Wil je op de hoogte blijven van onze reis en een melding krijgen zodra een nieuwe blog geplaatst wordt? Schrijf je dan hier in!
De bus rijdt de buitenwijken van Kuala Lumpur binnen en het contrast met één dag eerder kan bijna niet groter zijn. Zo back to basic als we in Taman Negara geweest waren, waren we nog niet eerder tijdens deze reis. Eén dag later rijden we de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur binnen, de modernste stad van heel Zuidoost-Azië (oké, op Singapore na misschien, maar dat moeten we nog gaan zien). Hoewel we doorgaans een bredere glimlach krijgen van de natuur, is het plaatje waarop we getrakteerd worden bij het binnenrijden van Kuala Lumpur, er eentje voor in de boeken.
Als je van wolkenkrabbers houdt, is KL (als gepokt en gemazeld insider refereer ik net zoals de locals – want ‘be like a local’ – naar Kuala Lumpur als KL) dé plek waar je moet zijn. Pak een top 25 aan hoogste gebouwen ter wereld en je zult zien dat vier van die oversized betonblokken in KL te vinden zijn. In de verte wordt de skyline versiert door de iconische Petronas Twin Towers (452 meter per stuk) en The Exchange 106 (445 meter). Als je het woord ‘machtig’ wil definiëren, dan zijn die torens in KL een goed voorbeeld. Die Petronas Towers zijn eigenlijk wel een beetje een triest verhaal. Ooit waren ze de hoogste gebouwen ter wereld, maar ze zijn al jaren terug van de troon gestoten. Maar sinds een jaar zijn ze de torens zelfs niet meer de grootste gebouwen van KL. Die titel gaat naar de machtige, kolossale Merdeka 118, met 678 meter het op één na hoogste gebouw van de wereld. En ook Merdeka decoreert de imposante skyline van de hoofdstad. Waar je ook in KL ronddartelt, overal zie je die gebouwen weer opdoemen. Zó groot zijn ze.
We arriveren bij onze accommodatie. Evenals in George Town is ons oog ook nu weer gevallen op een appartement, maar een ingewikkelde, anderhalf uur durende escape room (*ahum* George Town *ahum*) op zoek naar de sleutel blijft ons bespaard. Ditmaal bivakkeren we niet op de negende, maar op de vijfentwintigste verdieping. We betalen een relatief godsvermogen (of ja voor de Nederlandse begrippen valt het mee, maar als we ons accommodatiebudget erbij pakken is het een flinke slok op een nog flinkere borrel) om twee dagen dit appartement met onze luie lichamen te mogen belegeren (heer-lijk, na zo'n pittige hike in Taman Negara), maar dat is het waard: een poedelzacht bed, een bank met tv, een grandioze regendouche en een keuken. Ja, een keuken! Geertje snakt al (als een echte vrouw) maanden naar een fornuis, een afzuigplaat en een voorraad pannen en die heeft ze eindelijk gevonden! De tijd dat we in dit appartement zitten, gaan we boodschappen doen bij de shopping mall tegenover ons appartementencomplex, koken en films en series kijken. En verder? He-le-maal niks.
Over die eerste twee dagen in KL zal ik dus kort zijn. Jullie willen lezen over gevechten met tijgers, over bungeejumpen uit op kop vliegende vliegtuigen en over bijna-doodervaringen in de wildernis. Niet over Echte meisjes in de jungle, Wie is de Mol? en Married at first sight, dus die ellende bespaar ik je. Wat ik je niet bespaar, is het uitzicht dat we vanaf vijfentwintig verdiepingen hoogte voorgeschoteld krijgen. De Petronas Twin Towers vallen net buiten het zicht, maar de prachtige Merdeka 118 torent in de verte omhoog en is doorgaans het eerste wat je ziet als de gordijnen ’s ochtends openen en ook het formaat van de KL Tower (een telecommunicatietoren van 421 meter, nét buiten die top 25 waar ik het straks over had) mag er qua afmetingen ook zijn.
Trouwens, er is ook nog een infinity pool op het dak (35e verdieping) te vinden! Als dat het Instagramplaatje niet compleet maakt, weet ik niet wat er nog meer nodig is. Da’s het bronmateriaal waar sprookjes van geschreven worden. Volledig uitgedost in zwemkleding en met ons badhanddoekje in de aanslag, haasten we ons naar verdieping vijfendertig. In gedachte neem ik al een aanloop om het water in te springen en over de rand te hangen en naar de Merdeka 118 te kijken, maar boven valt dat hele plannetje in een gloeiendhete ossenstaartsoep. Het zwembad is nog leger dan een glas bier bij een optreden van Li’l Kleine en zal pas over een week of twee weer gevuld worden. Teleurstellend? Wellicht, dus we zien het maar als teken dat we in dit appartement écht alleen maar series mogen gaan kijken.
Laat me even mijn ei kwijt, oké?
Na twee dagen verhuizen we naar een hostel aan de rand van China Town (iedere zichzelf serieus nemende wereldstad lijkt er wel een te hebben) en van de allerbeste accommodatie tot nu toe, gaan we naar een van de aller slechtste. Step Inn Guesthouse heeft niet alleen donkere, grauwe kamers en harde bedden, maar ook een doelgroep waar we ons liever totáál niet mee willen associëren. Als ik het binnenplein oploop, zit er een tweetal mannen met dreadlocks ogenschijnlijk stoned lachend naar een gitaar te staren terwijl een derde rasta-wannabe iedere toon structureel compleet weet te missen, maar op miraculeuze wijze toch de bewondering van z’n twee kompanen weet te ontvangen. Binnen loopt een vrouw met meer piercings dan haarvaten gehuld in een modderig vod naar een meisje met even zo vieze kleding, wier lichaam versierd is met lukraak geplaatste tatoeages die uiteenlopen van plaatjes van duivels tot de meest anarchistische teksten. Weer even verderop loopt een jongen die in 2022 voor het laatst zijn haar heeft gewassen, maar dan wel met zijn eigen urine als shampoo en op de muur staan overal inclusieve teksten gekalkt over hoeveel we als mensen allemaal op elkaar lijken en wat voor eenheid we in dit hostel wel niet uitstralen. Tenzij je er enigszins doorsnee uitziet. Zoals wij. Dan hoef je alleen maar op afkeurende blikken te rekenen natuurlijk. Jawel, we zijn in een stereotiepe backpackershostel beland dat ieder vooroordeel dat je maar kunt hebben over backpackers met speels gemak weet te bevestigen.
Ja, ik oordeel een beetje op uiterlijk. Niet zo netjes, maar de bevestiging volgt al snel. We kunnen nog niet inchecken en wachten buiten op een taxi naar het ziekenhuis. Wat? Het ziekenhuis? Ja, maar geen zorgen, daarover in de volgende alinea meer. Hier en daar vang je wat gesprekken op tussen de vrijgevochten zielen die zich hier in het hostel genesteld hebben. De gesprekken zijn een aaneenschakeling van wedstrijden wie het grootste geslachtsorgaan heeft als het gaat om reiservaring en dat zijn doorgaans de meest verschrikkelijke mensen om op reis mee in contact te komen. “Oh, but when I was in Kathmandu, I’ve had this happening to me”, “back in Buenos Aires, you wouldn’t see that” of “during my time in Tanzania, I learned so much about myself”. Bah. Bah. Bah. Reisverhalen delen? Heel erg leuk. De hele tijd jezelf als een alwetende goddelijkheid boven een ander plaatsen door verhalen halverwege te onderbreken en te laten merken dat wat jij hebt meegemaakt nog wel een stapje hoger op de reisladder staat? Iets minder leuk. En dan heb ik het nog niet over die apenrots van reistijd die door zulk volk altijd beklommen moet worden en ze het liefst moederziel alleen op de top wil blijven staan. “You’ve only travelled for a year? I’ve been away for three years already.” Alsjeblieft, koop eerst tandpasta, shampoo en een fatsoenlijk stel kleren en koop daarna pas een ticket voor je twee weken durende yogaretreat in Sri Lanka of de Filippijnen.
Het ziekenhuis
Gelukkig hebben we maar twee nachten geboekt en gaan we na dag vier weer naar een ander onderkomen in KL. Veel staat er op onze derde dag overigens ook niet op de planning: we gaan namelijk naar het ziekenhuis. Ik weet intussen niet meer hoe ik de staat van Geertjes oor op een creatieve manier moet omschrijven, dus grofweg kunnen we stellen dat de situatie na bezoeken aan drie huisartsen in Thailand die alle drie de wijsheid in pacht leken te hebben, nog steeds hetzelfde is. De zorgverzekeraar deed daar niet zo moeilijk over en had al gauw groen licht gegeven voor een afspraak met een gerenommeerd KNO-arts in KL. Fijn. Wat minder fijn is, is dat het hem nog geen minuut kost om de conclusie te trekken dat er WEL een gaatje in Geertjes trommelvlies zit, wat Geertjes vermoeden doet bevestigen. Loopt ze dus al anderhalve maand mee te koekeloeren. Anderzijds: er is wel eindelijk duidelijkheid en bovendien is er volgens de arts helemaal geen gevaar om te vliegen en zelfs niet om te duiken, mits Geertje niet onnodig vaak de oren klaart. Dat moet wel goedkomen. Wel is het zaak dat dat gaatje een keer gedicht gaat worden en dat gebeurt natuurlijk niet meer vanzelf. Of ja, dat had het wel kunnen doen, maar als je één ding niet moet doen wanneer je patiënt een gaatje in het trommelvlies hebt, dan is het wel oordruppels voorschrijven of de oren uitspuiten. Nu mag jij raden wat de Thaise huisartsen hebben gedaan. Juist, beide. Hoe dan ook, we gaan inzetten op een kleine operatie in Perth, vlak na onze eerste werkperiode. Dat wordt nog wat.
We laten ons de kaas niet van het brood eten en gaan maar wat eten en een paar biertjes achterover gooien terwijl we nog steeds in het duister tasten of we de diagnose van de KNO-arts als goed of slecht nieuws moeten opvatten. We laten ons glas op Geertjes oren klinken in Bukit Bintang, een van de vele leuke wijkjes in de hoofdstad. We zijn zes dagen in KL en we weten twee dingen alvast zeker: zes dagen is eigenlijk veel te kort en Kuala Lumpur is de leukste stad van alle megasteden in Azië die we gezien hebben. Aan vergelijken ontkom je simpelweg niet: de chaos die in Hanoi, Ho Chi Minh City en Bangkok regeert, wint in KL veel minder terrein, terwijl de smeltkroes aan Aziatische culturen wel overal voel- en zichtbaar is. KL is hip, modern, overwegend schoon, mooi, groen en immens. Kortom, alles wat je op je verlanglijstje hebt staan van een metropool.
Chinees oud & Nieuw
Als het sfeertje van Bukit Bintang het eindelijk lijkt af te leggen tegen ons gezond verstand, lopen we rond tienen een beetje aangeschoten richting ons favoriete hostel van Maleisië. Onderwijl hebben we al wat lucht gekregen van het oud en nieuw dat er komen gaat. Nee, niet ons oud en nieuw, zover lopen we niet achter met de blogs, maar het Chinese oud en nieuw, waarbij het jaar van het konijn plaatsmaakt voor het jaar van de draak. In Chinese kringen zie je altijd een geboortepiek in het jaar van de draak. Snap ik: het is iets vetter om te zeggen dat je koter een draak is in plaats van een varken (ik) of een os (Geertje). Hoe toepasselijk is het dan dat een geboortepiek in het jaar van de draak alleen maar kan gebeuren als je in het jaar van het konijn goed van bil gaat? Het kan niet anders dan dat de Chinezen daarover hebben nagedacht. Het toeval wil dat we tegen het randje van China Town aanzitten en dan mogen we Chinees Nieuwjaar eigenlijk niet ongemerkt aan ons voorbij latengaan.
Ik lig al bijna in bed als Geertje haar stoute schoenen aantrekt en naar buiten loopt. Er is wat oproer op de gang en verschillende Ali Baba’s op vliegende tapijten bekleden de gemeenschapsruimte met lauwe blikjes Tigerbier en Geertje zoekt de meest normaal uitziende mensen uit de open minded community van Step Inn om te vragen wat er gaande is. Een halfuur later zitten we weer omgekleed (ja, we hadden onze pyjama al aan) met de Duitse Kristina en Paul, de Britse Melody, de Braziliaanse Camila en nog twee naamloze jongens (Bassie en Adriaan, voor het gemak) in een barretje aan de Heineken. Ja, die was het goedkoopst, dus je moet wat. Eerlijkheidshalve valt het Chinees Nieuwjaar een beetje tegen. Het jaar van de befaamde draak: dan verwacht je wat, maar in Cuijk wordt meer vuurwerk afgestoken dan in KL en ook ons gezelschap valt wat tegen. Camila blijkt de queen bee van de groep te zijn en iedereen danst onbeschaamd naar haar pijpen. Met name de Bassie en Adriaan, die het er dik bovenop hebben liggen dat ze een titanenstrijd voeren over wie vanavond zijn draak mag gebruiken om Camila's konijn het nieuwe jaar in te sturen. En Camila? Die maakt er op haar beurt geen geheim van om van die onverdeelde aandacht te genieten. Logisch gevolg: we zeggen gedag en liggen rond één uur alweer op bed. Of Bassie of Adriaan er met de buit vandoor gaat, blijft voor ons in het ongewisse.
Omhoog kijken
KL Tower
Op nieuwjaarsdag gaan we er maar eens op uit. Bijna 2000 woorden getypt en een echte bezienswaardigheid ontbreekt nog in de blog, dus laat ik daar maar eens verandering in brengen. We beginnen onze dag bij de KL Tower. Ik zei al dat de Maleisische hoofdstad een van ’s werelds beste plekken is om enorme betonreuzen te spotten en we willen er ook sowieso eentje van bovenaf bekijken. Dat we KL Tower kiezen, heeft drie redenen. Objectief is de KL Tower een oerlelijk gebouw: een grote, steriele witte zendtoren die eigenlijk een smet op de skyline van KL is. Dan wil je die toren bij je uitzicht juist níét zien. Ten tweede is de KL Tower met 421 meter het op vier na hoogste gebouw van KL (na Merdeka 118, The Exchange 106 en de twee torens van de Petronas Twin Towers), maar staat hij wel op een heuvel gebouwd waardoor de KL Tower de schijn wekt de op één na hoogste te zijn. Tenslotte heeft de KL Tower een leuke attractie: een glazen skybox. Je krijgt er slechts 45 seconden (die we nog een beetje weten te rekken) de tijd, maar het uitzicht, dat helemaal rond gaat, is weergaloos. En die glazen skybox? Doodeng, maar - met Merdeka 118 in ons kielzog - wel megavet.
Petronas Twin Towers
Na de KL Tower gaan we naar de Petronas Twin Towers. Typ je Kuala Lumpur in op Google, dan verschijnen deze tweelingtorens ongetwijfeld meteen in beeld. Terecht, als je het ons vraagt: twee duizelingwekkend hoge gebouwen die in het midden met een brug aan elkaar verbonden worden in de vorm van de letter M. Geen McDonald’s in de Petronas Twin Towers, maar een verwijzing naar het land Maleisië. Het is alsof we in een drijfnat januari een thuiswedstrijd tegen Venhorst spelen op een omgeploegd bijveld en er 90 minuten lang hoge ballen van links naar rechts geslingerd worden: zo beginnen onze nekken zich langzamerhand te voelen na al die units van gebouwen hier.
We kunnen natuurlijk niet buiten blijven staan en lopen ook even naar binnen. Onder een Formule-1-racemonster (F1-fans zullen het weten: Petronas is natuurlijk aan Mercedes gelieerd) door, belanden we in een enorme shoppingmall. En met enorm, bedoel ik ook echt enorm. Van gekkigheid weet je niet meer waar je heen moet: zeven verdiepingen en iedere verdieping heeft meerdere sectoren en je vindt er werkelijk alles. Als je een shoppingmall onder een van de grootste publiekstrekkers van je land opent, dan kun je ook wel verwachten dat alles wat je er ziet duur is en dat het er bovendien enorm druk is. Zelfs een ezel zou die diagnose nog kunnen bevestigen en hoewel we onze ogen uitkijken naar de enorme verscheidenheid aan mensen (en culturen: heel Maleisië is super multicultureel), komen we niet verder dan zes sushi en een nieuw nekkussen. Te oordelen aan het feit dat je in KL door de immense gebouwen meer omhoog kijkt dan recht vooruit, denk ik dat dat nekkussen sneller van pas komt dan ik er erg in heb. En ach, als we in die merkwinkels iets gekocht zouden hebben, dan konden we in plaats van een vliegticket naar Perth, beter een ticket terug naar Amsterdam boeken.
Heli Pad rooftopbar
Van al die gebouwen krijgen we geen genoeg. Voor de hoogste en mooiste van de stad (de gloednieuwe Merdeka 118) hebben we geen tijd meer, want de avond begint te vallen, maar om van iedere plek in de stad die reus de hoogte in te zien steken, is eigenlijk ook al voldoende. In George Town zijn we acht verdiepingen omhoog gegaan om een rooftopbar te bezoeken en hoewel dat gezellig was, was dat eigenlijk niet zo heel bijzonder. We besluiten om er hier nog eentje op te zoeken en via wat tips belanden we op het dak van een gebouw dat luistert naar de naam “Heli Pad”. Geen helikopter in zicht helaas, maar wel een sfeervolle rooftopbar met een 360-gradenuitzicht over de hele stad en het is ook wel eens lekker voor de nek om weer lekker vooruit te kijken in plaats van recht omhoog.
Het is iets gezelliger dan verwacht (zelfs na vijf maanden blijft het gezellig) en nadat we de inhoud van een fles rode wijn richting de levers gestuurd hebben, besluiten we om maximaal van deze magische plek te genieten door er ook wat te eten en nog wat bier en cocktails soldaat te maken. Kuala Lumpur is echt een fantastische stad en dé plek om een rooftopbar te bezoeken. Alle wolkenkrabbers om ons heen geven een lichtshowtje en zelfs de KL Tower weet het voor elkaar te boksen om na zonsondergang wat make-up op te doen en enigszins door de beugel te kunnen. In de verte ontwaren we zelfs het appartement waar we de eerste twee dagen in KL als huismussen gespendeerd hebben en we lachen wat naar elkaar. Toen we daar op het balkon stonden en naar beneden keken, waren de auto’s net mieren. Nu, hier, vanaf de rooftopbar Heli Pad blijkt dat gebouw maar een dwergje in het oerwoud van betonreuzen dat KL is.
Op dag vijf is het weer tijd om te verhuizen. We staan vroeg op (rond negen, maar we waren dan ook pas om half twee thuis, dus voor vandaag vinden we dat vroeg) en weten niet hoe snel we weg moeten komen uit Stepp In en we zijn maar wat blij als de taxi arriveert om ons naar de Festival Boutique te brengen. Een verademing: een rustig hotelletje (geen festival hierzo) net buiten het centrum met een heerlijke douche (de douches bij Step Inn waren gedeeld en kon je vinden in de enige twee wc-hokjes van het gebouw – we hebben dus niet gedoucht de afgelopen tweeënhalve dag) en een fijn, zacht bedje. En geen jodelende backpackhippies. Ook een pluspunt.
Deel twee van Kuala Lumpur lezen? Klik hier!
Reactie plaatsen
Reacties
Het lijkt me elke keer een grote schok om van een superdeluxe hotel naar een provisorisch hostel te gaan. Wat een tegenstellingen!
Die glazen kooi kwam ons bekend voor: wij hebben in de CN tower in Toronto op een glasplaat gestaan. Allemaal Dinky Toys onder ons en een zoon en dochter (neef en nicht voor jullie) die als halve wilden op de plaat sprongen terwijl wij er op stonden!
Het lijkt me moeilijk om Azië af te sluiten maar om dat in Kuala Lumpur te doen lijkt me geen straf.
Gelukkig hebben ze nu uitsluitsel kunnen geven over Geertje's oor en kan het hopelijk straks gerepareerd worden. Niemand meer die kan plagen van "oor kapot"? Haar hè en wà zal straks ook veel minder zijn!
Geniet van de laatste dag/dagen!
Een schok was het zeker! Maar zo leer je zelfs na vijf maanden nog wat wel en niet bij je past, zullen we maar zeggen.
Geertjes oor blijft een klein smetje op de reis, maar daar laten we ons niet door remmen natuurlijk.
Die CN Tower, die is volgens nog hoger dan de KL Tower, toch? Gelukkig hebben wij nog geen kinderen die de stabiliteit van die glazen kooien op de proef stellen! ;)
Jaaaaa, ik ben er weer....
Mooie foto Geer met je hoedje.