Na Pisa reden we door naar Milaan. We kwamen tamelijk laat aan in Milaan en hadden al veel indrukken gehad die dag. We realiseerden ons één ding: we hadden de hele vakantie nog geen sushi op! Niet echt Italiaans, nee, maar daarom niet minder lekker. We besloten in ons hotel de dichtstbijzijnde sushitent te googelen en daar lekker te gaan eten. Eenmaal bij die sushitent aangekomen, was er echter niemand te bekennen. Het was één dood oord waarbij alleen de eigenaar binnen was. Het was als uit een horrorfilm: één stille, rustige eigenaar en een stuk of vijftien lege, doch perfect gedekte, tafeltjes. Een macaber sfeertje. We gingen toch maar naar binnen - we hadden immers gereserveerd - en bestelden maar wat. De hele avond bleken we écht de enige klanten te zijn, maar de sushi was wel verrukkelijk! Laten we er maar vanuit gaan dat Milanezen gewoon niet zo'n sushi-eters zijn.
De dag erna besloten we de Dom van Milaan (Il Duomo di Milano, zal wel hetzelfde betekenen) te bezoeken. Voordat ik daarover ga vertellen: eerst even ons hotelletje. Ons hotel in Milaan was met recht het lelijkste hotel waar we ooit geweest waren. Niet dat het slecht onderhouden was (totaal niet, het was er brandschoon), maar omdat het bijzonder kil was. Als ik door de gangen liep, dacht ik spontaan terug aan het oude Maasziekenhuis in Boxmeer. Steriele, witte gangen, met hier en daar een open ruimte met banken en een speelhoek. Als je daar zou gaan zitten zou je het zo geloven als je geroepen werd voor een MRI-scan van je knie. De kamers ook: een bed, witte muren, grote ramen en een rechttoe-rechtaan bed. Ook nu is 'steriel' weer het beste woord om de lading te dekken. Gelukkig bleven we maar een nachtje en zou de tocht ons, na een dagje in het centrum van Milaan, ons naar het nabijgelegen Comomeer brengen.
Goed, Il Duomo! We dachten een beetje verwend te zijn geworden qua kerken. We dachten wel een beetje alles gezien te hebben. In zekere zin was dat ook zo, maar de Dom van Milaan deed onze monden toch weer even wijd open staan. Het is namelijk een prachtig bouwwerk waar je echt een tijd naar kunt staan apengapen. Het helpt heel erg mee dat het plein eromheen en de eettentjes die het plein flankeren er heel erg aan meehelpen om de Il Duomo er zo ontzettend mooi uit te laten komen. Een prachtig aangezicht en we hebben lang getwijfeld om alsnog een kaartje te kopen. In onze twijfel gingen we kijken en ontdekten we dat vooraf reserveren nodig was. Nou, dan konden we in elk geval ook geen spijt krijgen mochten we de keuze gemaakt hebben om niet te gaan.
In plaats daarvan besloten we te gaan brunchen op één van de terrasjes aan het plein van de kerk. Uiteraard was dat enorm duur (wat ook logisch is, op plekken als deze schieten de prijzen altijd de ruimte in), maar we lieten ons graag een keer vangen in deze tourist trap, waar we normaliter een hekel aan hebben. De Dom was gewoon té mooi om er na twintig minuten alweer weg te gaan. In de buurt wat te eten, was daarom een perfecte oplossing.
Uiteraard moet er, hoe vroeg ook, wel weer gedronken worden. Gelukkig waren wij niet de enige, en was er een Duits koppel naast ons dat ook aan de alcohol ging. 'Aperol Spritz' luidde de bestelling. Even later verscheen er een feloranje gekleurd drankje ten tonele, en de twee oosterburen slurpten het glas gulzig leeg. Wat ik nog niet eerder had verteld, is dat die Aperol Spritz een soort terugkerend motief was tijdens onze vakantie. Gedurende onze hele roadtrip zagen we her en der feloranje drankjes verschijnen. Overal waar we zaten zagen we overal telkens datzelfde wijnglas met die sinaasappelkleurige substantie langskomen. Stug als we waren, hebben we nooit iemand gevraagd wat het was, maar hield het wel onze gemoederen bezig. We wilden enerzijds graag weten wat het was, maar ook weer niet zó graag dat we ernaar vroegen (of gingen googelen, wat ons ongetwijfeld binnen vijf minuten een antwoord had gegeven). Maar nu wilde het toeval dat ik de bestelling kon horen. Een teken van hierboven, niet waar? We bestelden allebei een Aperol Spritz, legden een kleine 35 euro neer (we zaten immers nog altijd op de muizenval bij de Milanese kerk) en lieten de rest over aan onze smaakpapillen. Eén keer trekken aan het roodgekleurde plastic rietje deed mijn ogen vergroten: wat een ontiegelijk, godvergeten smerig drankje is die Aperol Spritz! Geertje dacht er net zo over. Het is dat we een waar fortuin hadden uitgegeven, want anders hadden we het laten staan. Waarom dit drankje dé cocktail van de zomer van 2018 was, dat zouden we nooit te weten komen.
Milaan zat er zodoende alweer bijna op. We wandelden nog even wat verder en bezochten wat winkeltjes. Milaan is écht de meest uitgebreide modestad waar wij zijn geweest. Als je door de winkelstraten loopt, spat de klasse en de exclusiviteit overal van af. Iedereen is goed gekleed, loopt er chic bij (niet zoals wij dus) en ruikt naar de meest exotische bloemen die je je kunt voorstellen. Uiteindelijk kocht ik nog een Ferrari-geurtje in het Ferrarimuseum (dat erg mooi was). Dat Ferrari-geurtje raakte ik na een maand gebruiken kwijt om het vervolgens weer terug te vinden in juli 2020, op het moment dat ik het dashboardkastje van mijn Toyota Starlet leeghaalde omdat hij op het punt voor een barkie naar de sloop gebracht te worden. Blijkbaar kijk ik in krap twee jaar tijd nooit in dat dashboardkastje.
Goed, even ter zake: de volgende locatie lag op nog geen uurtje rijden: het Comomeer.
Reactie plaatsen
Reacties