Ha Long Bay - Een parallel universum

Gepubliceerd op 20 november 2023 om 02:14

Wij hoeven geen luxe. Absoluut niet. Sterker nog, om lekker ‘down to earth’ te leven en wat meer minimalistisch de dagen door te brengen vinden we leuk en zorgt ervoor dat je het kleine genot des levens meer waardeert. Toch houdt iedereen ervan om af en toe eens in ongegeneerde luxe te leven. Echt, iedereen. Tuurlijk heb je van die mensen die zeggen dat ze dat nooit willen, maar dat is gewoon niet waar. Dan heb je een chronisch aandachttekort. Dat zijn dezelfde mensen die zeggen dat Dipsy hun favoriete teletubby is. Leuk hoor, maar niemands favoriete teletubby is Dipsy, want iedereen weet gewoon dat Po de onbetwiste eindbaas is. Dat zeg je dan alleen maar om op te vallen, om even anders te zijn. En zo is dat ook met luxe. Ook al geniet je van het minimale; iedereen wil zichzelf af en toe even kietelen.

Dat doen we met deze cruise. Als je Vietnam googelt, is Ha Long Bay een van de eerste zoekresultaten die gegeven wordt. Ha Long Bay is een prachtige baai in de Golf van Tonkin tussen Cat Ba en het vasteland en om het eiland Cat Ba heen. Wat maakt die baai zo bijzonder? In het blauwgroene water steken zo’n 1600 eilanden recht omhoog uit het water en vormen een buitenaards mooi landschap. Voor het eerst sinds tijden hebben we in Vietnam te maken met een niet zo voor de hand liggende naam: Ha Long Bay betekent namelijk ‘de baai van de duikende draak’ en het fabeltje waarop dit gebaseerd is, gaat over een draak (zo’n lange, serpentachtige variant uit de Oosterse mythologie) wier lichaam de verschillende puntige, onbegaanbare eilanden vormt. Natuurlijk moeten we dat niet voor waarheid aannemen, dat snap je ook wel, want in feite zijn de prachtige rotsen het resultaat van de wind, de regen en de golven. Weer zo’n eeuwenlang natuurlijk proces dat hier ongestoord z’n gang heeft kunnen gaan.

Op de dag dat we vertrekken, zijn we een grens gepasseerd. Geen landsgrens, maar we zijn alweer twee volle maanden van huis! Waar blijft de tijd? Knip nog een keer in de vingers, zet nog een bakje koffie en we zijn weer terug in Nederland. Guus en Sophie hebben de tweedaagse cruise door Ha Long Bay geregeld via hun hotel en dus zijn we overgeleverd aan het plan van de Vietnamese hoteleigenaar en dat plan is geen simpele wandelroute, maar een plan met heel veel schakels. Als dat maar goed gaat.

Het begin is er in elk geval. Om precies 8.15 pikt een taxichauffeur ons op, waarin Guus en Sophie de slaap nog uit hun ogen wrijven, en niet veel later staan we op de pier van Cat Ba, waar de tickets voor de overtocht al voor ons geregeld worden. En ja, als je tickets hebt, sta je even later natuurlijk ook gewoon op de veerboot die ons naar Ha Long brengt. Op de boot is het koud. Niet zo koud als een dag eerder, maar toch blijkt een truitje geen overbodige luxe en baal ik dat ik een van m’n vele korte broeken vandaag een kans heb gegeven. Ik heb ook niet bijster veel keuze, want de enige lange broek die ik bij me heb, heb ik al drie keer aangehad sinds de laatste keer dat ik 'm gewassen heb, omdat het elke keer te koud is en er dus geen ruimte is om het stuk stof een dag te missen voor een spotgoedkope laundry-service.


Ook in Ha Long blijkt het plan van Guus en Sophies hoteleigenaar nog vlotjes te lopen. Eén taxichauffeur weet dat wij het doelwit zijn van zijn ochtend en hij brengt ons meteen naar het opstappunt voor de tweedaagse cruise. Mijn god, het lijkt wel of we qua punctualiteit opeens niet meer in Vietnam zijn. Is dit wel Azië!? Gezien de gemiddelde lengte van de lokale bevolking in het stadje, de huidskleur, de ogen en de taal, durven we te zeggen dat we nog steeds in Azië zijn en voor we op de boot stappen, hebben we nog ruim de tijd om even te lunchen, dus doen we dat maar.

Na een paar goede knakworsten zijn we weer terug bij het vertrekpunt vanwaar het hele circus gaat beginnen. Maak die stoelriemen maar even vast, want het wordt me een ritje, lieve lezers. Bij het opstappunt worden we eerst naar een klein bootje gebracht. Het cruiseschip kan de haven niet in en dat klinkt al te bizar voor woorden, want er staat me daar voor een paar miljoen aan drijvende units, dat we ons niet voor kunnen stellen wat voor vliegdekschep wij dan wel niet moeten gaan betreden, maar dat zien we straks wel weer. Een hyperactieve Vietnamees met een driedelig pak, een coupe vol gel die strak naar achter gekamd is en met een merklogo op ieder kledingstuk dat voor het blote oog zichtbaar is, alsof het allemaal sluikreclame is, begeleidt ons naar een pendelboot die ons naar het cruiseschip brengt en te midden van een groot ensemble met een gemiddelde leeftijd van ongeveer vijftig jaar oud, hinken we de boot op.

Dat bootje stelt niet veel voor, maar de mensen die erop zitten wel. Het is alsof we in een universum zijn beland dat parallel staat aan het universum waar we de afgelopen twee maanden in vertoefd hebben. Azië staat bol van de backpackers. En ook die typische, stereotiepe varianten, weet je wel. Voor de stereotiepe mannelijke backpacker geldt een lange baard, een goede bos dreadlocks en een lekker, fancy olifantenbroekje over de benen. Voor de typische backpackvrouw geldt dan een wijde, nét iets te lange of te korte broek, een paar slippers die Jezus wellicht ook een stuk of tien in de klerenkast zou hebben staan en misschien nog een bosje ongeschoren okselhaar. Op deze boot komen we geen backpackers tegen. Sterker nog: wij zijn het armetierigste viertal van de hele boot en zoals ik al zei, is de gemiddelde leeftijd naar schatting ongeveer vijftig lentes. Waar zijn we toch beland? Eén ding is zeker: de mensen die we nu zien, nemen geen genoegen met een Pai Forest Resort van 2,30 per persoon per nacht. Vanaf vandaag horen wij even twee dagen bij de rijkeren der Aarde. Althans, op dat moment is dat nog speculatie. We hebben met elkaar afgesproken dat we niet mogen googelen naar de boot, zodat we onze fantasie de vrije loop kunnen laten over het uiterlijk van het schip. Geen al te hoge verwachtingen, want dan valt het alleen maar tegen, maar te oordelen aan onze medereizigers, kunnen de verwachtingen wel wat naar boven bijgesteld worden.

Dat blijkt ook zodra we het cruiseschip betreden. De gehele boot is in een chique, zwart jasje gestoken en over iedere vierkante centimeter van het schip is tot in de puntjes nagedacht. Voor we onze kamers bekeken hebben (waar de backpacks natuurlijk al zijn ingezet voor ons), worden we eerst naar het restaurant geloodst, waar blijkbaar een lunch plaatsvindt. We slaan ons voor de kop, aangezien we in Ha Long net een paar knakworsten en bánh mì in onze nekken geduwd hebben, want het lopend buffet lijkt van een fantastische kwaliteit en dat komt alleen al doordat er blijkbaar iemand is geweest die de moeite heeft genomen om met kokosnoten, wortels en weten wij veel wat nog meer, een stel kunstwerken te maken in de vorm van adelaars, draken en paarden. Wat een wereld. Dezelfde hyperactieve Vietnamees van eerder die zich nu voorstelt als ‘Happy’ (hoe toepasselijk), staat op een podiumpje waar hij met zes personeelsleden achter hem de aftrap van de cruise verzorgt. In een onnavolgbaar tempo (zijn Engels is prima, maar niet zo goed als zijn outfit) vertelt hij het bomvolle, maar optionele, dagprogramma, stelt hij drie van de zes personeelsleden voor en weet hij na zijn verhaal een goede inschatting te maken van de spanningsboog van zijn publiek door het programma van de volgende dag nog niet te vertellen, waarna zijn hooggeëerde gasten mogen beginnen aan het buffet. Ook al zitten we vol; we laten deze kans niet onbenut en proberen nog het een en ander naar binnen te werken.

Daarna gaan we naar onze kamers. Het feit dat de douche een eigen cabine heeft (de derde in drie maanden tijd) verbaast ons natuurlijk allerminst, maar de rest van de kamer is natuurlijk magistraal. Het bed is groot en zacht (wat al een wonder is in deze hoek van onze aardbol), we hebben een balkon met uitzicht over het water en er is een bad. Een bad! Hoe lekker is dat? Niet alleen Geertje en ik, maar ook Sophie en Guus weten het al zeker: daar gaat in gelegen worden. In dit geval spreken foto’s een duidelijkere taal, dus scrol daar maar even rustig doorheen.

Onze eerste activiteit van de dag is een rondje op de kajak en dat is tevens het moment dat we de ongekende schoonheid van Ha Long Bay op zijn best ervaren. We kajakken tussen de imposante rotsformaties, door grotten heen, en verkennen baaitjes die regelrecht hun oorsprong in de meest fantasierijke sprookjes lijken te hebben. Hoewel het de hele dag bewolkt en niet heel warm is (hoewel dat, gezien het huidige weer in Nederland, misschien wel cru voor jullie thuis is), waardoor de zon haar licht niet op de rotsen kan schijnen, is de natuur adembenemend mooi. Onze favoriet: na een minuut of twintig peddelen, ontdekken we een klein, smal grotje dat bij vloed onbegaanbaar moet zijn, die ons brengt naar een prachtige, ogenschijnlijk perfect ovale baai die aan alle kanten compleet omringd wordt door rotsen die indrukwekkend uit de zee steken. En wat is de stilte hier oorverdovend mooi. Helaas kent Geertje de magie die een stilte kan hebben niet en begint ze zonder pardon luidkeels te paraderen over hoe functioneel haar roeispanen wel niet zijn. Ach, het meisje kan ook nooit eens een keer níét praten.

De kajaks hebben ook allemaal twee touwen, waarvan er één aan de voorkant en één aan de achterkant bungelt. Geertje en ik waren het peddelen een beetje beu, dus besluiten maar mee te liften met Guus en Sophie door het achterste touw vast te pakken. Een beetje lachen, een beetje dollen, niks verkeerds en moet kunnen, dachten we. Guus en Sophie worden telkens naar rechts getrokken, omdat wij dus dat touw beet hebben, maar ze hebben geen flauw benul wat er gaande is. Wij lachen, tegenliggers ook en Guus tovert zijn gezicht om in die serieuze, probleemoplossende, oorzaaksachterhalende blik die we allemaal wel kennen. “We zitten in een stroming,” roept hij bloedserieus. “Ja, we moeten harder peddelen!” beaamt Sophie vervolgens. Wij nog harden lachen en de tegenliggers ook. “Nee,” zegt Guus zodra hij merkt dat zijn aanpak niet werkt, “we zitten op een zandbank!” En peddelen, peddelen, peddelen, dat ze doen, maar de daadwerkelijke oorzaak blijkt toch nog niet zo makkelijk achterhaald, want het duurt zeker vijf minuten totdat ze doorhebben dat ze een lifter bij zich hebben en het geen zandbanken zijn die hun kajaktocht tot een onmogelijke verheft. Het kan de besten overkomen!

Vlak voor de zonsondergang wordt er nog even wat achter de boot gezwommen in het zeewater, dat warmer is dan de lucht en dus niet als verkoelend, maar als opwarmend werkt en wordt er ook nog onder dom gelach een ontblote voorgevel van een oudere vrouw op een ander cruiseschip gespot, waarna we ons gaan omkleden voor het avondeten. Geertje en ik worden het er niet over eens wie het bad mag utiliseren en uiteindelijk sluiten we de compromis dat Geertje dat nu gaat doen en ik, omdat ik meer een ochtendmens ben, de wekker morgen wat vroeger zet. Na een lekkere douche (een regendouche, hallelujah) voor mij en een heerlijke badsessie voor Geertje, banen we ons een weg naar de op één na hoogste verdieping van de boot (onder de verdieping met een heuse minigolfbaan) voor een paar happy-hour-cocktails van Happy, waarna we ons richting het restaurant begeven voor het diner. Ook dit diner is als van de allerhoogste plank in een warenhuis met honderd rekjes, want we worden getrakteerd op een vijfgangendiner: een romig soepje vooraf, gevolgd door een heerlijke oester en een groentebolletje met een stukje kreeft. Gang drie bestaat uit twee stuks sushi en twee volledige garnalen, waarna we een heerlijk stuk zalm als hoofdgerecht opgediend krijgen en we afsluiten met een soort van chocolade-ijs (die we vergeten te fotograferen). We leven hier als God in Frankrijk.

Na het eten kunnen we naar inktvissen gaan vissen aan de achterkant van de boot. Voor mij een tegenvallertje (Guus, Sophie en Geertje zagen er wat meer schik in), want in de (bijna) twee uur dat we het geprobeerd hebben, lukte het alleen een Aziatische vrouw om er binnen veertig seconden een te vangen, maar dat moet doorgestoken kaart zijn. Ik bedoel, kom op: we staan daar hondsgeduldig naar een dobber te staren en deze mevrouw houdt de hengel drie koprollen lang vast en ze trekt zo’n monster uit de zee. Mij maak je niet wijs dat hier geen sprake is van een vooropgezet plan. Ik besloot halverwege naar de skybar te gaan om m’n e-readertje te raadplegen (was leeg, dus het werd weer een podcast, ditmaal over de Verenigde Arabische Emiraten). Bij het vissen raakten we overigens wel aan de praat met een stel Nederlanders en die kunnen prima als voorbeeld gebruikt worden voor dat parallelle universum waar we ons in bevinden waar ik het eerder over had en waarom we deze mensen hier nergens anders tegenkomen. De meneer die met zijn vrouw, dochter en schoonzoon in Vietnam was, blijkt de financieel adviseur van een gerenommeerd Nederlands bedrijf te zijn. Best wel een behoorlijke functie, lijkt me zo, dus ik houd zijn makkelijk googelbare functie even anoniem, maar dat tekent wel een beetje de bevolkingslaag waar we ons tussen begeven. Die man blijkt eigenlijk best nog wel een aimabele reus te zijn met een knuffelbaarheidsfactor die in de buurt komt van een grote, pluchen zitzak met konijnenoren. Wel weet ik zeker dat we deze mensen in Vietnam niet meer gaan zien: het enige waar ze genoegen mee nemen, zijn vijfsterrenhotels waarbij ze nog luidkeels klagen over de kwaliteit ervan en ze zelfs al meerdere keren van overnachtingsplaats gewisseld zijn na wat stampij gemaakt te hebben, omdat de kwaliteit van zo'n hotel ze niet naar de zin was. Dat is dus ook een positie waarin je je kunt verkeren, maar verder van de alledaagse realiteit kun je denk ik niet staan. Bovendien was het vijfgangendiner volgens hen vrij matig te noemen. Je kunt maar een standaard hebben, nietwaar? Ik denk dat Amerigo gouden poep neerlegt wanneer zij thuis de schoen zetten.

’s Avonds besluiten we nog wat spelletjes te spelen in het restaurant. Een vol cruiseschip vol mensen die hun brood ’s ochtends met een gouden mes besmeren lijkt een recept voor een topavond om lekker mensen te kijken, maar afgezien van een Taiwanees die karaoke zingt (en ook om 10 uur al naar bed gaat), ligt heel de boot al bijzonder vroeg op bed – want oh, wat zijn ze allemaal vermoeid geraakt van dat uurtje peddelen - en dus bekleden we met z’n vieren het restaurant en sluiten wij de avond maar af met een spelletje en een biertje. Voor Guus vallen ze niet zo heel lekker, oordelend naar het feit dat hij even later met Take 5 het verschil tussen een kaart met pak ‘m beet 51 en 88 meer weet, dus besluiten we ook maar naar bed te gaan. Het grondpersoneel heeft de grootste lol van hun leven: die zijn niet gewend dat hun chique, verwende doelgroep zich met bier uit blik in plaats van een dure rode wijn de vernieling in helpt, dus die doen er alles aan om ons gedrag in stand te houden, wat in Guus’ geval dus ook aardig gelukt is.

Na een nacht waarin iedere knoop in onze lichamen is verdwenen door het zijdezachte bed, ging mijn wekker om half zeven, waar Geertje nog even bleef liggen. Ik wil namelijk het ontbijtje even meepakken en ja, dat begint om kwart voor zeven en duurt tot half acht. Onchristelijke tijden, hé? Daarom lag iedereen al zo vroeg op bed, denken we, want toen ik slaapdronken het restaurant in liep, zat die op Guus, Geertje en Sophie na net zo vol als bij het diner van een dag eerder. Achteraf had het ontbijt niet gehoeven, want de lunch vindt twee uur later al plaats, dus de keuze van mijn drie reisgenoten was zo’n slechte nog niet. Het bad is daarentegen een topkeuze: hoe begin je je dag beter dan een heerlijk warm bad met meer schuim dan water terwijl je uitkijkt over de prachtige Ha Long Bay? Ik wacht wel, geef maar wat opties, hiervan ga je het niet winnen. Na het bad genieten Geertje en ik nog even van de laatste uurtjes dobberen in de Ha Long Bay om ieder moment van haar schoonheid volledig tot ons te nemen.

Ik trek mijn lange broek intussen voor de vijfde keer aan sinds hij voor het laatst gewassen is en nadat Happy ons nog de 'President Suite' wil laten zien, gaan we terug naar het pendelbootje dat ons van het cruiseschip naar Ha Long brengt. Wat een kamer is dat, maar Happy's hyperactiviteit is bij vlagen onnavolgbaar: alle met de gouden lepel opgevoede gasten wachten al op dat pendelbootje en Happy kiest ervoor om aan de vier slonzigst uitziende bezoekers de President Suite te adverteren. Afijn, we hebben er wel een paar leuke foto's bij, maar niemand van het cruisegezelschap is minder geschikt voor die kamer dan wij. Rond het middaguur staan we weer met beide benen op de grond. Letterlijk en figuurlijk, want aan het vasteland stappen we van het pendelbootje af en wacht de minivan die ons naar de Ninh Binh provincie brengt al met smart op ons (bedankt voor de vlekkeloze organisatie, hoteleigenaar van Guus en Sophie), maar ook is het aan land komen het teken dat onze vierentwintig uur aan extreme luxe ten einde komt en we weer gewoon vieze, zwetende backpackers worden. Alhoewel, zwetend valt wel mee want het is nog steeds behoorlijk fris. Hoe dan ook, aan een bijzondere, prachtige, maar soms ook merkwaardige ervaring komt een einde. We hebben onszelf gekieteld, toegegeven dat Po de leukste teletubby is, maar voor een heel klein deel van onze wereldbevolking is jezelf kietelen niet vreemder dan dat het achtuurjournaal opzetten dat voor ons is.

Wat moet je wél Doen?

  1. Kajakken. Het is optioneel en zodra je jezelf op de boot geïnstalleerd begin je al, dus ik kan me enigszins voorstellen dat je op dat moment denkt: neh, ik sla 'm even over, ik geniet vanuit mijn veel te luxe suite wel van de Ha Long Bay. Gewoon die kajak in, en peddel naar de mooiste baaitjes van deze unieke baai.
  2. Ieder gerecht van je vijfgangendiner verorberen. Deze luxe overkomt je nooit meer. Wie denkt er in godsnaam ook maar een seconde over na om ook maar één kruimel van dit diner te laten liggen.
  3. Neem een bad. Er is niets zo lekker als een bad terwijl je door het raam naar de prachtige karstbergen van de Ha Long Bay kijkt. Geloof me nou maar.
  4. Zwemmen. Het water is heerlijk en zelfs als de lucht grijs is, is het water een verademing. Bovendien, er zitten hier geen octopussen, want die wisten we 's avonds ook niet te vangen.

Wat moet je níét doen?

  1. Octopusvissen. Tenzij je echt een bezeten visfanaat bent, is octopusvissen je reinste tijdsverspilling. Je kijkt naar een hengel en er zwemt niks. Ga jezelf bezatten in het restaurant met bier uit blik, graag.
  2. Ontbijten. Veel en veel te vroeg! Waarom zou je zo vroeg uit het zachtste bed van Vietnam klimmen om een ontbijt te doen, terwijl de lunch slechts twee uur later begint!? Ik heb die fout gemaakt. Don't be like Niels.
  3. Beide benen van de grond af houden. Kom op, je bent een backpacker, geen rijkeluiskind dat 's ochtends kaviaar op zijn boterham smeert. Kietel jezelf één keer, maar doe dan na weer normaal alsjeblieft.

Reactie plaatsen

Reacties

Monique
2 jaar geleden

Hahaha, Die vergelijking met de teletubbies!!! Hoe kom je erop, geweldig!

Niels en Geertje
2 jaar geleden

Wat een creatieveling die Niels hè😜.

Anita
2 jaar geleden

Wat een prachtig verhaal weer.
Jouw vergelijkingen Niels, werkelijk, hoe krijg je ze verzonnen :), maar dat is oke, en zeker goed voor mijn ochtendhumeur.
Wat een mooie trip hebben jullie gemaakt met die 50+ 'ers, maar ben er trots op dat je dit luxe leventje niet ambieert. Lekker met de pootjes en in een naar zweet stinkend shirt op de grond blijven staan.
Van het eten maken ze wel weer een heel kunstwerk, dat wel.
Tot de volgende! -X-