Godafoss verraste ons al in positieve zin. Eén van de mooiere watervallen die we in ons leven hebben gezien en een bevestiging dat we, al zijn we slechts een weekje onderweg, nog niet watervalmoe zijn. Van de Dettifoss wisten we nog niks en compleet blanco reden we het spiksplinternieuwe, weliswaar lege, parkeerterrein op via een net zo nieuwe verharde weg. Het is duidelijk, toerisme zal hier de komende jaren gaan toenemen.
Eenmaal daar bleken er nog twee watervallen te zijn: de Selfoss en de Hafragilsfoss. Tijd was, zoals dat zo vaak het geval is, onze vijand, dus konden we maar één van de twee kiezen. Dat werd dan de Selfoss. Waarom? Puur op gevoel. En het gevoel zit vaak goed. Een kleine disclaimer vooraf: we hebben werkelijk geen benul van wat de reden is achter de naamgeving van beide watervallen. De verharde weg en de parkeerplaats bleek het enige wat hier in de buurt door mensen was aangelegd, want aan enige vorm van wandelpaden en informatieborden ontbrak de plek. Aan de oostkust stond naar het schijnt wel een informatiebord, maar die kant was wegens sneeuwval onbereikbaar.
Goed, de Selfoss. Overal stond de Dettifoss op de borden aangegeven, dus we gingen ervanuit dat dat de echte blikvanger was van het gebied, dus vanzelfsprekend begin je dan met het mindere van de twee. Net als aardappelen en vlees op je bord. Eerst de aardappelen, daarna het vlees. Tenzij er een klamme slavink op je bord ligt.
Eerder loog ik een beetje. Buiten de parkeerplaats en de verharde weg, waren er ook nog een paar bordjes die je grofweg de juiste richting in delegeerden. Met de nadruk op grofweg, want bij ieder bordje was het nog even flink zoeken geblazen waar überhaupt iets liep wat op een pad zou moeten lijken. Na onze voeten bijna een halve meter (voor Geertje dus haar halve lichaam) in de sneeuw te verliezen, na vele malen haast onze enkelbanden afgescheurd te hebben door het beklimmen van losse, gladde rotsen en na schaatsend bevroren meertjes te hebben getrotseerd, zagen we uit het niets de prachtige Selfoss opdoemen, zo’n tweehonderd meter verder, die eigenlijk ook weer heel veel weg had van de Godafoss: de waterval van een rivier beneden de oppervlakte, het opspringende water en de hoefijzervorm. Selfoss bleek alleen nóg groter te zijn en veel rauwer: geen wandelpaden, geen veiligheidshekjes. Honderd meter aan ongerept geweld. Puur natuur en onaangetast, geweldig. Uiteraard wilden we dichterbij komen, maar we kregen het niet voor niets: de laatste 50/60 meter kostte ons zo’n tien minuten survivallen. Van rechts stroomden meerdere beekjes met een rotvaart richting de klif om daar 15 meter lager in het water te storten en de weg naar de waterval bestond dus uit een hinkelspelletje waar meer water dan stenen te vinden waren, dus het was echt zoeken hoe we in godsnaam bij de rand konden komen. Uiteindelijk, na wel wat hartverzakkingen en natte zenuwscheetjes, lukte het ons samen met een ander koppel de oversteek te maken en hadden we voor elkaar een aantal prachtige kiekjes paraat.
Dettifoss
De volgende opgave was de Detifoss. Die kon niet mooier zijn dan de Selfoss, een keer stoppen verwachtingen met overtroffen te worden. Een wandeling van een kleine, behoorlijk taaie kilometer bracht ons naar de waterval die van de drie hier in de buurt waarschijnlijk de langste was. Je hebt wel eens van die momenten dat je even niet gelooft wat er zich voor je ogen afspeelt. Dat je niet in staat bent iets te zeggen, omdat datgene wat je ziet zó onbeschrijfelijk mooi is, dat je niet weet of het beeld dat zich op je netvlies vormt een zinspeling is van je fantasie of een weergave van de werkelijkheid. Zo’n moment hadden we bij Europa’s krachtigste waterval Detifoss. Eerder had ik dat op de top van de Voltzberg in Suriname, bij de Cliffs of Kerry in Ierland en de eerste keer dat we afdaalden naar het Sloveense Bled. Geertje had ooit nog zo’n moment in de Sossusvallei in Namibië, maar daar ben ik nooit geweest. Detifoss sluit zich zomaar aan in dat rijtje. Omdat de Detifoss een kleine kilometer stroomafwaarts lag ten opzichte van de Selfoss, stonden we al een stuk hoger en was het niet mogelijk om van deze kant dichterbij de rivier te komen, maar dat maakte het schouwspel niet minder mooi. Detifoss spleet de rivier diagonaal in tweeën, om vervolgens als een 100 meter brede waterval 44 meter met een onvoorstelbare kracht omlaag te vallen. Dat in combinatie met de omgeving (het met ijs vermengde vulkanisch gesteente, de sneeuw die her en der verspreid lag en het buitenaardse maanlandschap) zorgde voor een ongekend beeld. Krijg toch Detifoss. We zijn nog steeds niet watervalmoe.
Reactie plaatsen
Reacties