København - De vrijstad Christiania

Gepubliceerd op 20 oktober 2024 om 16:59

Tegen de tijd dat we in Christiania arriveren begint het al te schemeren, maar als we de ingang van het stadsdeel Christiania zien, wordt al snel duidelijk dat dit gedeelte van de stad een wel heel bijzonder gedeelte is. Muren volgespoten met graffiti van zo’n drie meter hoog rijzen uit de grond vlak naast het trottoir, waarachter krakkemikkige huizen net boven de muren uit stijgen. “We zijn bij de achteringang van Christiania”, vertelt Linn ons. We huiveren. Het lijkt bij de schemer net het decor van een horrorfilm.

De gemeenschap van Christiania is echt een sekte. In 1971 begon een aantal krakers dat zich niet thuis voelde in de maatschappij zich te vestigen in de leegstaande militaire barakken die zich in deze wijk bevonden. Die krakers voelden zich een beetje als de buitenbeentjes van de maatschappij en wilden gewoon hun eigen leven leiden zonder zich aan regels vast te hoeven houden, maar ik denk niet dat ze het voor mogelijk gehouden hadden hoe groot Christiania vijftig jaar later zou zijn geworden. Een sektarische, anarchistische gemeenschap die zich afzet tegen alles wat met de regering te maken heeft en compleet losstaat van het gros van de regelgeving die in Denemarken geldt.

Bij alles wat hier in dit deel van de stad gebeurt, krijg je het gevoel dat Christiania niet zou kunnen bestaan. Het is een wijk die nu vol met anarchistische buitenbeentjes zit. Voor letterlijk een paar euro’s kun je hier een lap grond kopen en kun je je eigen huis bouwen. Voor zo’n habbekrats wonen klinkt aantrekkelijk, maar de Christianiten zijn een gesloten sekte, dus je moet ook de goedkeuring krijgen van een soort van stadsraad. “Da’s moeilijk,” zei Linn, “je kunt beter met een Christianit naar bed gaan, dat is makkelijker.”

Dat mensen hier hun eigen huis bouwen, is vrij duidelijk. Als je door Christiania loopt, zeker bij het vallen van de avond, lijkt het net alsof alles wat je ziet is opgetuigd voor een weekendfestival en over een paar dagen weer afgebroken wordt. Kleurrijke huisjes die zo krakkemikkig zijn dat je soms het gevoel krijgt dat je boomhut in groep zes nog steviger was en op iedere hoek van de straat vind je anti-onderdrukkings- en anti-politieleuzen. Als je een zogenaamde Christianit bent, dan dien je tegen iedere vorm van autoriteit te zijn volgens mij. Wat een onwijs fascinerende plek om rond te lopen. Het enige wat nog ontbreekt aan de Walibi-Fright-Nightsvibe, zijn de achtbanen.

Je herkent de Christianiten meteen. Slonzig uiterlijk, lekker shaggie in de hand, oude kapotte kleren en niet meer dan eens een bakfiets. Ja, de bakfiets. Die elitaire kinderbus op drie wielen die we doorgaans associëren met jonge kakkersouders die kinderen hebben met namen als Duco, Annefleur, Adriaan en Viviènne, komt oorspronkelijk uit het rebelse Christiania. Weet wel dat de bakfiets uit Christiania niet elektrisch is, de vaker niet dan wel perfect rond zijn en de zadels stammen uit een jaar dat verder van 2024 is dan de datum van de eerste tongzoen van je oma. Maar goed, de volgende keer dat je Eleonore of Pieter-Arnaud op een bakfiets ziet fietsen, moet je ze misschien een gebruikte joint toewerpen. Gewoon, om de herkomst van de bakfiets een beetje te eren.

Waarom een joint? Ja, drugs is ook een belangrijk handelsmerk van Christiania. Soft- en harddrugs zijn bij de Deense wet verboden, maar daar had men in Christiania lak aan. In Christiania werd voor lange tijd wiet en hasj in het openbaar op de straten verhandeld en als je door Christiania loopt zie je talloze bordjes hangen die pleiten voor legalisatie van wiet. Het invallen van de politie heeft lange tijd tot de orde van de dag behoord. Die verkoop van marihuana bracht ook wel een hoop criminaliteit met zich mee en de hoofdstraat van Christiania werd een straat die in handen kwam van bendes, waarvan veel leden niet eens Christianiten waren. Begin 2024 gebeurde er iets geks: de politie en de Christianiten sloegen de handen ineen (dat is een beetje alsof Feyenoord- en Ajaxhooligans samen een klaverjasgroepje oprichten) en verwijderden alle kasseien uit de hoofdstraat in een poging om de bendes uit Christiania te verdrijven. De onveiligheid werd zelfs de Christianiten te veel. Hoe het verwijderen van kasseien daaraan bijdraagt, is ons een groot vraagteken, maar het heeft gewerkt: de bendes zijn weg en het is weer veilig om in Christiania over straat te lopen.

We lopen een klein uurtje door de bizarre, fascinerende wijk en vallen van de ene verbazing in de andere. Het is net een sprookjesstad: de felle kleuren, de bomen en struiken die ongestoord overal groeien, de krakkemikkige huisjes… deze plek zou niet moeten kunnen bestaan. We passeren groepjes mannen die ongestoord hun jointjes oproken en blikjes bier wegtikken (je kunt nog steeds makkelijk aan je drugs komen, maar niet zo openlijk als een tijdje terug), we passeren een badhuis waar naakte mannen en vrouwen in vol ornaat achter elkaar voor de ramen staan (hoe douche je als je je huizen helemaal zelf bouwt? Je kunt ze immers niet op het riool aansluiten), we kijken in een winkeltje en lopen langs een kunsthandel. Iedere vierkante centimeter van Christiania is fascinerend.

We stoppen bij een barretje waar een lokale bierbrouwer zich gevestigd heeft. Uiteraard een Christianit, want bij de kassa staat een fooipotje met de tekst: Help us get to Amsterdam. Nog altijd de vrijstad van seks en drugs, natuurlijk. Eerlijk is eerlijk, Christiania is best wel gezellig. Het nieuws spiegelt het stadsdeel af als onveilig. Natuurlijk, ik zou mijn kinderen er niet willen opvoeden, maar je kunt er gewoon rondlopen en een biertje drinken.

Na een uur of twee zeggen we Christiania vaarwel. Werkelijk een van de meest boeiende plaatsen die je kunt bezoeken. Het is zo bijzonder dat een plek als Christiania bestaat en al helemaal in zo’n stad als København, in het keurige, gestructureerde Denemarken waar binnen de lijntjes kleuren in de genen lijkt te zitten. Christiania is precies alles wat heel Denemarken níét is.

Die avond bezoeken we wat minder boeiende plekjes, maar daarom niet minder leuk. We eten bij een vleesrestaurant gevestigd in een oude slager, wandelen naar een ijssalon waar Linn prompt zenuwachtig wordt als een klein kind omdat ze met een beroemde Deense actrice in gesprek raakt en sluiten de avond af bij een bierbrouwer waar we een fantastische avond hebben. Heel laat wordt het niet, want voor Linn is de maandag weer een werkdag. Iets na elven zijn we thuis en vallen we vermoeid op bed. Op maandag zeggen we gedag en steken we de grens over naar Zweden, maar één ding is zeker: Kopenhagen (ik ben klaar met København) is een stad die te groot is om in één dag volledig te zien en we komen er zeker nog eens terug.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.