Evenals de E45 van Napels richting het noorden, leiden alle wegen naar Rome. Aansluitend aan de beklimming van de Vesuvius, vertrokken we richting Rome. Een snelle, korte rit bracht ons halverwege de middag in een buurt nabij het centrum van de enorme stad. Ons hotel was een adresje in één van de hoge gebouwen die dit stadsdeel rijk was.
Rome is, net als heel Italië eigenlijk, een stap door de tijd. Enerzijds is het moderne, 21e-eeuwse overal zichtbaar, maar een straat verder waan je in de Renaissance of de Romeinse tijd. Bovendien: denk je aan Rome, dan zie je gelijk het Colosseum voor je. En uiteraard, dat Colosseum was dan ook het eerste wat we gingen bezoeken. Uiteraard zijn we met de metro gegaan. En zoals ik zei, dat metronetwerk dat trekt mij heel erg. Die verschillende lijntjes met verschillende kleurtjes, lekker uitdokteren welke kant we op moesten en welke routes we allemaal konden nemen... ik kon er mijn ei heerlijk in kwijt! Via roze, geel, groen en oranje zijn we uiteindelijk bij een stationnetje uitgekomen dat vlak naast het Colosseum stopte. En het grootse bouwwerk is niet alleen dat, maar nog véél meer. Een heus attractiepark van Romeinse architectuur ontwaarde zich voor onze ogen; zuilen van vergane tempels, ruïnes van oude sportvelden en beelden van gestorven helden waren over een hoop hectare verspreid. We voelden ons als kinderen in de snoepwinkel! Overal weer je keek was weer iets nieuws te vinden of te beleven en overal waar je was, ontvouwde zich een nieuw, Romeins tafereel. En dan het Colosseum zelf: weliswaar erg druk en toeristisch (alleen de temperatuur voelde hoger aan dan het bezoekersaantal), maar een bizar bouwwerk waarvan het onvoorstelbaar is dat men het zo'n tijd terug gebouwd kon hebben. Het is niet alleen een arena, maar over alles is nagedacht. Het Colosseum heeft zelfs ruimtes onder de arena waar wilde beesten werden opgeslagen die via antieke mechanismen van onder de arena naar het veld werden gebracht om een gladiatorengevecht een onverwachte wending te geven. Fantastisch.
Na onze ogen uitgekeken te hebben in het Colosseum, vervolgden we onze weg naar de Trevi-fontein, 's Romes bekendste. Waar het Colosseum druk was, is de Trevi-fontein nog drukker. Op de fontein is de Griekse zeegod Oceanus afgebeeld op een strijdwagen, geflankeerd door paarden en jonge zeegoden. Oceanus ja, het is soms ook niet te volgen hé? Ik heb wel wat kaas gegeten van Griekse en Romeinse mythologie, maar ik dacht dat we met Poseidon en Neptunus alle zeegoden gehad hadden. Blijkbaar is Oceanus ook nog een benaming, ergens in die mythologie. Maar goed, Oceanus. Wanneer Griekse goden uit beeld gehouwen zijn, heeft dat iets machtigs, iets fataals. De Griekse goden stralen een onbeschrijfelijke macht uit en bij de aanblik van die macht, voel je je niets, klein, een futiliteit. Niets in de wereld weet dat gevoel bij me op te wekken, behalve de strenge blik van een mysterieuze, mythologische goddelijkheid.
Even later gooiden we uiteraard een muntje in fontein, geheel conform de mythe die achter de fontein schuilgaat. Wanneer je met je rug naar de fontein staat, je ogen sluit en aan Rome denkt, moet je met de rechterhand over je linkerschouder een muntje in het water gooien. Doe je dat, dan zal je ooit in Rome terugkeren. Gooi je er twee, dan zal je je ware liefde in de stad ontmoeten. Gooi je er drie? Dan zal je trouwen. Ben je al getrouwd? Dan heb je zojuist je eigen ruiten ingegooid. Er staat een scheiding op je te wachten.
Die avond sloten we af in een barretje tegenover ons hotel. Een modern, gezellig kroegje met een vriendelijke barman. Gelukkig was de man vriendelijk en was het er gezellig, want het toeval wilde dat er die avond een brand uitbrak in nota bene ons hotel! Met loeiende sirenes kwamen er brandweer en ambulances in de smalle straat waarin we aan de bar hingen en het personeel snelde zich ons hotel binnen. En ja, dat duurde een paar uur. We moesten nog wat biertjes bij bestellen. Met onze kamer is niets gebeurd, gelukkig: louter een avondje extra spanning.
De volgende dag staken we de grens over. Zoals je misschien wel weet, ligt te midden van de stad Rome 's werelds kleinste land: Vaticaanstad. Een land dat nog geen halve vierkante kilometer groot is en waar zo'n 1000 mensen, waaronder de paus, wonen. Maar ja, Vaticaanstad is dus geen Italië en ik zou mezelf verloochenen als ik voor een ander land geen andere pagina zou maken. Dan slaap ik niet meer. Wil je wat lezen over onze avonturen in Vaticaanstad? Volg deze link dan even!
Reactie plaatsen
Reacties