Denk je aan Italië, dan denk je aan de Toren van Pisa. Als je van Italië houdt, dan is de Toren van Pisa ook dé bezienswaardigheid waar je moet zijn geweest. Om te kijken of al die hype terecht is, besloten we dus naar Pisa te gaan, als tussenstop op de route naar Milaan, waar we zouden blijven slapen.
Eerlijk gezegd: Pisa viel behoorlijk tegen. De stad zelf is lelijk. Pisa oogt vervallen, industrieel en ademt geen sfeer. Onderweg naar het park waar de Toren van Pisa en de andere belangrijke bouwwerken stonden, kwamen we ook nog langs het stadion van de plaatselijke profclub, wat met recht het lelijkste stadion genoemd kan worden dat wij ooit hadden gezien.
Eenmaal aangekomen bij het park, werd het toch wat leuker. Pisa is behoorlijk toeristisch, te vergelijken met het Colosseum en Vaticaanstad, maar is toch net wat minder indrukwekkend. De Scheve Toren is wel zeker de moeite waard om een keer te zien, maar het was duivels duur om dat ding te beklimmen en dat hebben we dan ook achterwege gelaten. Het park van de Toren van Pisa bevat nog meer mooie bezienswaardigheden, maar dat hadden we ook al gauw gezien eigenlijk. Het was een beetje veel van hetzelfde en we hadden er eigenlijk al veel van gezien. We waren ook begonnen aan onze laatste week van de roadtrip: misschien waren we wel een beetje verwend geworden?
Ach, de wereldberoemde Scheve Toren. Je kunt 'm prima overslaan in Italië, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het toch wel leuk was om 'm daar te zien staan. Het is ook gewoon een mooi gebouw. Maar de rest eromheen? De stad Pisa? Daar hoef je het echt niet voor te doen.
Reactie plaatsen
Reacties