VIP Bus naar Cat Ba. Klinkt lekker hé? Viel tegen. Bussen kiezen in Vietnam is net een muntje opgooien; kop? Een goede bus. Munt? Er staat een verschrikking op je te wachten. Deze keer hebben we munt. Geen airco in dit exemplaar en eigenlijk was de bus gewoon een soort oude schoolbus met stoelen die ook op maat waren gebouwd voor schoolkinderen. Nou ja, de gemiddelde Vietnamees komt in Nederland natuurlijk niet boven het fornuis uit, dus misschien is het iets waar alleen West-Europese reuzen zoals ik zich om kunnen bekommeren. Geertje zat namelijk prima. Wat een verrassing. Gelukkig is het tripje van Hanoi naar Cat Ba maar drieënhalf uur en weet ik me hoe dan ook prima te vermaken. Zodra we eenmaal in Ha Long zijn, nemen we een ferry naar het eiland en als we uit de bus stappen en op het dek staan, wanen we ons net in Den Helder, alsof we net op de veerboot naar Texel gestapt zijn. Alleen dan wel eentje uit het jaar 1990.
In de vorige blog vertelde ik dat deze locatie er een is die bij mij hoog op het verlanglijstje staat en aangezien Sinterklaas in het land is en ik de schoen netjes gezet heb, kan de Sint niet anders dan mijn wens in vervulling te laten gaan. Cat Ba is namelijk een eiland dat door veel mensen als uitvalsbasis wordt gebruikt voor het verkennen van de magische Ha Long Bay. Daar gaan we heen, maar daar wordt de volgende blog pas aan gewijd, dus deze staat even in het teken van het verkennen van het eiland zelf.
In de namiddag arriveren we al bij onze homestay voor de komende drie nachten: Cat Ba National Park Homestay, een fantastisch guesthouse in een klein dorpje een paar kilometer buiten Cat Ba Town, en met dit heuse miniresort hebben we voor 4,50 per persoon per nacht toch weer een prachtig pareltje te pakken. We worden hartelijk begroet door drie honden en Gekko. Niet een gekko, maar Gekko, de naam van de jongeman die verantwoordelijk is voor het voortbestaan van deze homestay. Het woord ‘homestay’ geeft de indruk dat je bij een local op de bank slaapt en ’s avonds aanschuift bij het eten dat door moeder de vrouw zelf bereid wordt, alvorens je uit respect alle Boeddhistische rituelen lichtjes ongemakkelijk mee scandeert, maar niets is minder waar: ieder guesthouse dat ook maar een beetje buiten een stads- of dorpscentrum ligt, krijgt zonder enige moeite het etiket van ‘homestay’ op geplakt. Dat is niet iets Aziatisch, maar puur iets Vietnamees, want in Laos of Thailand zijn we dit fenomeen nog niet tegengekomen. Desondanks mag dit de pret niet drukken en hoewel voor Geertje de rattenvilla in Luang Prabang en de Wualai Boutique in Chiang Mai (fantastisch plekje, te weinig credits gegeven) qua overnachtingsplekken nog superieur zijn, is Cat Ba National Park Homestay voor mij de nieuwe nummer één. Een fantastische host in Gekko, drie lieve hondjes (waarvan de kleinste – en de leukste – door ons Fluffy wordt genoemd), een zwembad, een tuin met kinderglijbanen, hangmatten en beeldjes, een prettige gemeenschappelijke ruimte en overal kleurrijke verlichting. En een lekker bed. Ook niet geheel onbelangrijk.
’s Avonds eten we bij een Vietnamees om de hoek, op aanraden van een medewerker van de bus die ons voor Cat Ba National Park Homestay dropte. Niet helemaal zonder toeval bleek de jongen daar ook te wonen en dat moest de reden zijn dat hij ons het tentje aangeraden had, want het eten zelf scoorde niet veel hoger dan een zes. Nog steeds voldoende, want de eigenaar voelde zich de koning te rijk toen we aan kwamen wandelen en zorgde voor een fantastische, vriendelijke en leuke service. Gedurende het hele avondmaal is er niet één van de andere stoelen bekleed geweest met de kont van iemand die trek had in een maaltijd en misschien verklaart dat waarom wij de enigen waren die daar zaten, maar deze familie verdient wel een extra zakcentje.
Even bijtanken
Cat Ba National Park Homestay vormt het decor van onze uitrustdag wanneer we wakker worden. Weer zo’n pragmatische naam, vind je niet? Een homestay gelegen nabij het National Park op Cat Ba. Hanoi was geen plaats om ziek te zijn, maar onze homestay op Cat Ba is dat gelukkig wel. Ik heb al beschreven hoe onze homestay eruitzag en hoewel we vandaag het zwembad niet gebruikt hebben vanwege de regen en de temperatuur die te laag was (waar we gisteren op de veerboot van Den Helder/het vasteland naar Texel/Cat Ba nog de zon uit gingen om een verbranding te voorkomen), is een dagje vertoeven in de gemeenschappelijke ruimte van Gekko’s homestay en even bijkomen van de dagen dat we ziek geweest waren, geen enkele straf. Bovendien bleek Fluffy totaal niet mensenschuw te zijn en hebben we er voor de komende dagen een nieuwe, trouwe hondjesvriend bijgekregen.
’s Avonds komen Guus en Sophie ook aan op Cat Ba en zijn we dus maar voor korte tijd gescheiden geweest. Het plan om Cat Ba met z’n vieren te verkennen is dus een voor de hand liggende. De stichting is weer bij elkaar. Of de bende van ellende. Of net welke andere verschrikkelijk afgezaagde naam waar je nekharen meteen overeind van gaan staan je ook kunt bedenken die groepen gebruiken om zichzelf te omschrijven, waarna je weet dat zo’n groep volledig losstaat van alle realiteit en zich gezelliger, gekker en bijzonderder waant dan iedere ander groepje ooit. Noem jezelf geen ‘stichting’ of ‘bende van ellende’, want dan verlies je sneller je geloofwaardigheid dan dat de gemiddelde ‘Teen Mom’ deelneemster haar maagdelijkheid verliest.
Het weerzien was natuurlijk weer als vanouds gezellig. Sophie en Guus hebben de Ha Giang Loop gereden. Die bestemming hebben wij overgeslagen en daarom zitten we nu al met ze in Cat Ba. Na de Vietnamees van gisteren is het nu alweer tijd voor een goede burger en een steak voor Geertje en dus zetten we koers richting een witgekleurd restaurant. Ene Roel sluit aan: een jongen die zijn creditcard en autosleutels in Ha Giang is kwijtgeraakt en om die reden met Geertje (wij zijn daar niet eens geweest) in contact is gekomen, waarna Geertje Sophie en Guus ingeschakeld had om in Ha Giang op zoek te gaan naar zijn verloren attributen. En met succes: Roel heeft zijn spulletjes terug en bij etenstijd sluit Roel even aan. Prima kerel, want omdat dit - voor de buitenstaander ondoorgrondelijke - spinnenweb aan digitaal contact ervoor gezorgd heeft dat Roel zijn sleutels en zijn creditcard weer in bezit heeft, besluit hij ons allemaal het diner cadeau te doen. Roel, grote vriend, jij mag vaker aansluiten. Bel ons als je je spullen weer in Cat Ba laat liggen, oké?
Even daarvoor hebben Geertje en ik een massage gedaan. Negen eurootjes voor een uur lang full body: we gingen er maar eens lekker voor liggen. Geertje heeft relaxt gelegen, maar ik ben er wat minder goed vanaf gekomen. Het was niet de massage (wel veel te zacht in mijn beleving), maar het was m’n neus die me parten speelde. Pas op: met een zwakke maag kun je de volgende alinea beter even overslaan.
Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar als ik ziek ben, dan snotter ik daarna altijd nog een weekje of iets dergelijks. Het is niet heftig, niet super storend. Af en toe haal je een keer je neus op en that’s it. Eén keer deed ik dat wat te hard, op het moment dat de masseuse met mijn voeten in de weer was, waardoor ze bedacht dat ik het misschien wel fijn vond om wat vloeistof naar binnen te snuiven. Dus dat deed ik. Weten jullie nog dat Australië een jaar of vier terug geteisterd werd door enorme bosbranden? Het voelde nu alsof dat tafereel zich in mijn neusholtes ontvouwde. Branden, branden, branden! Ik denk dat wel twintig tranen zich een weg over mijn wangen baanden, terwijl de masochist die ook voor mijn masseuse doorging, mijn voeten weer in handen nam. Toen een minuut of vijf later mijn lichaam het brandje begon te blussen, werd alles wat vastzat in mijn neus opeens vloeibaar: mijn hele neusholte zat bomvol kleverig, plakkerig snot. Oké, geen punt, ik zou wel door mijn mond gaan ademen. Even later was mijn rug aan de beurt. “Omdraaien,” zei de masseuse, maar dan in het Vietnamees en toen ik mijn gezicht door dat gat bij het hoofdeinde stak en met mijn gezicht naar de vloer keek, begon de smeerboel pas echt: de wet van de zwaartekracht nam alle touwtjes in handen. Mijn neus veranderde in een waterval en de ene na de andere slijmsliert viel uit mijn neus op de grond. Ademen door de neus behoorde nu echt niet meer tot de opties en toen ik een kwartier later klaar was en ik me uit die gezichtsopening van de massagetafel loswrikte, leek mijn gezicht op dat van een dreumes die je net een lepel en een pot Nutella gaf, maar ik hoef je niet te vertellen dat hetgeen wat op mijn gezicht zat, geen Nutella was.
Cat Ba: het eiland
Een dag later is het weer nog steeds niet best. Het is zelfs nog kouder dan een dag eerder, maar het is in elk geval weer droog, maar desondanks oordelen we dat de ochtend te koud is om een scooter te huren. ’s Ochtends chillen we dus buiten onder de bank met Fluffy op schoot en rond het middaguur komen Guus en Sophie de plak opgejaagd waarna we met z’n vieren het eiland gaan verkennen per scooter. Eigenlijk wel sneu: van alle dagen die we samen hebben gehad, hebben we welgeteld één dag echt lekker weer (oftewel, zon) gehad en dat was tijdens de trekking in Sa Pa, wat overigens wel weer een gunstige dag is om de stralen van de zon op je huid te voelen. We hebben er een beetje pech mee, maar aangezien Guus en Sophie hier maar een maandje zijn en Guus' kuiten nog net zo veel op melkflessen lijken als twee weken geleden toen we elkaar voor het eerst weer zagen, is dat voor hun een harder gelach dan voor ons. Het is nog vrij koud in Vietnam tot nu toe, maar ja, na regen komt zonneschijn, hopen we maar.
Overigens zouden Geertje en ik vandaag zo een modeshow kunnen winnen. Geertjes outfit kan nog door de keuring, maar ik draag vier verschillende kleuren blauw (een broek, een shirt, een trui over het shirt en de hoes van de camera) wat er niet uitziet, maar wat onze outfit echt ridicuul maakt zijn de twee Pikachuhelmen die we dragen. We hebben onze scooters bij Gekko gehuurd en Gekko heeft een heel repertoire aan Pikachuhelmen in de vitrines liggen. Wees gerust: dit is gewoon een modeflater waar we niet aan konden ontkomen.
Hospital Cave
Na ruim 110 meter gescooterd te hebben (stop 1 lag om de hoek) komen we aan bij de Hospital Cave. Weer zo’n ongekend functionele naam die precies weergeeft wat we precies te zien gaan krijgen. Hospital Cave is namelijk een grot waarin een ziekenhuis gebouwd is. Wat een verrassing, maar met een ziekenhuis gebouwd in een grot heb je toch wel een bijzonder concept te pakken. Tussen 1963 en 1965 is er in deze grot met behulp van de Chinezen een ziekenhuis gebouwd dat tot 1975 (einde van de Vietnamoorlog) in gebruik is geweest. Dat was best wel handig. Onder bescherming van een paar lagen beton en een grot ben je natuurlijk een stuk veiliger voor bombardementen en zoals we nog van Laos weten, schroomden de Amerikanen niet om een bommetje meer of minder op dit stuk van de Aarde te deponeren. De Hospital Cave was dus een bijzonder welkome toevoeging voor de Vietnamezen tijdens de oorlog.
Binnen voel je meteen hoe het in die tijd geweest moet zijn: er staan bedden in de kamers waar gewonde soldaten konden uitrusten en ruimtes die als operatiekamers dienden. Ook zie je de keuken, de eetzaal en de vergaderruimte. Die vergaderruimte was op de grote slaapzaal na de grootste kamer op de onderste verdieping. Een beetje vreemd: dan heb je zo’n fantastisch concept bedacht in de vorm van een geheim ziekenhuis en dan gebruik je de op één na grootste ruimte om je vergaderingen in plaats te laten vinden. Ken je prioriteiten. Op de tweede verdieping bevindt zich een grote, open ruimte die de taak van oefen- en trainingsruimte lijkt te bekleden en er leidt nog een trap naar een derde verdieping, maar die is, waarschijnlijk om veiligheidsredenen, afgesloten. Je voelt meteen hoe het was om in die tijd een Vietnamese soldaat te zijn, maar de eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat de ruimtes wat karig aangekleed zijn en er toch niet zo heel veel aandacht aan dit grotmuseum is besteed. Gemiste kans, maar desondanks de moeite waard om er voor een paar briefjes dong een kijkje te nemen.
Trung Trang Cave
Trung Trang Cave klinkt als een liedje van de Tweenies, maar niets is minder waar: Trung Trang Cave is namelijk een grot die bijna precies in het midden van Cat Ba ligt. Trung Trang zal ongetwijfeld een compleet logische naam hebben die totaal niets aan de verbeelding overlaat (als het iets van 'grot in het midden van het eiland' betekent, dan breekt mijn klomp), maar van vertalen op Translate word ik niet veel wijzer. Trung Trang Cave is gewoon een grot en niet meer dan dat. Trung Trang Cave biedt ons een leuk wandelingetje en hier en daar moeten we onze lichamen in kromme bochten buigen om de krapte die de grot soms kent goed het hoofd te kunnen bieden. Wat deze grot vooral de moeite waard maakte, is het tentje met heerlijk knoflookbrood en ijskoude, fruitige smoothies dat ons bij het verlaten van de grot verwelkomt.
Cat Ba National Park
Cat Ba National Park: the Main Event of the Afternoon. Een kilometertje verder beklimmen we – alvorens we Linn plotsklaps tegen het lijf lopen – een berg in het Cat Ba National Park. Blijkt toch wel een pittig klimmetje te zijn: een halfuur lang is het op enkele meters na louter bergop. Met activiteiten als deze is het ontbreken van de tropische zon dan weer niet zo erg, want zelfs zonder die zon is het zweten geblazen en staan de kuiten na het bereiken van de top op hoogspanning. Op de top is het weliswaar druk, maar de 360-gradenuitzichten zijn het meer dan waard.
We scooteren nog even door naar de noordkust van Cat Ba. Onderweg zijn we getuigen van prachtige rotsformaties, een schattig dorpje en vooral heel veel groen. Vietnam is dichtbevolkt, maar op Cat Ba merk je dat niet zo zeer. De laatste kilometer kenmerkt zich door een kustlijn en we zijn hier maar om één reden heen gereden: onszelf alvast een voorproefje geven op Ha Long Bay, de baai die we morgen gaan ontdekken.
Vlak voor zonsondergang zijn we terug bij Gekko en Fluffy en na het omkleden trekken Geertje en ik dezelfde conclusie: het is koud. Als we buiten lopen, is het alsof we in de onderbroek in Alaska staan en hoewel het feitelijk 16 graden is, zijn we natuurlijk al twee maanden lang getrakteerd geweest op tropische temperaturen. Dat is voor deze twee verwende reizigers toch even schakelen. Zelfs dikke truien en lange broeken zorgen niet voor warmte, dus pakken we snel de taxi naar Cat Ba Town (de plaats op Cat Ba, weer zo origineel). Men zegt dat het eiland Cat Ba een veel leukere plek is om te overnachten dan het op het vasteland gelegen Ha Long. In Ha Long zijn we natuurlijk niet geweest, maar Cat Ba Town is nou ook niet per se om over naar huis te schrijven en buiten een paar gezellige en knus uitziende restaurantjes, schreeuwt dit plaatsje ook niet om helemaal plat bezocht te worden. Desondanks ligt er wel een heel gezellige avond voor de boeg.
Bij het restaurant waar we zitten – met een klantenbestand zo wit als een gestucte muur – maken we weer een paar burgers soldaat en lopen we onze grensovergangbrigade tegen het lijf. Preston, Miia en Linn zien we buiten zitten en waar Guus en Sophie na het eten een massage tot hoogste prioriteit bombarderen, sluiten wij bij onze buitenlandse vrienden aan. Adam zit in Ha Giang en heeft het kwartet verlaten, maar de Amerikaanse Joe, de Ierse Claire en Jonas (nationaliteit onbekend, maar die gaan we allemaal nog wel vaker zien schat ik zo) zijn aan het repertoire toegevoegd. Guus en Sophie sluiten nog even aan na de massage, maar kiezen er snel voor om naar bed te gaan (geen slecht idee, want Sophie kwam al pontificaal gapend aan gewandeld) en duiken wij nog even de kroeg in. Joe delft al snel het onderspit en wordt struikelend naar huis gebracht. Geertje speelt wat tafelvoetbal met Preston, maar die geeft bij een 8-1 achterstand op (‘There’s no fuckin’ table football down under, aye’), waarna ik het overneem, terugkom tot 9-9 en met een eigen doelpunt van de keeper alsnog met 10-9 verlies. “Zie je wel dat ik beter ben in tafelvoetbal!” roept Geertje. Die is compleet losgeslagen van de realiteit, maar ik gun haar haar momentje van euforie.
Een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen, maar aangezien wij dat al zo’n vijf keer gedaan hebben, besluiten we wijs om ons geen zesde keer aan die steen te stoten en liggen we op tijd in bed. Morgen beginnen we aan dé klapper van deze regio: een cruise met overnachting over de magische Ha Long Bay.
Wat moet je wél doen?
- Cat Ba National Park Homestay. Wat mij betreft een van de leukste plekken om te overnachten. Niet alleen in Cat Ba, zelfs niet in Vietnam, maar in heel Zuidoost-Azië. Gekko is een fantastische, vrolijke, toegankelijke en behulpzame host. En Fluffy? Oh man, we worden al verdrietig zodra ik alleen maar denk aan het gemis van deze lieve hondjesvriend...
- Een cruise door Ha Long Bay. Huh? Maar Niels, daarover heb je niets verteld in deze blog? Klopt, klopt, maar lees dan maar even de blog over Ha Long Bay (druk hieronder op 'volgende').
Wat moet je níét doen?
- Het... eiland? Eigenlijk is er niet echt iets wat we aanraden om hier niet te doen, maar ook niet zo veel waarom je hier wel naar toe zou moeten gaan. Cat Ba wordt geadverteerd als dé uitvalsbasis voor de Ha Long Bay, maar het eiland zelf is eigenlijk niet zo heel erg bijzonder. Gewoon een beetje 'meh'. Wil je Ha Long Bay zien? Voor Cat Ba National Park Homestay kun je naar het eiland, maar verder zijn er genoeg redenen om zelf even op onderzoek uit te gaan en een plek elders als uitvalsbasis te kiezen.
Reactie plaatsen
Reacties
Leeeuk te lezen maatjes ❤️❤️
Ook leuk dat je nog meeleest moatn! ❤️
Godsamme, denk je een minder lang blog te hebben, is het nog een avondvullend programma!
En gatver Niels, met je snot. Ik hoop wel voor je dat het geholpen heeft.
Het kan ook in Vietnam blijkbaar niet gek genoeg. Ik had het nog niet gezien op de foto, maar de Picachu helmen zijn echt grandioos, en dan al helemaal met het shirt Oké. Doei. daar weer onder :)
En mocht je een geoefend 'kromme bochten winnaar' zoeken, zie daar Geertje!
Die Trung Trang Cave moet voor haar appeltje eitje zijn geweest met haar scoliose :P
KEEPERTJEEEEEEE!!! Eigen doelpunt, het lijkt Vianen Vooruit wel :P
Mooie blog weer. Ik ben 'bij' en zie weer uit naar de volgende.
Dikke kus -X-
Heel scherp waargenomen! De 'Oke. Doei.' zat daar ook onder verstopt. Fifty Shades of Blue!