Chiang Mai - De Roos van het Noorden

Gepubliceerd op 4 oktober 2023 om 10:52

Op 29 september rond het begin van de middag kwamen we aan in Wualai Boutique, een heerlijk guesthouse voor de komende vijf dagen. Gelukkig zijn we veilig aangekomen in Chiang Mai, want nog geen 24 uur later zou er een trein ontsporen op hetzelfde traject dat wij zojuist afgelegd hadden. Nou, komen al die geluksengeltjes aan de backpacks toch al vrij snel van pas.

 

 

Gelijk in de actiemodus geschoten en alvast de eerste tours geboekt voor de komende dagen. Vanavond staat een avondje Muay Thai op de planning in het centrum van Chiang Mai. Wel grappig: het oude centrum van Chiang Mai is een perfect kloppend vierkant en op sommige plekken zijn de oude stadsmuren nog steeds zichtbaar. We liepen richting het centrum en op onze eerste avond in Chiang Mai (we weten ook nog niet waar we precies moeten zijn, hé) vonden we het centrum nou niet zo heel erg bijzonder als we gedacht zouden hebben. Veel drukke, doorlopende straten met auto’s en geen sfeervol geheel. We gaan er voor het gemak wel even vanuit dat we hier nog maar net zijn en dat we véél betere dingen hebben gelezen over deze stad, dus dat zal vanzelf wel goed komen.

Na gegeten te hebben bij een leuk restaurantje waar letterlijk niemand anders gezeten heeft in de tijd dat wij er gegeten hebben (meestal geen goed idee, maar het eten smaakte hier wel voortreffelijk) zetten we koers naar het Tha Phae Boxing Stadium. Al snel bleek dat we hier geen Kuip of ArenA hoefden te verwachten, want een smal steegje leidde naar een boksring die omgeven was door allemaal plastic tafeltjes en stoeltjes. Dat we geen Nederlands voetbalstadion inliepen was niet erg: dit voelde een stuk echter.

Muay Thai is de Thaise benaming voor de sport thaiboksen, oftewel kickboksen waarbij knieën en ellebogen ook tot het wapenarsenaal behoren. Volgens mij worden in Nederland de ellebogen niet gebruikt, maar in Chiang Mai hoorden ze er overduidelijk wél bij. En man, wat slaan die lui hier elkaar het licht uit de ogen. Als je zo’n wedstrijd kijkt, lijkt het wel alsof één thaibokser vreemdgegaan is met de vrouw van de ander, zo lomp gaat het hier aan toe, maar zodra er ook maar één de ander richting noord-Rusland geslagen heeft, is de sportiviteit wel heel mooi om te zien: voor het juichen bekommer je je eerst om het welzijn van je tegenstander. Of het niveau ook zo hoog lag hier, weten we niet zo goed, want er was een drietal boksers (van de zeven wedstrijden) dat kunstig over de touwen probeerde te springen, maar daarna finaal op zijn plaat ging. Dance like nobody’s watching klonk het devies, want ze sprongen weer op alsof er helemaal niks gebeurd was.

We waren toch wel al wat aangeschoten, want tijdens zo’n avondje Muay Thai dronken we louter bier, dus we waggelden huiswaarts om even te douchen. Thaise douches zijn wel bijzonder te noemen. In Bangkok dachten we dat het eenmalig was. Op Koh Tao begon het toeval te worden, maar in Chiang Mai werd ons vermoeden bevestigd. Iedere douche die we tot nu toe gehad hebben, staat zonder afscherming pal naast de wc. Dat betekent dus dat als je gaat douchen, je tegelijkertijd de wc een grondige, kletsnatte schoonmaakbeurt geeft. Niet ideaal als je na het douchen even je avondmaaltijd wil deponeren, maar ze zullen er wel over nagedacht hebben.

Watjesdag

Dag twee werd weer een Watjesdag. Althans, de ochtend en de middag. We begonnen vandaag bij Wat Sri Suphan, oftewel de Silver Temple. Makkelijk, want Wat Sri Suphan konden we vanaf ons balkon al zien. Wat Sri Suphan is de mooiste tempel die we tot nu toe gezien hebben. De buitenkant is adembenemend mooi. Geertje is er niet naar binnen geweest en ik wel. Waarom? Vrouwen worden niet toegestaan binnen. En waarom? Vrouwen menstrueren. Ja, foei, jij menstrueert, jij niet naar binnen mogen. Mooi hé, betaal je 50 baht voor een tempel die je vanaf het balkon deels kan zien en dan mag je niet eens naar binnen. Volgens het oude Lannavolk (een bergvolk in de buurt van Chiang Mai) wordt de mannelijke positieve energie in de tempel verstoort wanneer er vrouwen die in staat zijn te menstrueren met hun moederlijke energie de tempel betreden. No women allowed, dus. Wat ik niet tegen Geertje vertel is dat de binnenkant van de tempel gewoon één grote mancave met gamende monniken was, dus ik zeg maar gewoon dat de binnenkant zó mooi was, dat het de reis voor mij helemaal compleet gemaakt heeft (in de avond is deze tempel ook harstikke mooi, de tempel is in de avonduren verlicht, zie foto).

Wat Umong was de tweede tempel van de dag en die is wat minder bekend onder de toeristen omdat deze wat verder buiten de stad ligt en daarom namen we een songthaew die kant op. En zo’n songthaew is een typische taxi in Chiang Mai, een soort pick-uptruck met een overdekte laadbak. Wat Umong staat bekend als de ‘forest temple’ en ik hoef je niet uit te leggen waarom dat is, maar ik doe het toch, want het tempelcomplex ligt in het bos. Dat (en het feit dat we maar drie westerse toeristen zagen) maakte dit tempelcomplex wel heel bijzonder: een grote toren stak boven het complex uit en er was een klein ondergronds gangenstelsel met hier en daar wat boeddha’s waarbij de Thai zaten te bidden en hoewel het Wat Umong aan de rand van de stad ligt, was het hele complex een oase aan rust. Bij één uitgang van dat gangenstelsel was een beeldentuin te vinden. Allemaal met mos bedekte half afgebroken boeddhabeelden van tussen 450 en 600 jaar oud. De stilte, de omineuze blikken van de boeddha’s en het mos dat de beelden bedekte gaf het geheel een griezelig gevoel.

Het leukste van alles was nog wel een minuscuul eilandje op een troebel meertje. We dachten even uit te rusten aan de rand van het water, toen er opeens een schildpad vlak voor onze neus zijn kop liet zien! Verwacht je ze misschien in Koh Tao te spotten, komen ze opeens totaal onverwachts in Chiang Mai een goedemiddag wensen. Even later ontdekten we dat een krakkemikkig hutje op een steenworp afstand een zakje visvoer verkocht voor een schamele tien baht. Dat hoefde ons niet twee keer gezegd te worden. Hordes duiven werden aan de rand van het water plotsklaps bijzonder geïnteresseerd in ons en in het water doken wel zeker twintig enorme meervallen op die deze middagsnack niet wilden laten schieten. En dan die schildpadden: er bleek er niet één te zitten, maar zeker zes schildpadden hadden dezelfde gedachte als die meervallen. Zo veel schik van een zak visvoer; wie had dat gedacht.

Kookcursus

In de namiddag stond er een kookcursus op de planning. We werden twee straten verder opgehaald bij een tandarts (niet voor Geertjes voortanden, maar toch écht voor de kookcursus). Ik was nog wat sceptisch, maar Geertje had er onwijs veel zin in en ik kan een hoop clichés in het verhaal gooien over vrouwen in keukens, maar gezien het aantal vrouwelijke lezers van de blog, laat ik die maar even achterwege.

 

Uiteindelijk bleek Geertjes zin mij ook in positieve wijze aangestoken te hebben. Met twee koppels (één Israëlisch koppel, en een koppel bestaande uit een Alkmaars meisje en een Canadees) en een zwangere vrouw uit het Franse eiland Reúnion in de Indische Oceaan (heel specifiek, maar een saillant detail) bezochten we eerst een overdekte markt waar onze gids Raatta ons van alles wijsmaakte over Thaise kruiden en gerechten. Ik kreeg er maar weinig van mee. Ik dacht dat ik thuis wel aardig in de keuken overweg kon, maar Geertje had hier duidelijk meer kaas van gegeten. Op de markt vonden we ook nog een verzameling gebakken rupsen, krekels en schorpioenen en hoewel ik in Nederland de grootste mond had en zei er wel één door m’n slokdarm te forceren, piepte ik wel anders toen ik ze in het echt zag. Ik heb nog iets meer tijd in Azië nodig om deze drempel over te gaan.

 

Toen we klaar waren op de markt en naar een boerderij (sehr schön) buiten de stad gebracht werden, werd het pas écht leuk. De eerste ronde maakten we een soep. Geertje een tom kha coconut milk soup, gebaseerd op kip, en ik een tom yam sour soup, gebaseerd op garnalen. Ik dacht dat ik wel tegen pittig kon dus ik mikte er een paar pepers in, maar ik kwam er al snel achter dat ik mijn eigen smaakpapillen schromelijk overschatte. Als tweede gerecht maakten we beiden springrolls, want och, wat zijn die loempia’s in Thailand gruwelijk lekker van smaak en het kan me bekoren dat wij ook behoorlijk goed in de buurt kwamen van het echte werk. We zaten al aardig vol en toen kwam gang drie waarbij Geertje een yellow curry en ik een massaman curry bereidde, maar die hebben we maar in een doggyback gedaan. Het toetje moest namelijk nog volgen: mango sticky rice. Een ongelofelijk populair Thais gerecht, maar eentje die ons nog niet echt kon bekoren op Koh Tao. En wat denk je? We vonden hem nu wel lekker! Hij was echt… nee geintje, hij was ons nog steeds veel te zoet. Was-ie te nassen? Dat wel, maar het gaat nu eenmaal niet onze favoriet worden. De kookcursus, een echte aanrader, al is het maar omdat je zo veel lol hebt met mensen die je nog niet eens vijf uur eerder hebt ontmoet.

Chang, Chang Chang

Een dag later moesten we vroeg in de benen. Om 7.45 stond er alweer een busje voor de deur om ons naar Chang Chill te brengen. ‘Chang’ is niet alleen een biermerk, maar het betekent ook nog olifant. Dat is hetzelfde wanneer er in Nederland dus een bierbrouwerij zou zijn die zijn eigen merk ‘Olifant’ noemt. Dat wordt wat, als je een rondje geeft in de kroeg. “Tien olifanten, voor de mannen in de hoek!” De avond ervoor werden we nog verrast door een nachtmarkt die de straten bij ons hostel decoreerde, straten die dezelfde dag nog platgereden werden door auto’s, tuk tuks en songthaews.

Olifanten zijn echt prachtige beesten, maar het verhaal erachter is ook zielig en triest. Op anderhalf uur rijden buiten de stad is Chang Chill gelegen en het reservaat huisvest vier olifanten en het zijn allemaal olifanten die op straat zijn gebruikt voor circustrucjes of voor ritjes op de rug en dat kan alleen wanneer ze vanaf de geboorte weggehaald worden bij de moeder en van jongs af aan niet altijd even netjes gedrild worden om tam te zijn. Het is dus best lastig om een goede tour te vinden, want wanneer je als toerist op olifanten mag rijden, ze mag wassen of ze zelfs al aan mag raken, dan moet er al een alarmbel gaan rinkelen om te weten dat je fout bezig bent.

Gelukkig zat dat er bij Chang Chill allemaal niet bij. In een prachtig stuk natuur gingen we eerst op zoek naar de olifanten en op het moment dat je zo’n beest voor het eerst ziet, dan gaat er toch wel een schok door je lichaam heen. Eerder in Namibië en Botswana hebben we ook al zo’n kolossen aanschouwt en hoewel de Afrikaanse olifant toch wel groter en imposanter is dan deze Indische variant, was er ditmaal geen 4x4 waarvan we het gaspedaal in konden trappen en linea recta weg konden racen. Gelukkig was dat ook niet nodig is, hoewel een van de honden van het nabijgelegen dorpje (lees: vier woninkjes) ternauwernood een flinke optater van de slurf van een van de olifanten wist te ontwijken. Gelukkig maar, want anders had er hond op het menu gestaan in plaats van rijst, ei en groente. Rond 13.00 kregen we de gelegenheid wat snacks voor de olifanten voor te bereiden. Geen Pringles of M&M’s, maar we braken wat bananen van een tros af en sneden stukken suikerriet fijn die de olifanten even later voor onze neus kwamen opeten. Het is bijna vernederend om deze units vlak voor je neus tekeer te zien gaan en je voelt je nietig in de schaduw van die beesten. Het meest interessante was nog wel hoe flexibel hun slurf was en hoeveel controle ze daarover hadden, want ze gebruiken die slurven net zoals wij onze armen gebruiken. En fantastische en onvergetelijke ervaring en Chang Chill is absoluut een aanrader om olifanten in Thailand op de juiste manier te mogen aanschouwen.

Het was zondag en in Chiang Mai is er iedere week op zondagavond een nachtmarkt. Op zaterdag hebben ze die ook (die bij ons in de straat) en omdat het er zo sfeervol was, was het natuurlijk een no-brainer om ’s avonds even een kijkje te nemen. Eerder zeiden we dat Chiang Mai als stad niet helemaal naar onze smaak was, maar vanavond bleek dat het juist de sfeer en de bedrijvigheid van de marktjes waren die Chiang Mai tot Chiang Mai maakten. Eén van Chiang Mais hoofdstraten was volledig omgetoverd tot een markt die haast geen einde kende. Na een halfuur één kant op slenteren, zagen we een plattegrond die aangaf dat we nét het midden van de nachtmarkt bereikt hadden.

Je kunt het zo gek niet bedenken, of ze hebben het wel hier op de nachtmarkt. Van ter plekke gelaste schaalmodellen van tuk tuks en houten varianten van voor ons bekende gezelschapspelletjes, tot hele kledingkraampjes en schiettentjes. Het is maar goed dat we lang wegblijven en dat we weten dat alles wat we kopen, misschien wel een jaarlang meegezeuld moet worden, want anders had onze portemonnee vandaag een flinke deuk opgelopen. Uiteindelijk hebben we de schade kunnen beperken tot een nieuw paspoorthoesje voor mij (met handgemaakte opdruk), een enkelbandje (helaas niet de variant die in zwaarbewaakte gevangenissen wordt uitgedeeld bij een volle misdaadbingokaart) voor Geertje, een bezoekje aan de schiettent en aan wat Thaise lekkernijen van een onwijs gezellige zijstraat vol met een grote diversiteit eetkraampjes wat we als ons avondeten van die dag lieten doorgaan. Even later ontmoetten we Rick en Iris weer, een koppel dat we eerder die dag bij de olifantentour al hadden ontmoet. Een Brabants koppel en toegegeven, het is toch altijd lekker en vertrouwd als je onverwachts de zachte g weer langs hoort fladderen. Met z’n vieren besloten we in een sportcafé de avond af te sluiten onder het genot van een cocktail waar we veel en veel te lang op moesten wachten (wachten loont, want die Amaretto Sour was voortreffelijk). Heel gezellig, maar helaas zouden Rick en Iris een dag later zuidwaarts gaan reizen, want zij hadden in hun vier weken durende vakantie alleen Thailand op de planning, waar wij rustig al aanstalten maakten om onze reis richting Laos voor te bereiden.

Dag vier in Chiang Mai bleek een rustdag te worden. Tot onze teleurstelling is de weg naar de Sticky Waterfalls gesloten door de hevige regenval van afgelopen dagen. De Sticky Waterfalls was wel verdorie een van de dingen waar we het meest naar uitkeken in Chiang Mai: een prachtige waterval met een kleiachtige ondergrond waardoor je ze kunt beklimmen! Bart en Inge en Sander en Linda hadden dat spektakel wel getrotseerd, dus wij bleken nét te laat… Ach ja, wie weet waren we er wel verongelukt en hebben we gewoon een engeltje op onze schouders zitten, net als met die nachttrein. You never know. Wel was, volgens de weersvoorspellingen, op onze tweede dag Chiang Mai de laatste dag dat de moessonregen (die zware tropische regenbuien) het noorden van Thailand (en Laos) zou teisteren. Oftewel, op de olifantendag zou de het regenseizoen min of meer voorbij zijn. En dat bleek: onze rustdag was een perfecte dag vol met zon om even een dagje orde op zaken te stellen. En daarnaast ook nog even te genieten van wat heerlijk Westers eten!

Ook besloten we om nog een nachtje Chiang Mai bij te boeken. Niet alleen omdat hier buiten de stad zo veel te doen is, maar ook omdat de bussen voor de ochtend naar Pai volgeboekt bleken en zo’n straf is het niet om hier nog een dagje extra zuurstof te verbruiken. We besloten de dag erna een scooter/motor te huren en naar Doi Suthep National Park, een nationaal park dat de moeite waard schijnt te zijn, te rijden, omdat de Sticky Waterfalls nog steeds afgesloten waren. Het rijden in Thailand is een compleet andere ervaring, zeker op een scooter/motor (vanaf nu wordt het gewoon ‘scooter’, want anders blijft het ook zo irritant allemaal). Chiang Mai mag weliswaar niet zo chaotisch zijn als Bangkok, maar het volledige centrum bestaat uit een netwerk van éénrichtingswegen en iedere scootterrijder/automobilist lijkt volledig lak te hebben aan iedere verkeersregel die in groep zeven ooit geleerd is. Het belangrijkste woord in die zin is ‘lijkt’, want in feite blijkt het Thaise verkeer gewoon één grote sociale bezigheid voor de bevolking hier. Hoewel zebrapaden iets weg hebben van de minimum leeftijd voor alcohol (er zijn regels, maar niemand houdt zich eraan) en ook verkeerslichten niet altijd het betrouwbaarste uitgangspunt blijken, is er één vuistregel waar iedereen zich keurig netjes aan houdt: let op de ander. Dat betekent dus ook: let absoluut niet op jezelf. Wil je van rijbaan wisselen? Niet kijken, gewoon doen. Wil je je scooter een vierbaansweg opgooien? Beetje gasgeven, de snelheid van het rijdende verkeer hoef je niet eens te matchen, maar gooit ‘m er gewoon op. Gewoon doen. En tijdens het rijden naar alles en iedereen kijken en in de gaten. Dat is de structuur in de verkeerschaos hier. Kijken naar de ander. Niet toeteren, gefrustreerd bumperkleven, maar gewoon continu op de anderen letten. En als je dat doet, baan je je ineens verrassend makkelijk een weg over de straten waarvan de strepen voor de joeks getekend staan.

Doi Suthep National Park

Doi Suthep National Park is overigens inderdaad de moeite waard. Eenmaal buiten de stad bracht een prachtige, bergachtige, slingerende weg je van hoogtepunt naar hoogtepunt. Op drie plekken stopten we. Eerst stopten we bij de Huai Kaeo Waterfall, een prachtig, rustig stukje aan het begin van de jungle waar we een korte, maar pittige wandeling bracht ons nog boven de waterval. En oh, wat is het heet. Het regenseizoen lijkt écht voorbij te zijn, de hele dag voelde als lopen in een draaiende magnetron. In de snel stromende beekjes onder de waterval mocht niet gezwommen worden, maar na het afdalen van de steile klim konden we het toch niet laten om ons even te trakteren op een douche van het heerlijk koele water.


De tweede stop was Wat Phra That Doi Suthep. Moeilijke naam, hé? Toegegeven, ik moest tijdens het typen drie keer van browsertablad wisselen om de spelling ervan te controleren, maar nu weet ik in elk geval zeker dat de spelling goed is. De eerste klim bij de waterval was al zwaar genoeg, maar we wisten dat deze tempel op één van de hogere heuvels in het nationale park nog 306 treden kende. Ik had een hemd aan en was dus niet proper genoeg gekleed volgens de boeddhistische normen en waarden, dus voorafgaand aan de klim had ik nog even een paarswit kleed (paars is echt mijn kleur) op de kop getikt voor een eurootje.

Gelukkig was de trap volledig in de schaduw te beklimmen, dus dat maakte de boel voor ons wat eenvoudiger. De trap zelf had iets intimiderends, maar dan op een mooie manier. Twee lange, Chinese, zevenkoppige draken flankeerde het begin van de trap en hun lange, serpentachtige lichamen begeleidde iedere trede tot de top, wat best een mysterieus effect op het geheel had. Sowieso merken we dat de tempels in het noorden veel meer Chinese invloeden hebben, te oordelen aan de daken van veel tempels en het aantal tempels hier dat door typische Chinese draken gedecoreerd wordt. Eenmaal boven werden we getrakteerd op veel boeddha’s, een illuster sfeertje, een prachtige gouden toren en een werkelijk fenomenaal uitzicht over Chiang Mai, waar we ons heerlijk aan konden vergapen. Leuk detail: boven speelden we even met de zoomfunctie van onze camera. Kijk maar eens op de foto’s, dat ding kan echt bizar ver inzoomen. Op de foto’s van het uitzicht kun je misschien wel een vliegveld ontwaren. We zaten te kijken of we misschien een vliegtuig op beeld kunnen krijgen en verrek, dat lukte ook nog. Behoorlijk scherpe shots, of niet? Die vliegtuig waren van boven met het blote oog niet eens te zien!


Onze laatste stop was Doi Pui viewpoint, geen plek waar we lang stopten, maar een plek waar we wel even genoten van het uitzicht over een klein bergdorpje. Daarna was het tijd om om te keren, want we hadden de scooter maar voor een dagje gehuurd en er lag nog een kleine twee uur voor de boeg om terug bij het Guesthouse te komen. Geertje kreeg het voor elkaar om tijdens de afdaling nog bijna achterop de scooter in slaap te dommelen (bijna acht keer zei ze), maar ik ben blij dat dat niet gebeurd is want de gevolgen daarvan waren moeilijk te overzien geweest denk ik zo. Na veilig genavigeerd te hebben door de spits in Chiang Mai, hebben we nog wat gegeten en zijn we nog één laatste keer door de stad gebanjerd. Morgen met een klein busje de route van meer dan 800 bochten naar Pai afleggen. Chiang Mai puur en alleen als stad viel ons, toch wel een beetje onverwachts gezien de grote hype, een tikkeltje tegen, maar de activiteiten die rondom de stad te doen zijn, maken dat toch echt wel dubbel en dwars goed.

Reactie plaatsen

Reacties

Marianne
2 jaar geleden

Wat heerlijk dat jullie zóveel dezelfde interesses hebben en dat het energieniveau op gelijke hoogte ligt! Zolang je maar niet té overmoedig wordt door op de scooter in slaap te sukkelen!!! Is het een idee om op een van die schattige markten een riem te kopen om Geertje aan jezelf vast te binden? Blijf gezond en pas goed op elkaar.

Niels en Geertje
2 jaar geleden

Dat klinkt wel goed, maar we hebben nu afgesproken dat wanneer we gaan scooteren, Geertje me gewoon even op de rug tikt als ze wat moe wordt, waarna we even stoppen om te pauzeren. ;) Moet ook wel lukken toch?

Anita
2 jaar geleden

Wat een geweldig mooi verhaal weer, en ja hoor de foto's spreken voor zich. Prachtig!
Ik ben blij dat de engeltjes een goede bijdrage (tot nu toe) hebben geleverd. Dus Geer, er wordt niet geslapen op de scooter!

Niels en Geertje
2 jaar geleden

Thanks. :) Dit is gisteren helemaal goed gekomen, wakker gebleven op de scooter!

opa en oma
2 jaar geleden

Wat een verhaal weer...bijna niet te bevatten wat jullie allemaal meemaken! Ook de foto's zijn prachtig...we genueten enorm! Blijf wel voorzichtig allebei...tot snel weer. Liefs uit Vianen 😍😍

Iris en Rick
2 jaar geleden

Het was super gezellig om jullie te leren kennen! We wensen jullie samen nog een prachtige reis vol goeds! En hopelijk spreken we over een jaar een keertje af om onder het genot van een brabants bavariatje jullie verhalen aan te horen😉
Heel veel liefs😘

Niels en Geertje
2 jaar geleden

Dat moet wel loslopen, die houden jullie tegoed!

Sam
2 jaar geleden

Super leuk weer maatjes!!

Niels en Geertje
2 jaar geleden

😘❤️❤️

Margriet
2 jaar geleden

Ik kreeg van Anniek de tip om mee te gaan lezen.
Geweldig om jullie avontuur te mogen volgen, al worden we wel een tikkie jaloers.😉
Veel plezier samen en we lezen graag mee.

Niels en Geertje
2 jaar geleden

Heel leuk dat jullie mee lezen! We hopen dat de jaloezie de overhand niet neemt en dat het vooral bij plezier blijft! :)