Dag twee. Oké, we hebben een Istanbulkaart, we weten hoe het ov werkt, we hebben een hoofddoek, we hebben keuzes gemaakt in de ontelbare bezienswaardigheden die de stad rijk is, dus op dag twee kunnen we écht op pad. Meters maken, geldt vandaag het devies.
En dat doen we. We nemen een koffietje bij dezelfde koffietent als waar we een dag eerder koffie dronken, waar ik 'like a local' aan de Turkse koffie ga en Geertje al bij het ochtendgloren toegeeft aan de hitte en voor een ijskoffie kiest. We vervolgen onze route en staan weer op het Sultanahmetplein en binnen tien minuten staan we weer tussen die twee moskeereuzen: de Ayasofya en de Blauwe Moskee. Hoewel die eerste historisch meer waarde heeft de bekendere is van de twee moskees, kiezen we er toch voor om de Ayasofya links te laten liggen en de Blauwe Moskee in te gaan. Er is zó ontzettend veel te doen en te zien in Istanbul, dat we voor één van de twee in plaats van beide kiezen. Waarom de Blauwe Moskee? Mooier van buiten en gratis entree. Oh ja, en zodra Geertje iets blauws ziet, is ze tot over haar oren verliefd. De Blauwe Moskee dus en een teleurstelling krijgen we niet.
De Blauwe moskee
Ik doe Geertjes nieuwbakken witte hoofddoek bij haar om. Niet het meest flamboyante hoofdstuk uit Geertjes leven, maar een hoofddoek is nu eenmaal verplichte kost in een moskee. De binnenkant is prachtig en de details van het gebouw zijn indrukwekkend en adembenemend. Rustig dwalen we rond, vergapen we ons aan de architectuur en zien we mensen bidden, als er plots een man met 'free guide' op zijn shirt op ons af komt lopen en ons een gratis rondleiding aanbiedt. Daar zeggen we geen nee tegen en de vriendelijke, praatgrage meneer leidt ons door de moskee. Hij vertelt wat interessante informatie (de plaatsing van de zuilen is bestand tegen aardbevingen, wat goed is omdat de verwachting is dat hier voor 2090 een enorme aardbeving plaats gaat vinden), alvorens hij ons begint te vertellen over het geloof. En dan wordt het pas echt interessant.
Het verhaal van de man snijdt hout. Niet dat we gelovig zijn of iets wat in de buurt komt, maar over het algemeen is godsdienst best wel logisch zodra je bedenkt dat mensen met een gebrek aan kennis toch ergens antwoorden op willen zoeken. Maar dan wel 1000 jaar geleden en niet in het jaar 2025. Ik zeg het de meneer ook: 'je verhaal is geen tang die op een varken slaat'. Dat varkensvlees haram - en dus verboden - is in de islam, maakt even niet uit. 'Nou,' zegt de beste meneer, 'dan hoef je alleen maar even het oorspronkelijke Arabische gebed op te zeggen.' Ach, wat zou het, denken we en in de snelheid van het moment papegaaien we onze gids na, die dat gebed in het Arabisch opdreunt. 'Gefeliciteerd!' zegt de man vrolijk na het formaliteitje, 'jullie zijn nu moslims!'
Wat? Moslims? Voordat we het weten gidst de gids ons naar een ander kamertje. Een cadeautje had-ie voor ons, had hij ons vertelt. Binnen secondes komen er een paar Turken binnen waarvan de mannen ons de hand schudden en de vrouwen ons met een hand op de borst begroeten. Leuzen als 'welcome to the family' en 'you now have friends in Istanbul and everywhere in the world' vliegen ons om de oren. Wat blijkt: we hebben zojuist het doopgebed van de islam opgedreund! Dat was niet helemaal de bedoeling... Niet veel later krijgen we een Nederlandse vertaling van de Koran in de handen geduwd en een werk waarin de oerknal vanuit de islam verklaard wordt, behoort plotsklaps ook tot ons boekenrepertoire. De mensen om ons heen zijn zo blij, dat we ons bezwaard voelen om te zeggen dat het allemaal een vergissing is, dus we spelen mee en op de vraag hoe we de islam in ons dagelijks leven gaan implementeren, geven we twijfelachtig het antwoord dat we dat stapsgewijs gaan doen. Even later maken we ons wel uit de voeten, want de man vraagt ons mee te gaan naar het middaggebed en even later nodigt de groep ons uit voor de lunch, maar dat zal uiteindelijk alleen maar meer ongemak opleveren. 'We hebben al afgesproken om met wat anderen te gaan lunchen', vertel ik maar en niet veel later staan we buiten. Wat. Is. Hier. Gebeurd?
Zonder het door te hebben en nog vol adrenaline van wat er zich zojuist heeft afgespeeld, lopen we het Sultanahmetplein op en lopen we langs een van de kraampjes en bestellen we een tosti met salami en een hotdog. Lang heeft onze eerste zonde dus niet geduurd.
Galatatoren
Nog steeds van ons á propos van die ochtend, zetten we koers naar bestemming nummer twee van de dag: de prachtige Galatatoren die aan de andere kant van de Gouden Hoorn ligt. Niet de Bosporus dus, maar de rivier die het noorden van het Europese deel van Istanbul van het zuidelijke gedeelte scheidt.
De Galatatoren is wel het meest schilderachtige plekje dat we in Istanbul gezien hebben. Op de top van een heuvel in het prachtige wijkje Karaköy waar de ene na de andere hippe koffietent je om de oren vliegt, doemt daar opeens de massieve Galatatoren, die wel perfect cirkelvormig lijkt, op. In plaats van de toren te beklimmen (wederom 50 euries), besluiten we één van die koffietentjes in een smal zijstraatje te bezoeken om vanuit daar dit prachtige bouwwerk te bewonderen. Een goede besteding van onze lira's: dit is prachtig.
Kruidenbazaar
Halverwege de middag zetten we koers naar de wijk Balat, maar niet voordat we de kruidenbazaar hebben bezocht, die we weer ten zuiden van de Gouden Hoorn in de wijk Eminönü kunnen vinden. Istanbul staat onder andere bekend om de vele overdekte bazaars en de kruidenbazaar is daar eentje van. We kopen vandaag niks, maar geven onze ogen goed de kost aan de ontelbare verschillende kruiden en brouwsels die hier verkocht worden. En we gaan even plassen, in ruil voor een ijskoffie en een bubbelthee (moet je ook een keer geprobeerd hebben) op een terras. Hoogtepunt trouwens: een straatkat veranderde mijn rugzak in een zitzak. Scrol maar naar de foto's: schattig hé?
Balat
Iets verder westwaarts ligt Balat. Geen plek waar continu latje-trap wordt gespeeld, maar een wijk waarin ieder huis een andere felle kleur gekregen heeft. Het is maandag en dus is het lekker rustig in de wijk en zijn de restauranteigenaars maar wat blij om ons te zien. De ene na de andere wimpelen we af, zelfs op het moment dat er bij een wel héél leuk restaurantje 'beer, beer' in onze oren gefluisterd wordt.
We komen hier vooral om een regenboogkleurige trap te zien. Ja, een regenboogkleurige trap, want als je Geertjes hart wil stelen, dan hoef je alleen maar een willekeurig(e) object/plek in allerlei verschillende vrolijke kleuren te schilderen. Het is dan ook niet gek dat Geertje helemaal verliefd is op Balat. De trap zelf bleek niet zo heel bijzonder en dat zal Geertje ook beamen. Waar Balat vandaag rustig is, is de trap de honing en zijn de toeristen de bijen. Of bijen... eigenlijk maken bijen honing, hé? Goed, je snapt de vergelijking.
Enigszins teleurgesteld strompelen we weer weg, maar dan begint dat stemmetje weer in ons hoofd: 'beer, beer'. Niet veel later zitten bij die vorige meneer op het terras en tikken we ieder drie goudgele rakkers in uit de kluiten gewassen blauwe koffiekoppen weg. Heerlijk: Balat is ook te gezellig en kleurrijk om maar zo kort te blijven.
Afsluiten
We frissen ons thuis nog even snel op en lopen het hotel uit om weer heerlijk Turks te eten. Die Turken: wat kunnen ze toch koken! Geen enkele maaltijd valt tegen en iedere keer als je ergens gaat zitten, weet je gewoon zeker dat je een halfuur later een gerecht op je bord hebt waar je je vingers bij aflikt. Goed gevuld duiken we nog even Sultanahmet in. Gisteren hadden we een tentje gevonden met een halve liter voor 120 lira (nog geen 2,50 euro) en dat laten we ons niet ontzeggen. Moe maar voldaan gaan we aan zo'n tafeltje zitten waarvan de bekleding van tafels en stoelen zo'n karakteristiek tapijtje is en sluiten we dag twee tevreden af met een biertje en een spelletje. Istanbul zijn we nog lang niet beu.
Reactie plaatsen
Reacties