,50 euro) uit de muur kwamen en de biljetten van 100.000 dus op waren. Dus zaten we daar, bij Sam, met onze biljetten in de aanslag om voor twee personen meerdere tours te betalen. Gelukkig is het in Laos gezien de waarde van de munt en het biljethoogteplafond alhier de normaalste zaak van de wereld om met geld te smijten alsof je Ridouan Taghi ben. Dus deden we dat, alvorens we in Gary's Irish Bar met een biertje Liverpool tegen Everton zijn gaan kijken.

Scooteren

Dag twee huurden we een scooter en reden we een wel heel krakkemikkig bruggetje, Namsong Bridge, over richting de West Vang Vieng loop en je raadt het al aan de naam: dat is een relatief korte, slecht onderhouden weg die aan de kraters te oordelen een magneet is voor meteorietinslagen, ten westen van Vang Vieng. Gelukkig hebben we in Thailand al wat rond gescooterd, want Laos en haar hypermoderne wegennetwerk is echt wel even een niveautje hoger, maar goed, ik ben natuurlijk een fantastisch chauffeur en navigeer me moeiteloos tussen de kuilen, spelende kinderen en loslopende koeien - die in Laos doorgaans de wegen als weide beschouwen – door en breng ons veilig bij onze eerste stop: Nam Xai Viewpoint.

Nam Xai Viewpoint

Mede door de prachtige natuur en de ongelofelijk indrukwekkende karstbergen, beschouwen we Nam Xai toch wel als het mooiste viewpoint tot nu toe. Vanaf verschillende plekken is er een 360-gradenuitzicht en er zijn zelfs malloten geweest die twee scooters naar boven hebben gesjouwd vanwaar je werkelijk fantastische foto’s kan maken en misschien wel een nóg beter uitzicht hebt. Ik noem ze malloten, want naar Nam Xai Viewpoint leidt geen geasfalteerd weggetje. Zelfs geen trappen. De pittige klim naar boven wordt gekenmerkt door rotsen, modder en hier en daar een gezonde dosis creativiteit. Als je via deze weg een scooter naar boven wil krijgen, kan je niet anders dan levensmoe geweest zijn. Des te vreemder is het toerisme op deze berg. Het grootste deel van de tijd naar boven (die bijna 45 minuten duurde, maar op een rustige dag makkelijk de helft van de tijd kan omvatten) waren we aan het filelopen. Het is moeilijk om mensen te passeren en er hoeft maar één eigenwijs Chinees poppetje voor je te zitten met teenslippertjes aan en je kunt alweer een kwartier bij de klim rekenen en ik hoef je denk ik niet uit te leggen wat voor volk er voor ons de berg op strompelde... Ondanks die frustraties, was het uitzicht het natuurlijk dubbel en dwars waard. Lekker afsluiten met een ijskoud biertje en we konden weer door!

Vang Vieng bleek overigens nog niet Geertjes meest gelukkige plek te zijn. Op onze weg naar beneden liep een meisje met een jurkje voor ons en Geertje vond het een snugger plan om het dragen van rokjes c.q. jurkjes even compleet met de grond gelijk te maken: “waarom zou je met zo’n klim nou rokken of jurken aan doen? Dan heb je je ook niet voorbereid.” Ik keek naar Geertje. Zij droeg ook een rok. Wel zo netjes om haar daar even op te attenderen tijdens deze tirade, dacht ik zo. “Dit is een broekrokje,” zei ze. Ik herinnerde me het weer. “Misschien heeft zij” – wijzend naar dat meisje – “ook wel gewoon zo’n broekjurk aan,” zei ik. Het meisje draaide zich om en enigszins verbitterd zei ze: “dit is inderdaad een broekjurkje.” Ja, Geertje, de Nederlanders zitten overal. Jij maakt wel lekker vrienden zo.

 

Een dag eerder ging het ook al niet zo lekker. We hebben namelijk een Koreaanse buurman en zijn eerste ontmoeting met Geertje verliep al een beetje apart. Geertje vergat namelijk dat ons balkon een gedeelde variant was en toen ze dus even lekker halfnaakt op de balustrade dacht te flaneren, kwam deze Guus-Hiddinkaanbidder naar buiten gelopen. Een goeienavond. Even later, toen Geertje al eerder naar beneden was gegaan, liep ik ook naar beneden. Diezelfde Koreaan was net wat eerder dan ik de deur uit en liep zo’n vijf meter voor mij de trap af. We zaten op twee hoog en Geertje had een plannetje bekokstoofd: Niels de longen uit zijn lijf laten schrikken. Maar ik was het niet die de jumpscare van zijn leven zou krijgen. In de veronderstelling dat ik het was die de trap af liep, sprong Geertje als een kind van zeven achter de muur vandaan om me de stuipen op het lijf te jagen, maar was het de Koreaanse buurman die gilde als klein prinsesje. Geertje werd roder een aardbei en de Koreaan had het op een lachen gezet, hierna besloot Geertje dat ze gerust zonder schaamte mee mocht lachen en we kwamen niet meer bij. Die Koreaan zal wel gedacht hebben; wat heb ik voor idioot als buurvrouw?

Blue Lagoon 2

Oké, afslag gepakt, terug naar de hoofdweg: de West Vang Vieng Loop. Onze tweede (en laatste stop) was Blue Lagoon 2. Vang Vieng kent een aantal natuurlijke zwembaden en degene die hier verantwoordelijk is voor de naamgeving, verdient geen onderscheiding in originaliteit. Ze hebben er namelijk zes en ze hebben de volgende namen: Blue Lagoon 1, Blue Lagoon 2, Blue Lagoon 3, Blue Lagoon 4, Blue Lagoon 5 en Blue Lagoon 6. Niet origineel, wel praktisch, dus een kleine sticker voor poverheid, effectiviteit en efficiënte is voor de naamgever dan weer wel op zijn plaats.

De Blue Lagoons zijn heerlijk. Koud water in de tropische Laotiaanse hitte is sowieso al niet verkeerd, maar daarbij worden de Blue Lagoons aangekleed als verborgen paradijsjes die je alleen in je dromen ziet. Blue Lagoon 2 had muziek, een glijbaantje en een hoge duikplank van een meter of zeven. We wilden eigenlijk naar Blue Lagoon 3 gaan, omdat een leuk Engels koppel dat we op Nam Xai Viewpoint spraken daar ook heenging, maar we moesten voor een activiteit op tijd terug zijn en Blue Lagoon 3 was een stukje verder brommeren. Geen spijt van de keuze, want een anderhalf uurtje heerlijk ontspannen en zo nu en dan een keer van die duikplank struikelen, bleek top te zijn.

ONce in a lifetime

Eerder lichtte ik al een tipje van de sluier. We hebben met geld gestrooid als miljardairs bij Sam de touroperator, hebben maar twee stops gemaakt op een rondje scooteren en er staat een cryptische namiddagactiviteit op de planning. Ontspant u uw ogen, beste lezer, want bij zonsondergang hebben wij met z’n tweeën een luchtballonvaart gemaakt. Ongetwijfeld het aller indrukwekkendste uur van onze tijd in Zuidoost-Azië. Voor iets meer dan tweehonderd euro in totaal samen (92 briefjes van 50.000 kip lagen op tafel, big spenders zijn we) zweefden we drie kwartier in de vallei tussen de Laotiaanse karstbergen door. Mensen die al ooit in een luchtballon hebben gezeten, zullen het herkennen. Van het moment dat zo’n luchtballon ‘opgeblazen’ wordt tot het moment dat je landt en nog één laatste blik werpt op het gevaarte waar je zojuist ingezeten hebt, voel je je nietig. Wát een machtige ervaring en we hebben er zojuist een herinnering bij die we nooit, maar dan ook nooit meer zullen vergeten. We twijfelden toch wel meerdere keren om dit te doen, in verband met het budget dat we voor aankomend jaar willen gebruiken, maar je kunt je wel voorstellen waarom we hebben gekozen om vandaag even niet zo nauw naar de regeltjes te luisteren.

(Op Niels en Geertje (@reisbuddys) • Instagram-foto's en -video's kun je van deze dag een filmpje zien, mocht je hier meer interesse in hebben!)

Een beetje bezig blijven

De dag was vermoeiend. Wat wel leek op een miljard indrukken, gaf toch een vermoeid maar voldaan gevoel en omdat er een dag later een dagtrip op de planning stond, zijn we vroeg de korf ingedoken.

Vang Vieng is een outdoorparadijs. We hadden natuurlijk al een fantastische eerste dag achter de rug en hoewel een luchtballonvaart de lat wel héél hoog heeft gelegd, deed dag drie ook een aardige duit in het zakje. Een tourbusje met een van oorsprong Thaise gids (geen Kee, maar Tee deze keer) bracht ons met twee Koreaanse senioren en een Chinees naar een blue lagoonachtig meertje een klein uurtje ten noorden van Vang Vieng waar we gingen ziplinen (eerst nog even een korte stop bij Tham Xang, een grot waarin een olifantvormige rots te vinden is). Natuurlijk, het was hier geen Houayxai en de afstanden en hoogtes waren wat minder extreem dan anderhalve week geleden, maar desondanks daag ik je uit om in Nederland een mooiere plek aan te wijzen om te ziplinen. Ik blijf het benadrukken, maar de natuur in de omgeving van Vang Vieng behoort echt tot de mooiste die we gezien hebben.

Het meertje dat me deed denken aan een Blue Lagoon bleek overigens een rivier te zijn en na onze zipline-uitrusting uitgedaan te hebben was het tijd om te gaan tuben. Niet het beruchte tipsy tubing, maar met een opblaasband door de grot heen waar dat riviertje aan lag. Leuk, niet heel indrukwekkend, want omdat het regenseizoen net voorbij was stond het water van de rivier enorm hoog en konden we niet zo ver de grot in. Ik moest denken aan dat Thaise jeugdvoetbalteam dat een paar jaar geleden een grot invluchtte om te schuilen voor de regen, waarna ze weken vastzaten. Zo’n ramp was het dus ook niet om snel weer buiten te zijn.

Tijd voor de lunch. Die had heerlijk kunnen zijn, maar onze Chinese reisgenoot verpestte dat enigszins met geboer, gesmak en gerochel. Voor ons bizar hé? Al die dingen zijn echt wel de laatste zaken waar je op zit te wachten tijdens een maaltijd, maar voor de doorsnee Chinees is boeren en smakken tijdens een maaltje alsof het een Olympische sport juist een teken van beschaafdheid en waardering voor de kwaliteit van het eten. Als buitenstaander merk je dat niet zo, maar ach, het is maar een cultuurverschilletje en die man denkt nietsvermoedend heel respectvol te zijn en in een poging te doen alsof we er Oost-Indisch doof voor zijn, werken ook wij ons bordje rijst met varkensspies naar binnen.

’s Middags was het weer tijd voor een Blue Lagoontje. Blue Lagoon nummer 4 stond ditmaal op de planning en dat is ook het enige in het sextet die ten noorden van Vang Vieng en dus niet aan West Vang Vieng Loop ligt. En och, wat zijn die Blue Lagoons toch weer heerlijk. Deze was een stuk rustiger en wat primitiever in opzet dan nummer 2 (mijn ligbed van bamboe klonk niet bijster stevig toen ik m’n lichaam erop posteerde), maar ook hier was er weer genoeg gelegenheid om het innerlijke kind aan te spreken. Een duikplankje van een meter of drie hoog, een kabelbaan die over het lagoontje heen gespannen was, een vlot in het midden van het water en zo’n handvat met een touw waarmee je als een ware Tarzan van het plateautje kon springen. Je bent toch weer even kind.

Rond een uur of drie was het tijd voor de laatste activiteit: kajakkend de Nam Song af peddelen richting het eindpunt dat, zo bleek achteraf, een steenworp van ons Guesthouse verwijderd was. We zijn sowieso makkelijk blij te maken met outdooractiviteiten, maar deze dag zat er vol van. De Koreanen (die we omdoopten tot twee eeuwige vrijgezellen die er een gewoonte van maken om samen op pad te gaan) maakten al snel rechtsomkeert nadat de Nam Song ze volledig omhelsd had toen hun kajak kantelde, dus er waren maar twee kajaks nodig om het laatste gedeelte van de trip af te ronden.

De Nam Song bleek best wel een verraderlijk stukje water te zijn: rotsen liggen vlak onder het wateroppervlak en die kun je alleen herkennen door een klein stroomversnellinkje dat plots uit het niets lijkt te ontstaan, doordat de onderwaterstroming natuurlijk tegen die rotsen aan ketst en het water er toch langs of overheen moet. Probeer maar eens je hand in een stromend beekje te steken, zelfde effect. Om het niet te technisch te laten worden, zal ik het hier maar even bij laten, maar de stroming die er stond maakte deze rivier wel wat uitdagender dan een middagje kanoën op de Niers. Ook toen Geertje en ik vol lof keken naar een brug en een rots niet zagen... frontaal met het gesteente geknuffeld. Gelukkig deden onze kajaks het beter dan Ajax en stonden we na een fantastisch ritje, ondanks die botsing, een uur later veilig aan de oever in Vang Vieng.

Slechte plannen zijn de beste plannen

Wéér vroeg op bed! Je kunt je het wel voorstellen: drukke dag, veel indrukken, veel gedaan, dus snel moe. Morgen wilden we met een scootertje de rest van de blue lagoontjes afgaan, maar al gauw werd roet in het eten gegooid. Onderweg naar huis na het avondeten liepen we langs de plaatselijke Thai en warempel: Indra, Sam en Fianne! Mette ontbrak en bleek al richting Vientiane gehobbeld te zijn. We sloten heel even aan (want moe) en daar ontstond het aller slechtste idee tot nu toe: we gaan met z’n allen toch maar tipsy tuben, de ooit zo beruchte toeristenkiller.

Zodoende stonden we een dag later om twaalf uur in het Chill House Hostel waar deze drie stukken onkruid (je komt er niet van af) hun nachten doorbrachten en een uur later met een rubberen opblaasband in onze ene hand en een koude halve liter Beerlao in onze andere aan de oever van de Nam Song, op precies dezelfde plek waar we een dag eerder met onze kajaks te water gingen. De blikjes klikten open, de shirtjes en blousejes vlogen zwoel van de lichamen en tubes werden gretig het water in geplonsd. Het beruchte tipsy tuben kan beginnen.

Een uur later kan ik me goed voorstellen dat tien jaar geleden een paar overmoedige toeristen in het water van Vang Vieng bij Gods voordeur heeft aangebeld. Ik heb al verteld over het verraderlijke water en met de onmenselijke hoeveelheid alcohol die hier over de bar gaat, zit een ongeluk in een wel heel klein hoekje. Het gaat een beetje zo: je dobbert over die rivier en zo nu en dan word je kont het slachtoffer van een van die rotsen vlak onder het wateroppervlak en als je dan bij een kroeg aan komt, wordt door een paar Laotianen een fles vastgebonden aan een touw het water ingeworpen waarmee je je naar de kant kunt trekken. Eenmaal in de kroeg is het ordinair zuipen geblazen: (letterlijke) emmers aan mixdranken vliegen als warme broodjes de toonbank over en de halve liters zijn toch een heel stuk kouder dan de exemplaren die op de slowboat naar Luang Prabang geschonken werden. Na de allereerste kroeg waren we station Tipsy al ruimschoots gepasseerd en dan volgen er nog twee. Ik kon alleen maar denken hoe dat tien jaar terug geweest moest zijn geweest toen alle kroegen tegelijkertijd open waren en de Nam Song een soort westernverhaal geweest was waar het woord ‘regels’ niet in het vocabulaire voorkwam.

Maar wát een ge-wel-di-ge dag hebben we hier gehad. Hoe kan het eigenlijk ook anders: je bent met leuke mensen, hebt een ogenschijnlijk onbeperkte hoeveelheid alcohol tot je beschikking, ook nog eens hartstikke mooi uitzicht, dobbert in je zwemkleding over een rivier terwijl je geen enkele zorg aan je kop hebt en in ruim dertig graden meer één prioriteit hebt: lol maken. Want dat is tipsy tubing: een heel erg lange uit de kluiten gewassen beach party. Er zijn manieren om je dag op een minder leuke manier te vullen. Niet alle foto’s komen op de site te staan, want dat lijkt me niet goed voor onze professionaliteit: wie weet welke oud-collega’s en leerlingen meekijken en dan heb ik nog niks gezegd over een zekere schoonmoeder die toch wel enigszins wat angst in weet te boezemen. Hoe het ook zij, toch ook nog even een shout-out naar Sam, Indra en Fianne, want zonder hen was deze dag nooit zo leuk geweest. Een passend afscheid, want nu scheiden onze wegen echt definitief.

Na de Gibbon Experience in Houayxai hadden we niet gedacht dat Laos overtroffen zou kunnen worden en hoewel het altijd een beetje appels met peren vergelijken blijft en de emotie van het moment soms wel eens de overhand kan nemen, staat wat ons betreft Vang Vieng eventjes op nummer één. Wat een ongelofelijk leuk plekje is dit dorpje: kajakken, ziplinen, blue lagoons, prachtige hikes en als kers op de taart een ballonvaart en het tipsy tuben. Ooit bijna berucht geworden als backpackersbegraafplaats, maar compleet herpakt en nu beroemd als outdoorparadijs.

Wat moet je wél doen?

  1. Een luchtballonvaart. Een rondje in een luchtballon tussen een landschap dat groen is voor zover het blote oog reikt tegen een fractie van de prijs die je in Nederland zou betalen? Je bent wel gek als je dat niet doet. Bovendien is het landschap hier ietsjes interessanter dan het Nederlandse platteland. En als je toch bezig bent, plak er dan ook maar een rondje paragliden achteraan.
  2. Tipsy tubing. Ben je een feestbeest? Ja? Ga dan tipsy tuben. Feestjes worden niet beter dan dit en het megalomane concept in combinatie met een vrachtlading aan alcohol en nieuwe vrienden (of contacten, afhankelijk van de definitie van vrienden) die je ongetwijfeld sluit, zorgen ervoor dat tipsy tubing niet mag ontbreken.
  3. Ga ziplinen. Nou, kijk: ziplinen door de bomen van boven naar beneden langs de rand van een berg op is per definitie al iets wat fantastisch is en daar is niks aan gelogen. Waar wacht je nog op?
  4. Bezoek de Blue Lagoons. Je hebt zes stuks om uit te kiezen, maar pak er zo veel mogelijk. De blue lagoons zijn natuurlijke paradijsjes en door de menselijke hand zijn ze nóg beter gemaakt. Kabelbanen over het water heen, hoge duikplanken, schommels die je in het hemelsblauwe water lanceren... Voor elk wat wils. 
  5. Kano over de Nam Song. Kanoën over de Nam Song is makkelijk te doen, maar tevens is de rivier ook geen walk in the park dankzij de stromingen en de verraderlijke rotsen die net onder het wateroppervlak zitten. Ook is de rivier niet zo'n lange, eentonige, brede en saaie variant, dus voor de afwisseling is dit ritje een heel erg leuke.
  6. Nam Xai Viewpoint. Misschien wel het allermooiste viewpoint van Laos. Hoewel de klim heel toeristisch is, is hij wel uitdagend en het uitzicht maakt echt alles goed en degene die twee scooters op de top heeft geplaatst heeft een tien met een griffel verdiend.
  7. Je tours boeken bij Sam. De Koreaanse Sam is een topper. Vriendelijk, geïnteresseerd en bovenal: eerlijk. Sam kent de omgeving van Vang Vieng goed en biedt reële opties aan. Bovendien scoort hij extra punten met de milieuvriendelijke optie om elektrische scooters te huren. Een stap in de goede richting.

Wat moet je níét doen?

  1. Goedkope slippers op de kop slaan. Trek de portemonnee maar gewoon en leg een paar kippen extra op de toonbank, want het enige wat zo'n goedkoop paar je oplevert is weggegooid geld binnen 24 uur en een dikke teen waar je een maand later nog steeds last van hebt.
  2. Alles aan de kant zetten om te gaan grottuben. Grottuben is nou niet heel bijzonder. Kijk, als je een tour doet en je krijgt het grottuben erbij zoals bij ons, dan kun je dat gewoon gaan doen, maar er is zoveel leuks te doen in Vang Vieng, dat je echt niet alle principes overboord moet gooien om met zo'n band door een grot heen te gaan. Ga dan tuben zonder het tipsy-gedeelte (dat kan) over de Nam Song.

Reactie plaatsen

Reacties

opa en oma
2 jaar geleden

Wat hebben jullie veel "kippen" op, maar ook (tè?) veel biertjes! 🤪😏
Weer keimooie blog en super mooie foto's over eindeloos mooie natuur en uitzichten, levensgevaarlijke scootertochten en een onvergetelijke ballonvaart.
Enfin te veel om op te noemen! We genieten hier in onze luie stoel mee. Geertje ..is een verhaal apart 😂😂
Lieverds, we hopen nog veel met jullie mee te beleven! Dikke kus van ons 💕😘😘

Niels en Geertje
2 jaar geleden

Er bestaat niet zoiets als te veel biertjes! En die scootertochten? Die worden pas levensgevaarlijk zodra de bestuurder ze levensgevaarlijk maakt, daar mag je van uitgaan. ;)

Anita
2 jaar geleden

Het lijkt steeds mooier en mooier te worden. Wat een prachtverhaal/-foto’s.
En je hebt gelijk Nilis, dat tipsy tubing zou mij een slapeloze nacht hebben bezorgd als ik het had geweten. Blijf goed op jezelf passen.
En wat betreft Ajax? Misschien is morgen de 18e plaats een feit. Ik zal een foto voor je in een lijstje doen voor als je terug bent.
Toedels! -X-

Niels en Geertje
2 jaar geleden

Gelukkig zijn de regels qua tipsy tuben wat aangepast in vergelijking tot 10 jaar terug. Verder zijn wij natuurlijk zeer verstandig en passen we op elkaar. :)

En Ajax? 18e, is een feit...


Liefs van ons x

Marianne
2 jaar geleden

Heel verstandig om niet aan de tipsy tubing mee te doen, was mijn eerste gedachte toen ik de oorspronkelijke bedoeling ervan las (niet wetende dat jullie op deze beslissing terug zouden komen!).
Een zekere moeder, schoonmoeder en zus zou zeker uit haar plaat zijn gegaan als ze dat van tevoren geweten had. Of dat uit haar plaat gaan is van bezorgdheid of omdat ze zelf ook wel in zo’n rubberen band zou willen zitten, laat ik in het midden…

Wat hebben jullie uiteindelijk met de bult was gedaan?