Da Lat - De stad van vele bijnamen

Gepubliceerd op 3 december 2023 om 10:17

Het viel nog niet mee om in Da Lat te komen. Ik ben er in de blog over Quy Nhon niet heel lang op in gegaan, maar of we überhaupt wel in de bus zouden komen, was lange tijd een raadsel. Toen we netjes één uur voor vertrektijd (20.00) onszelf meldden op de plek waar de bus ons zou oppikken, vonden we geen busstation en toen we op Google Maps onze weg zochten en een straat verder er wel een vonden, vertelde de vrouw ons via haar Translate-app dat er geen bussen naar Da Lat rijden. Da Lat stond toch echt als eindbestemming op ons ticket en vanwege de taalbarrière lukte het vrouwtje het niet om ons wijzer te maken. We besloten terug te gaan naar het punt dat op ons ticket aangegeven stond en jawel hoor, er was een incheckbalie te vinden, maar die had zichzelf héél goed weten te maskeren achter een stel auto’s en pas als je voor het raam staat waarachter chef bushalte zit, zie je dat hier sprake is van een incheckbalie. De bus liet lang op zich wachten. 21.00 zouden we Quy Nhon moeten verlaten, maar toen er om tien uur nog steeds geen bus in zicht was, begonnen we al te prakkeseren over een extra overnachting. Het hielp ook niet mee dat wij twee – wederom – de enigen waren die de bus pakten. Om 22.30 ging er een vlaag van opluchting door ons heen: de bus arriveert! In een bus vol Aziaten installeren we ons in onze bedden en rijden we richting Da Lat. In slaap komen duurt even: de chauffeur tovert zijn rijtuig namelijk om tot stoomlocomotief door elke tien minuten een nieuwe longkankerverwekker in zijn mik te steken.

We gaan naar Zuid-Vietnam! Eindelijk, we gaan de zon weer op onze huid voelen. Althans, dat hopen we, want ook al is het klimaat goed, Da Lat schrijft een beetje zijn eigen weerregels. Da Lat ligt weliswaar in Zuid-Vietnam, maar ligt ook midden in de Centrale Hooglanden, wat het klimaat gematigder maakt en de reden is dat de stad de bijnaam 'stad van de eeuwige lente' heeft. Da Lat vormt dus een behoorlijk contrast met het vlakke Vietnam en je ziet hier dus ook bijna geen fietsers. De hypothese die we in eerdere blogs gesteld hebben, klopt dus. Bovendien staat Da Lat ook bekend als de ‘bloemenstad’ en dat zal niet zijn omdat ze hier veel kamelenraces organiseren.

Als we bij aankomst uit de bus stappen en een taxi nemen naar Red House Ho(s)tel (zelfs de eigenaresse gebruikt beide schrijfwijzen), merken we ook dat het hier nog niet tropisch warm is. Toegegeven, we arriveren voor 5.00 in de ochtend, dus het is nog donker en het koelt logischerwijs veel af als het zonnetje haar stralen niet op je huid schijnt. Dat we zo vroeg zijn, betekent ook dat Red House Ho(s)tel nog niet geopend is. Meestal hebben hotels, homestays of hostels wel een regeling met bussen die ’s nachts arriveren, maar niemand is erop voorbereid dat er ook toeristen vanuit Quy Nhon komen. We doen dus wat water bij de wijn en als zwerverskoppel doden we de tijd voor de ingang op onze telefoon terwijl onze bagage zich vrijwillig als kussen aanbiedt. Als rond half 6 de poort geopend wordt en niet de eigenaresse, maar Chinese toerist naar buitenkomt zonder iets te zeggen met Geertje een selfie neemt, zijn we blij eindelijk het terrein op te kunnen. We bekijken de zonsopgang en rond een uur of zes en verwelkomt de goedlachse hostess Linh ons vriendelijk in haar ho(s)tel.

We kunnen de kamers nog niet in (want: vroeg) dus we drinken nog een bakje koffie in het knusse ho(s)tel (ben je architect en wil je een ruimte sfeervol inrichten, aarzel dan niet even een telefoontje naar Lihn te doen), waarna we voor een ochtendwandeling gaan. Da Lat is al heel vroeg heel erg chaotisch, maar toch krijg je de indruk dat dit heuvelachtige stadje niet meer dan een groot dorp is. Van zo’n sfeertje zijn wij meestal wel gediend. We bestellen een bánh mì (deze was een heel stuk minder dan de stijltang in Quy Nhon) en lopen tegen half negen weer naar huis toe.

Crazy house

Het eerste wat we doen als we net na negenen onze kamer in mogen, is slapen. In de tabaksbus van vannacht bleek slapen niet optimaal te zijn, dus tanken we nog even bij tot halverwege de middag, waarna we een taxi pakken naar Crazy House. Crazy House is een gek huis. Goh. Eigenlijk een verzameling aan gekke huizen. De Vietnamese originaliteit wat betreft naamgeving spat er weer eens vanaf. De drugs die de ontwerper van deze huizen heeft gebruikt, zouden we toch wel eens willen proberen, ook al zijn we totaal niet van de verdovende middelen (minus alcohol), want er is een partij fantasie voor nodig om deze bouwwerken te bedenken. 

Het is alsof we door een attractieloze Efteling lopen, inclusief de bijpassende muziek. Dit is weer zo’n plek met meerdere, smalle paadjes en verborgen gangetjes die ervoor zorgen dat je ieder hoekje en ieder kruisje gezien en ontdekt wil hebben. Het hoogtepunt wordt gevormd door een tuin vol smalle bruggetjes met een sereen koffietentje, die je slechts via één goed verstopt gangetje kunt vinden. De Chinese massa ontlopen we daar dus uitstekend. Je kunt zelfs slapen in Crazy House. We vinden een stuk of acht slaapkamers, maar ik denk dat dat concept niet zo populair is, gezien de perfect opgemaakte bedden in elke kamer. Of niemand heeft zin in hordes Chinese toeristen terwijl je je voorhuid onder de douche aan het wassen bent. Dat kan natuurlijk ook.


Als we klaar zijn, wandelen we door naar het centrum en vinden we een ondergrondse sportbar die er verrassend luxe uitziet om de laatste Formule-1-wedstrijd van het seizoen te bekijken onder het genot van een avondmaaltje. Van spanning is, afgezien van de tweede plek in het constructeursklassement, weinig sprake, maar toch hebben we een leuke avond en liggen we ’s avonds keurig om half elf in bed. Morgen pakken we de scooter.

Easy Riders zijn een ding in Vietnam. Men zegt wel eens op hoeken van het internet waar wij doorgaans veel surfen dat je niet in Vietnam bent geweest als je niet met een Easy Rider op pad bent geweest. Wat is zo’n Easy Rider dan? Dames en heren, een Easy Rider is een motorrijder bij wie je achterop de motor springt die je vervolgens naar alle plekjes uit je wildste dromen brengt. We zitten nu vier weken in Vietnam en we hebben nog niet bij zo’n Easy Rider als extra bagage gefungeerd. We kiezen er zelfs voor om dat ook niet te gaan doen. Eigenwijs, wellicht, maar als je een beetje je speurneus inzet en het wereldwijde web afstruint naar Easy Riders, planten al die vervelende reisbloggers (pot verwijt de ketel) de stops van die Easy Riders online. Het enige wat ik dan kan denken, is waarom ik die route dan niet zélf zou kunnen rijden. Snap je? Wat is dan nog de meerwaarde van een Easy Rider? Misschien keren we de rug wel naar een ‘life-changing experience’, maar dat zullen we nooit weten. Er is gewoon nog geen enkel argument dat ons ervan heeft overtuigd om minimaal één dag de draagtas van een local te zijn.

Na koffie gedronken te hebben op het sfeervolle, knusse dakterras van Red House Ho(s)tel, pakken we de scooter. Met z’n tweetjes. We zijn nu alweer een week (afgezien met een avondje met Preston en Miia in Hoi An) met z’n tweeën en na bijna een maand sociaal gedaan te hebben tegen alles en iedereen met twee armen, een gezicht en een geslachtsdeel tussen de benen, is het ook wel weer eens lekker om samen te zijn.

Da Lat geldt als een paradijsje voor adrenalineliefhebbers en dat zijn wij, dus we zitten hier helemaal op onze plek. Althans, dat zou je denken. Wie Da Lat in volle glorie wil ervaren, moet bereid zijn de portemonnee te trekken. We hebben na de luxe cruise in Ha Long Bay toch even besloten iets beter op de portemonnee te letten. Met die cruise, de dubbele duikcursus op Koh Tao en de Gibbon Experience en de luchtballonvaart in Laos hebben we al de nodige keren een derde getal aan een dagbudget toegevoegd en om dat dagbudget toch nog gunstig te gezind te blijven, skippen we enkele activiteiten in Da Lat die je volgens de experts op internet niet mag overslaan. De internetexperts praten geen anale uitwerpselen, want dat is zeker waar, maar als je een jaar van huis bent, moet je af en toe toch keuzes maken. En we komen nú langs Da Lat, dus waarom skippen?

Kabelbaan

We beginnen vandaag met een ritje in de kabelbaan. Geen stoeltjeslift, maar een kabelbaan. Weet je wat het verschil is? Een stoeltjeslift heeft van die bankjes waar je maximaal met z’n tweeën in zit (waarbij ik meteen denk aan een skilift) en een kabelbaan heeft juist afgesloten cabines. Geertje lacht zich een uur in de rondte als ik dit vertel, want schijnbaar is deze informatie algemene kennis en wordt iedereen geacht dit te weten of zo, maar ik wist het serieus nog niet. Misschien heb je nu dus wat bijgeleerd of lach je wel net zo hard om dit triviaal voor de hand liggende feitje zoals dat Geertje nu doet. Of je nou lacht of niet, de uitzichten waren fantastisch. Omdat Da Lat in die Centrale Hooglanden ligt, is de omgeving, zoals ik al zei, hier heel anders dan we in Vietnam gewend zijn en vanuit de Kabelbaan kunnen we perfect zien hoe Da Lat omgeven wordt door prachtige, groene heuvels.

Voordat we ons in de cabine van de kabelbaan nestelen, vertelt een werkneemster in gebrekkig Engels dat we om 13.00 terugkomen van het kabelbaanretourtje. Als we op de klok kijken (onze eigen telefoon, in Azië worden nauwelijks klokken aan de muren gehangen), zien we dat het nog geen half 12 is. Het zal wel. Óf dit wordt een tergend langzaam kabelbaanritje, óf er staat een breed pallet aan de mooiste bezienswaardigheden aan de andere kant op ons te wachten. Aan de andere zijde van de kabelbaan ontdekken we al gauw welk addertje er onder het gras verschuilt: zodra we willen wandelen, roept een medewerker ons snel naar binnen. We kunnen nu teruggaan, of we moeten tot 13.00 wachten, aangezien het ganse peloton aan kabelbaanpersoneel een uur pauze gaat nemen om twaalf uur! Dat is dus wat het vrouwtje bedoelde en aangezien we nog een hele middag te gaan hebben, besluiten we vlak voor sluitingstijd de kabelbaan in te springen. Als-ie halverwege maar niet stopt vanwege hun lunchtrommeltje...

Gelukkig gebeurt dat niet en zitten we, na een heerlijke stoelmassage bij de uitgang, om half één alweer op de scooter. Deze keer mag ik onze scooter met recht een scooter noemen, want van Linh (de hostess van Red House Ho(s)tel) hebben we een echte scooter meegekregen in plaats van een motor in schaapskleren. Linh is een fantastische hostess, maar ze is wel een beetje… voorzichtig. Vrolijk, enthousiast en gastvrij, maar als een overbezorgde moeder heeft ze ons er wel zo’n zes á zeven keer op geattendeerd dat we absoluut geen alcohol mochten drinken achter het stuur en we héél voorzichtig moesten rijden. Ja-ha, mama… Hoe het ook zij, ons scootertje komt vooruit, maar met twee man waarvan één zwaargewicht erop, maakt het ding toch behoorlijk wat overuren bij ieder heuveltje dat we geacht worden te trotseren.

Datanla Park

Als tweede gaan we naar het Datanla Park. Datanla is de naam van een waterval en om die waterval heen is een heus park gebouwd. Dat park is echt fantastisch, modern en goed onderhouden alsof je het park in een willekeurige West-Europese gemeente vindt, maar jemig, wat vragen ze hier om iedere scheet een flinke vergoeding. Ik zei het al, om Da Lat in al zijn glorie te ervaren, trek je de portemonnee. We beginnen met een ritje op de rodelbaan, Alpine Coaster 3. Iedereen heeft dat vast wel eens ooit gedaan, maar een stuk rodelen waarbij de baan zich aanpast aan de natuur in plaats van andersom is toch wel speciaal.

Alpine Coaster 3 kent twee etappes. Na de eerste etappe stoppen we in een klein parkje waarin we de machtige waterval Datanla in vol ornaat mogen aanschouwen, waarna je weer terug omhooggaat voor ronde twee met de rodelbaan. Bij veel achtbanen en attracties in een pretpark worden er ook op willekeurige momenten een foto geschoten onderweg, maar Alpine Coaster 3 vormt een uitzondering op die gewoonte. Niet op één, maar op vier momenten wordt je gezicht op z’n lelijkst vereeuwigd tijdens een hachelijke bocht, een fikse afdaling of een plotse heuvel, maar hoe het een mooi, modern aangelegd park betaamt, vragen ze voor elk kiekje de volle mep. Daar gaan we niet in mee (hoe zeulen we überhaupt zo’n foto nog maandenlang mee?) en Geertje weet stiekem het beeldscherm vast te leggen, zodat we toch één foto een soort van bij ons dragen.

Eenmaal boven na ronde twee besluiten we het park verder te bekijken. Alpine Coaster 3 is namelijk niet het enige wat er te doen is in Datanla Park: er zijn hier tal van activiteiten die je kunt ondernemen. Natuurlijk is er ook een Alpine Coaster 1, en je zou verwachten dat er ook een nummer 2 is, maar ik denk dat de plaatselijke bevolking het niet zo op even getallen heeft want van Alpine Coaster 2 is hier allerminst sprake: die bestaat gewoon niet. Als we boven zijn vinden we een zipline en een survivalparcours. We hebben al tien euro per persoon betaald voor die eerste (of derde, wat een mindfuck) rodelbaan en om nog eens dertig euro voor het survivalparcours of rond de vijfentwintig voor de zipline neer te tellen, lijkt ons iets te veel van het goede. Even verderop bevindt zich dé grote publiekstrekker van Da Lat en Datanla Park: de canyoningactiviteit. Wat houdt dat in? Abseilen vanaf watervallen en banjeren door ondergelopen grotten. We doen al bijna een dankwoordje naar de heer, alvorens we erachter komen dat je hier per hoofd ook weer bijna honderd euro kwijt bent. En ja, dat budget… we doen het toch maar niet. Als we dan bij Alpine Coaster 1 aan komen waaien en zien dat we voor nog geen twee euro per persoon naar binnen mogen, lijkt dat te mooi om waard te zijn. Alpine Coaster 3 kostte tien euro! Gretig vragen we de betrouwbaarheid van die prijs nog even na, betalen 100.000 dong en kopen een pasje dat we drie meter verder bij het entreepoortje weer moeten inleveren.

En dat was te mooi om waard te zijn. Waar we voor betaald hebben, is toegang tot een terrein met een koffiebar, drie souvenirwinkeltjes en de entree van Alpine Coaster 1 en je raadt het al: die kost ook weer geld. Zes euro per persoon. Geen astronomisch hoog bedrag, maar omdat rodelbaan de derde er toch vetter uitziet, slaan we ook deze over. Wil je Datanla Park echt goed doen? Neem dan minimaal honderdvijftig knaken mee. Jammer, want het park is wel echt heel vet, maar mensen betalen dus het is hun goed recht om ook dat geld te vragen. Gelukkig ontdekken we nog wel een wandelpad dat naar een kleine waterval loopt, dus besluiten we dat maar te doen en onderweg trekken we een toch wel vreemde, misschien ietwat zorgwekkende conclusie: we kijken om ons heen en de natuur is prachtig: de watervallen in combinatie met het overschot aan groen. Ook het park is perfect bijgehouden en over iedere steen en ieder hekje is nagedacht. Desondanks lukt het ons niet om echt van al het schoon te genieten. Wat is het? Zijn we nu al te verzadigd? Is alles nét te gestructureerd en te gerept? Dat zou allemaal kunnen, maar we komen ook tot de conclusie dat we eigenlijk wel heel erg flink doorgepeesd hebben de afgelopen weken. Op internet lazen we over een reisburn-out en misschien is daar wel sprake van. Dat klinkt wel heel dramatisch, dus over burn-outs zul je ons ook niet meer horen. In heel november hebben we namelijk in totaal één rustdag gehad. Eéntje maar! Dat was in Cat Ba, maar die hadden we eigenlijk ingelast omdat we in Hanoi ziek geweest waren en niet om even alle indrukken een plekje te geven. Onze volgende bestemming is Ho Chi Minh City en wat we daar in ieder geval gaan doen, is een dagje he-le-maal niks.


Als we na Datanla Park naar Clay Tunnel (de laatste stop van de dag) rijden, komen we erachter waarom weer een andere bijnaam van Da Lat ‘het Zwitserland van Vietnam’ is. Overal op de route zien we besneeuwde bergen, staan pittoreske, houten cabines op de bergwanden gebouwd en vinden we schattige après-skihutjes waar we met de euro (!) rösti en kaasfondue kunnen halen. Je waant je net in Europa, niet waar?

Geloofde je dat? Dan heb ik je mooi tuk, want we zijn in Vietnam en dat beeld slaat natuurlijk helemaal nergens op. Nee, men noemt Da Lat het Zwitserland van Vietnam vanwege de omgeving. De besneeuwde bergen kun je weer uit dat mentale plaatje verwijderen dat je zojuist geschetst hebt, maar Da Lat ligt op anderhalve kilometer boven de zeespiegel en dat bergachtige landschap is hier dus wel volop aanwezig. Een slingerende route van een klein halfuur om een prachtig, rustig, helderblauw meer tussen bossen door en langs prachtige huizen op, brengt ons naar de Clay Tunnel. Da Lat is in Vietnam bij uitstek het gebied om lekker te scooteren (buiten de steden, want werkelijk iedere stad (ook Da Lat) kent een me-ga chaotische kern), want de wegen zijn kwalitatief van de bovenste plank (op een paar honderd meter aan renovatiewerk na), er zijn veel bochten, heuvels, een glooiend groen landschap en als je dan aan één zijde een prachtig Alpenmeer hebt, dan zijn alle ingrediënten voor een geslaagde dagroadtrip aanwezig.

Clay Tunnels

Het park rondom de Clay Tunnels is een natte droom voor stereotype Chinezen en Japanners die gewapend zijn met Canons en Nikons. In feite vinden we bij Clay Tunnels namelijk geen tunnel van klei, maar een heus toeristisch park dat keurig verzorgd en tiptop in orde is met allerlei sculpturen en kunst van klei die erop ontworpen zijn om de meest ludieke foto’s te maken, gecomplementeerd met een verzameling souvenirwinkeltjes met de standaardprullaria waar de doorsnee Action of Xenos nog een puntje aan kan zuigen. Ben je een typische voorbeeld-Chinees? Dan kun je hier opgelucht ademhalen en naar hartenlust het park louter door een lens bekijken. Van oversized scooters, een vliegtuig en een grote motor, tot een kerkje, een Vietnamese variant van de Sprookjesboom en zelfs een levensecht COVID-19-park waar je een bokswedstrijd met een virus kunt fingeren. Het mooiste? Het tweetal kleien gezichten dat elkaar intrigerend aanstaart met het prachtige Tuyen Lam-meer dat in de Alpen niet zou misstaan op de achtergrond. Dat vond de kluit Chinezen en Japanners blijkbaar ook, te oordelen aan de rijen die ze vormden om voor de gezichten om beurten zo’n zevenendertig foto’s per persoon te genereren.

Aziatische winkelcentra

We hebben intussen geleerd dat als je in Azië jezelf écht tussen de locals wilt mengen, je in plaats van naar de markten gewoon een winkelcentrum in moet duiken. Oké, ik pretendeer niet dat de markten hier niet het ‘echte’ Zuidoost-Azië zijn, want de lokale bevolking bezoekt ze gewoon nog steeds in grote getalen, maar die markten worden veelal overspoeld door toeristen. In de winkelcentra zie je telkens maar weinig tot geen lotgenoten, maar net zo veel Vietnamezen (of Laotianen en naar verwachting ook Cambodjanen of Thai, afhankelijk van waar je bent) en om die reden zijn de prijzen vaak zelfs wat goedkoper dan op de marktjes. Onze laatste avond in Da Lat sluiten we dus af in het winkelcentrum. We dineren bij een restaurant dat qua grootte voorbereid lijkt op de opvang van half Vietnam bij het uitbreken van een nucleaire wereldoorlog, waar we genieten van de beste Vietnamese maaltijd die we gehad hebben. Ik geniet van een onbekende vissoort, gegoten in een heerlijk, pittig sausje met plakrijst en groente, waar Geertjes keuze is gevallen op rijst met kip en groente, waarbij de rijst door sudderde op haar bord. Geen idee meer hoe het precies heet en hoewel ik meer dan tevreden met mijn keuze, ben ik toch wel wat jaloers op haar gerecht. Wat was die kip lekker! Die winkelcentra blijven we in ieder geval vaker bezoeken.


Een dag later beginnen we de ochtend rustig op het terras van het heerlijke Red House Ho(s)tel. Het was een vreemd moment om in Da Lat geweest te zijn. Da Lat is écht een fantastische plek en wat ons betreft een must in je reis door Vietnam, maar wij konden hier niet op een slechter moment aankomen. Waar veel mensen verkoeling zoeken in Da Lat, waren wij juist net op zoek naar de zon en hoewel die scheen, spreek je nog lang niet van strandtemperaturen. Bovendien hadden we net besloten om wat meer op de portemonnee te gaan letten, maar ook dan ben je in Da Lat met haar vele activiteiten aan het verkeerde adres. Als je dan ook nog een aantal weken zo hebt doorgepeesd dat je eigenlijk even een pas op de plaats moet maken om alle indrukken te verwerken en je je dan in een outdoorparadijs installeert, help je jezelf ook niet echt in het zadel. Met gemixte gevoelens vertrekken we aan het eind van de ochtend naar Ho Chi Minh City, de grootste stad van Vietnam. We hebben een geweldige tijd in Da Lat gehad, maar we beseffen ook dat we het hier nog véél leuker hadden kunnen hebben, maar die schuld ligt volledig bij ons. Het bloemachtige Zwitserland van Vietnam met de eeuwige lente is namelijk een weergaloos stukje Vietnam en als er één plek is in Vietnam waar we ooit terug willen komen, dan is het wel Da Lat, puur om deze plek wél de volledige aandacht te geven die het verdient. En dan stappen we in de bus. Na Hanoi en Bangkok denken we wel een goed beeld van een Zuidoost-Aziatische megastad te hebben. Vijf dagen later blijkt het tegengestelde waar, maar daar gaan we in de volgende blog op terugkomen.

Wat moet je wél doen?

  1. Scooteren. Da Lat, misschien wel de mooiste plek om te scooteren in Vietnam. Ja, we zijn in Sa Pa geweest, dus we weten wat we zeggen. Oké, we zijn niet in Ha Giang geweest en op basis van verhalen overtreft die plek Da Lat waarschijnlijk wel qua motorrijden, dus laten we Da Lat op plek twee zetten.
  2. Datanla park. Als je graag een adrenalinekick wilt en je hebt geld voorhanden, dan mag je Datanla park niet overslaan. Twee rodelbanen, een zipline, een survivalparcours en als kers op de taart een canyoningtour. En dat alles in een prachtige omgeving met een paar mooie watervallen. Het kost wat, maar je krijgt er ook wat voor terug.
  3. Het winkelcentrum in. De marktjes het echte, authentieke Azië? Het is 2023, duik verdomme die winkelcentra in. En ga er plaatselijke gerechten eten. Je zult ons later bedanken.
  4. Clay Tunnels. Is je Instagrampagina een beetje karig? Begint het digitale aandachtstekort extreme vormen aan te nemen? Bij de Clay Tunnels heb je legio aan mogelijkheden om je onlineprofiel weer van een opfrisbeurt te voorzien. En eerlijk, het is ook echt wel een mooi parkje. 
  5. Slapen bij Red House Ho(s)tel. Of die 's' er nou wel of niet hoort weet zelfs de CIA niet, maar dat mag geen reden zijn om dit fabelachtige overnachtingsplekje waar een interieurdesigner van topniveau heeft huisgehouden, over te slaan.
  6. Crazy House. Hou je niet van drugs, wil je het ook nooit doen, maar wil je wel weten hoe het is om een keer compleet van de kaart de zijn van de GHB? Dan is Crazy House de place to be.
  7. De kabelbaan. Een ontspannen ritje in de kabelbaan van Da Lat neemt - mits je 'm niet rond het middaguur timet - niet veel tijd in beslag en is een geweldige manier om de stad met de vele bijnamen van bovenaf te zien.
  8. Weten wat je wilt. Logisch en dat geldt altijd natuurlijk, maar ik plaats 'm er bij Da Lat bij, omdat deze regel voor ons héél erg van toepassing was hier. Activiteiten in Da Lat worden heel snel heel duur, het klimaat is heerlijk gematigd en je bent hier actief bezig. Ben je dus op zoek naar tropische zon, heb je een krap budget of wil je even uitrusten en bijkomen, dan kan Da Lat beter op een ander moment van je reis gepland worden. Of zelfs helemaal overgeslagen worden.

Wat moet je níét doen?

  1. De nachtmarkt bezoeken. Zijn we compleet anti-markt geworden? Nee, totaal niet, maar de nachtmarkt is volgens Linh en een paar andere locals een broeinest voor zakkenrollers en bovendien is de hygiëne er niet goed. En de prijzen zijn hoog. Let wel, we zijn hier niet geweest, maar ja, always trust the locals.
  2. Eten bij de trekpleisters. Natuurlijk is eten bij een toeristische trekpleister duur, maar op plekken als Datanla Park en Clay Tunnels geldt die regel nog wat meer. Als een raket naar de maan schieten de prijzen de lucht in zodra je op het terrein van een van dit soorten parken belandt.

Reactie plaatsen

Reacties

Anita van de Loo
2 jaar geleden

Haha tabaksbus...zijn jullie nu echt definitief gestopt met roken dan? :P
Wat een vreselijk idiote huizen zeg die Crazy Houses. Ze zijn te bizar voor woorden en zo lelijk dat je ze gezien moet hebben.
Leg Da Lat maar niet te hoog en plan een relaxdagje op z'n tijd in. Wellicht dat e.e.a. te maken heeft met het feit dat jullie liever met de pootjes in het zand staan dan over geplaveide wegen lopen (of scooteren)
Wat een prachtige foto van die twee gezichten!!! En hilarisch die boksfoto's, Niels als rechter en in de hamburgerscooter. :)
Op naar Ho Chi Minh City. Dat moet geweldig mooi zijn! Dep kan dat beamen, gezien haar profielfoto. Sta stil bij de indrukwekkende geschiedenis die je daar zal meekrijgen.
En pas goed op jezelf.
-X-

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.