Holland Village - Een poppenkast aan regeltjes

Gepubliceerd op 7 maart 2024 om 11:29

Holland Village

Wil je op de hoogte blijven van onze reis en een melding krijgen zodra een nieuwe blog geplaatst wordt? Schrijf je dan hier in!

Weet je nog dat we zeiden dat Singapore allemaal verschillende buurtjes met hun eigen sausje heeft? Ik hoop het wel, want het is maar één blog geleden dat we dat verteld hebben. Dag twee in Singapore zetten we namelijk met de metro koers naar Holland Village. Je raadt het al: een wijkje met ietwat Nederlandse sferen. Dat doen we niet zomaar, want het gerucht gaat dat er hier een heuse snackbar met frikandellen gevestigd is en als er ook maar een heel kleine kans is op een frikandel, dan sta ik vooraan in de rij om een poging te wagen zo’n paardenvleesstaaf in de wacht te slepen.

Ik krijg nul op m’n rekest. We pakken de metro (vanaf het station Nicoll Highway dat langzaam al als thuishaven begint te voelen) naar Holland Village en de waarheid is dat het wijkje eigenlijk niet zo heel veel voorstelt. Een shopping malletje, niet groots of uitbundig, hier en daar wat oranje decoratie en een iets hogere concentratie witte Europeanen dan we gewend zijn, maar verder is uitstappen bij Holland Village geen must op het to-dolijstje als je een paar dagen in Singapore verblijft. En belangrijker: geen frituurpan. Naar verluidt groeven de medewerkers grondig in hun neus op zoek naar goud (terwijl ze al frikandellen in bezit hadden), maar vonden ze alleen snot alvorens ze met ongewassen handen snacks in het vet deponeerden. Dat zal de plaatselijke keuringsdienst van waarde niet op prijs gesteld hebben en ‘Martin Zwerts frituur’ heeft de deuren definitief moeten sluiten. Er is wel een mooie roze kerstboom in Holland Village. Dat dan weer wel.

Als we terug naar ons Arabische straatje gaan, pakken we nog wel een paar heerlijke snacks van de lokale keuken in het metrostation en die zijn gelukkig wel de moeite waard. Oh, wat gaan we die Maleise keuken missen. Nee, geen Maleisisch, maar Maleis, de verzamelnaam van de volkeren in deze hoek van de wereld, weet je nog?

Zwemmen!

Het is knotsbenauwd in Singapore, dus vinden we het hoog tijd om nog één keer een plons te wagen in een Aziatisch zwembad, dus zetten we koers naar een luxe hotel ergens in de buurt van de Arabische wijk waar ook een zwembad op het dak zou moeten zijn. Ik hoor je al denken: een zwembad op een dak? In een luxehotel? Mogen jullie daar wel heen? Als ik Pinokkio zou zijn en ja zou zeggen, zou m’n neus tot halverwege Europa reiken, dus laat ik maar eerlijk zijn: nee, dat mogen we niet. Hoe komen we hier dan in hemelsnaam terecht?

Via een paar medelanders hebben we lucht gekregen van een zwembad op negentien hoog. Dat zwembad is alleen voor gasten van het bijbehorende hotel weggelegd, maar controle is er, naar het schijnt, niet of nauwelijks. ‘Je moet gewoon in winkelcentrum x een lift pakken naar de tiende verdieping, waarna je bij de receptie van een hotel belandt. Daar loop je langs, naar een andere lift en dan neem je die gewoon naar de negentiende verdieping!’ Dat klinkt als een recept voor een ramp maar we wagen een poging en belanden in het drukke winkelcentrum van Somerset.

Verdieping tien staat aangegeven. Een stel Chinezen staat naast ons, niets vermoedend dat we als infiltranten aan het werk zijn en ook zij gaan naar verdieping tien. We voelen ons een beetje als de hoofdpersonen in een spionagefilm. Undercover, op zoek naar de zakenman die ons liquidatiedoelwit is, ergens in een chic hotel. Verdieping tien openbaart zich en inderdaad, een receptie van een hotel. De marmeren muren en de keurige letters op de wand verraden al dat we twee zwarte schapen in een kudde van tweehonderd witte zijn, maar onze gezichten blijven stoïcijns, nonchalant, alsof we tienmaal daags die lift pakken. Links is een duur uitziend restaurant met lopend buffet, rechts vinden we meer liften. Ik zie ze gelukkig al meteen, waardoor onze nonchalante act intact blijft en we in een rechte lijn naar die tweede lift lopen, het hotelpersoneel vriendelijk en luchtig groetend. Verdieping negentien is ook nu weer een feit, maar ditmaal gaat de lift tot nummer twintig. Zwembad op het dak… je zou zeggen dat je verdieping twintig dient te pakken, maar conform de aanwijzingen pakken we nummertje negentien. De lift stijgt… en stijgt… en stopt. De negentiende verdieping. En wat we daar aantreffen, overtreft al onze verwachtingen.

Nog altijd even zo nonchalant stappen we uit en lopen we het dakterras op en daar verschijnt een prachtig helderblauw zwembad met dure strandbedjes en een blinkende bar. Uitzicht hebben we op het zuiden en het westen van Singapore en dat zal je vast niks zeggen, maar dat zijn de mooiste kanten waar je op kunt kijken, met de mooiste gebouwen en bovendien de illustere Marina Bay Sands, een drielingtoren die van boven met elkaar gelinkt zijn door wat we vinden lijken op een banaanvormig schip. We nemen plaats. We voelen ons nog een beetje als Ernst en Bobbie die op een elitegala zijn beland, maar de aanwijzingen van de Nederlanders klopten: niemand controleert of we ook echt in dit hotel ingecheckt zijn. Het zwembad is geweldig: het is warm, de uitzichten zijn prachtig en het is nog ‘gratis’ ook. We zijn niet voor niks Nederlanders, hé? We vinden het wel zo fair om wat drankjes te bestellen (biertjes voor zo’n achttien euro per stuk) omdat we hier eigenlijk niet horen te zitten, maar die reken ik direct met de creditcard af. Met een goede dosis nonchalance weet ik het voorstel om de drankjes op mijn hotelkamer te zetten, af te wimpelen.

De rest van de middagplanning loopt een beetje in het honderd. Het zwembad is zo lekker en het uitzicht bij dat zwembad was zo mooi, dat we laat bij Nicoll Highway zijn, dus besluiten we bij een kroegje een straat verder van ons armzalige hostel te gaan zitten. Een heel contrast met dat dakterras van zo’n anderhalf uur geleden. We bellen met wat vrienden en stellen ook de familie aan het thuisfront gerust dat we nog niet opgepakt zijn wegens het uitspugen van kauwgom. Ja, de regeltjes in Singapore - en kauwgom kauwen is er één van - zijn niet mals en daar kom ik zo op terug.

Mierenneuken

Na vier bier (het geld verdampt als water in de Grand Canyon tijdens een hittegolf) schuift barvrouw Anys, een Chinees-Singaporeaan, bij ons aan en ze vertelt ons geanimeerd hoe het is om als Singaporeaan iedere dag wakker te worden. Kauwgom kauwen is wel het bekendste geintje dat ze in Singapore verboden hebben. Ga je door de douane met een pakje kauwgom en tref je een douaneambtenaar die met het verkeerde been uit bed is gestapt? Dan is je portemonnee al halfleeg voordat je goed en wel het land betreden hebt. Er zijn nog meer van dat soort onzinnige regels. We proberen er een beetje van weg te blijven om regels en gewoontes in andere landen ‘onzinnig’ te noemen, want de realiteit is dat je op bezoek bent in een land en je de normen en waarden, hoe vreemd ze voor jou ook zijn, simpelweg hebt te accepteren en hebt te waarderen. Wat voor ons bizar is, is voor een ander net zo normaal als je kont afvegen na het poepen (oké, slechte vergelijking, want hier gebruiken ze gewoon de kringspiergun). Maar als de lokale bevolking datzelfde sentiment deelt, dan denk ik wel dat we mogen spreken van regels die 'onzinnig' zijn.

Spugen is bijvoorbeeld ook verboden. Uit m’n hoofd levert dat een boete van 500 Singaporese dollar op. Op zich niet verkeerd, want spugen is eigenlijk ook maar ranzig, maar wat nou als er opeens een mug je mond in vliegt? Dan levert zo’n reflexrocheltje je gewoon een boete van 500 dollar op. En wat te denken van drinken in het openbaar? Nee, geen bier of wijn, maar gewoon je flesje Fristi. Doe je dat op de verkeerde plek en is er een mierenneuker die toevallig de beelden checkt, dan word je financieel ook even uitgekleed. Zodra je overdekt gebied van een metrostation binnenloopt, moet je het laten om een slokje sinaasappelsap te nemen (is mij niet gelukt, ik hoop dat er niet zo’n azijnzeiker achter de camera’s heeft gezeten, maar anders zal ik het wel merken als we naar Australië vliegen). Alys vertelt over een boete die ze zelf heeft ontvangen. Ze is een van de weinige rokers in Singapore en had het gore lef om een sigaret op te steken terwijl ze nog de laatste meter onder een zonwering vandaan liep om in de vrije open lucht te komen. Roken mag alleen als je recht omhoog kan kijken en niet anders dan lucht en wolken ziet. En zelfs dan nog niet altijd, maar aan dat driedelig boekwerk aan rookvoorwaarden beginnen we maar niet.

Het was overigens geen heterdaadje, dat rookfoutje van Alys. Camera’s hangen overal in de stad en als je daar iets te veel over nadenkt, dan voel je je enorm bekeken in Singapore. Zie je nergens camera’s en denk je even op de grond te spugen? Dan heb je hier ook gewoon nog agenten in burger rondlopen die je voor al dat soort wissewasjes ongegeneerd op de bon slingeren en hoewel we het echt enorm naar onze zin hebben in Singapore, is dat controlerende stukje van het land niet altijd even relaxt.

Avondeten in the Arabic District

In alle gezelligheid vergeten we prompt dat het diner doorgaans ook tot een van de maaltijden van de dag behoort. Tot onze schrik is er eigenlijk geen Hawker Centre op loopafstand (alhoewel onze bovengrens voor wandeltijd vandaag bijzonder laag ligt) en besluiten we de omgeving van ons hostel te verkennen. Singapore wordt gekenmerkt doordat er ontzettend veel culturen in het land naast elkaar leven. In feite is het grootste deel van de stadstaat Chinees-Singaporees (77%), Maleier (14%) of Indiaas (8%) en met een vlug rekensommetje heb je dan al 99% van de bevolking gedekt, maar wat wel het geval is, is dat er heel veel buurten in de stad zich toespitsen op bepaalde culturen (net zoals dat Holland Village dus).

Ons smerige budgethostel ligt in Kampong Glam. Zegt je natuurlijk niks, maar dat is de Arabische buurt en alleen al omdat we in de Arabische buurt zitten, beginnen onze magen al te rammelen en als we Baghdad Street, een van de grootste straten in dit wijkje, in wandelen, worden we niet teleurgesteld. In de weekenden trekken ze hier hun stoute schoenen aan en smijten de restaurants hun tafels en banken op straat en wordt de wijk omgetoverd tot een reuzenbonk aan gezelligheid. En die Arabische keukens… fantastisch. We nemen plaats aan een tafeltje en verwennen onszelf met een heerlijke dönerrol en aardappelwedges geserveerd met kruiden waarvan we dolgraag zouden weten bij welke supermarkt ze die gehaald hebben. Waarom? Gewoon zo ongelofelijk lekker.

Na het eten struinen we nog wat rond door de karakteristieke, kleurrijke straatjes en begint de prachtige Sultanmoskee met zijn gouden koepels gebedsoproepen te galmen. In Maleisië was het nog wennen aan dat gebrabbel, maar na vier weken op het schiereiland begin je juist dat gezang te waarderen en uiteindelijk werken die onverstaanbare leuzen zelfs mediterend en rustgevend, hoe gek dat ook klinkt. Als we Azië straks verlaten, gaan we de moskeeën zelfs missen.

We sluiten de avond af bij de kroeg. Gardens by the Bay stond op de planning, maar staat dat niet meer en is met twee dagen verschoven naar de laatste dag, want daarvoor stroomt er vandaag al te veel alcohol door het bloed. Alys schuift te pas en te onpas even aan. Singaporeanen zijn op het eerste gezicht heel ingetogen en op zichzelf, maar als je eenmaal het gesprek met ze aanknoopt en ze komen los, dan zijn het heel openhartige mensen. Dat merkten we gisteren bij de taxi al (niet over verteld, maar dat was gewoon een gezellige meneer die even tijd nodig had om los te komen) en dat wordt vandaag door Alys weer bevestigd. Bijzondere mensen, die Singaporeanen, maar ze zijn dan ook geboren in een heel bijzonder land.

Reactie plaatsen

Reacties

Anita van de Loo
2 jaar geleden

Het valt me op dat ik voor de tweede keer de eerste reactie heb geplaatst, terwijl jullie al lang en breed in Australië zitten?
Nou ja, misschien ben ik dan toch niet de enige die het niet bij heeft kunnen houden :)