Hua Hin - B&B vol Kerstmis

Gepubliceerd op 10 januari 2024 om 10:02

Voordat we in Hua Hin arriveren, slapen we nog een nachtje in Bangkok. En het is heel gek: het terugkeren in Bangkok voelt een beetje als thuiskomen. Wij gaan eigenlijk nooit twee keer naar een zelfde locatie terug, maar intussen is dit de derde keer in bijna evenzoveel maanden dat we in Bangkok zijn. Als je terugkomt op een vakantiebestemming waar je al ooit bent geweest, dan valt er om de een of andere reden een soort van misplaatste allure over je heen dat je de stad en de omgeving als je broekzak kent, terwijl je na drie bezoekjes natuurlijk helemaal niet kunt zeggen dat je de megastad Bangkok tot op het laatste level hebt uitgespeeld. Toch is het leuk om op het internationale vliegveld, waar we onze simkaarten kopen, rond te lopen en om ons heen te kijken naar de haastige, gestreste en acclimatiserende mensen die het vliegveld van Bangkok en al zijn bombarie in zich opnemen. De air die wij nu hebben is relaxt: we dollen wat met elkaar, lopen een beetje rond en lachen wat om de mensen die net geland zijn en nog totaal niet in die chille sfeer zitten waar wij nu in zitten. Hoe anders was dat drieënhalve maand geleden, toen we net geland waren?

Na een laat bezoekje aan de Mac om toch nog even de honger te stillen, vertrekken we de ochtend daarna vroeg met de bus naar Hua Hin, een kuststadje ten zuiden van Bangkok. In Hua Hin komt onwijs veel samen: we gaan Geertjes broer Dennis weer ontmoeten en we gaan er Kerst vieren, maar de echte tv-fanaten van de lage landen weten dat er maar één reden is waarom we die dingen allemaal in Hua Hin laten plaatsvinden: Hua Hin is namelijk de plaats waar Say Cheese, het oer-Hollandse bed & breakfast van B&B-vol-liefdedeelnemer Martijn, gevestigd is. En ja, dit is dé reden dat Hua Hin überhaupt op ons lijstje staat, want het is voor backpackers doorgaans geen plaats die vaak aangedaan wordt.

Voordat we Say Cheese bezoeken, gaan we eerst lekker brunchen en wandelen we door het centrum heen. Zoals iedere Thaise stad heb je ook in Hua Hin een zogenaamde walking street die de precieze functie vervult die je op basis van de naam zou verwachten: een autoloze straat geflankeerd door massagesalons, restaurants en vooral veel kroegen. In Hua Hin blijkt poolen ’s mans grootste hobby te zijn, want werkelijk iedere lokaliteit heeft er zonder uitzondering minimaal één in huis. Maar belangrijker, Hua Hin is eigenlijk een heel erg knus, leuk stadje met smalle, kleurrijke en sfeervolle straatjes. Waarom zoveel backpackers Hua Hin overslaan, weten we dan nog niet. Op dat moment zou de kans groter zijn dat we Einsteins relativiteitstheorie vlekkeloos uiteen weten te zetten, dan dat we een reden kunnen bedenken waarom Hua Hin niet hoger op het lijstje van backpackers in Thailand staat.

SAy Cheese!

Een ongemakkelijke nervositeit overvalt ons als we de straat in lopen en in de verte de reclameborden van Say Cheese in zicht komen. Nerveus? Het is ook een beetje raar. In de verte zien we het bordje van het bed & breakfast waar we al maanden grappend en grollend over hebben gezegd erheen te gaan, maar nu zijn we er en gaan we wellicht Martijn ontmoeten. Hoe doe je nou tegen iemand die jou niet kent, maar die jij wel denk te kennen op basis van een televisieserie? Oké, ik doe het voorkomen alsof we op het punt staan om in een uitverkocht Ziggo Dome naakt een duet in het Italiaans te gaan zingen, maar dat valt ook wel weer mee. Als we eenmaal bij Say Cheese zitten, valt het ook allemaal wel mee, maar helaas is de grootmeester zelf vandaag niet aanwezig. Niet getreurd: we zijn van plan om Martijn iedere dag met een bezoekje te verblijden, want hij heeft de allerbeste restaurantkaart die we tot nu toe in Azië gezien hebben.

Mensen hebben we nog niet echt gemist op onze uit de kluiten gewassen vakantie. Appen en beeldbellen is natuurlijk minder leuk dan elkander face-to-face van sterke verhalen te voorzien, maar toch wordt het gemis van mensen een stuk minder door eens in de zoveel tijd (zeker niet té vaak) een appje of een belletje eruit te doen. Met andere dingen is dat niet zo. Geertje hunkert heel erg naar het kokkerellen, maar mijn hunkering ligt elders: de Nederlandse frituur. En we hebben geluk, want Say Cheese zit er vol van. Bamischijven, bereklauwen, kroketten, kaassoufflés, kibbeling en, mijn persoonlijke favoriet, de frikandel speciaal! Oeh, wat zijn we toch rijk! Echt, mensen, we mogen wel wat trotser zijn op onze Nederlandse snackcultuur, want waar ter wereld is die nou beter dan in ons koude kikkerlandje? Nergens toch? Dat bedoel ik. Weet je wat? Ik kom er gewoon voor uit. Frikandel speciaal is vanaf nu mijn lievelingseten. Geen kaviaar in kakaccent, geen medium-rare tournedos in pepersaus, geen vers gevangen zwaardvis uit de Middelandse Zee, geen tropische fruitsalade van mangosteen, ramboetan, carambola en dragonfruit, maar gewoon een frikandel speciaal. Ja, een stukje vaderlandse cultuur waar we wat trotser op mogen zijn. Het onderschoven kindje van het culinaire strijdtoneel, met minachting bekeken als een joch uit een elitaire familie dat het gymnasium net niet de baas kon. Wat kan zo’n staaf afvalvlees na een minuut of vijf met frituurvet knuffelen toch lekker zijn. Leve de frikandel!

Vana Nava Water Jungle

Na de eerste nacht vertoeven we een dagje in de Vana Nava Water Jungle, een behoorlijk waterpark om een dagje het kind in ons naar boven te halen. Na ontbeten te hebben bij Say Cheese, overigens, waar maestro Martijn eens te meer niet aanwezig was. Dat moment laat nog even op zich wachten. Maar goed, als hardnekkige bedwantsen blijven we iedere dag dat we in Hua Hin zijn gewoon terugkomen. Waterparken kennen we eigenlijk niet in Nederland. Niet zo’n heel groot probleem, want met ons klimaat is zo’n park zo’n vier dagdelen per jaar geopend, maar dat maakt het des te leuker om in het buitenland wel naar zo’n buitenspektakel te gaan. We hebben niet de beste dag uitgekozen, want de wolken kleuren de hemel grijs en hoewel het niet regent, is het water verlaten na iedere duik of glijbaan eigenlijk gewoonweg koud, maar dat mag de pret niet drukken, want elke glijbaan is als een kinderdroom die uitkomt.

Simpele glijbanen behoren niet tot het vocabulaire van Vana Nava Water Jungle. Oké, afgezien van de kleintjes in het kinderpark natuurlijk, waar ik alle zeilen bij heb moeten zetten om Geertje ervan te weerhouden naar binnen te rennen. Nee, ik doel op de grote glijbanen. Glijbanen voor volwassenen die weer even kind willen zijn. Je hebt er acht. Eentje is kort en gaat bijna recht omlaag, zó steil dat je, als je boven staat, de glijbaan zelf niet eens meer ziet. Een brug te ver voor Geertje, maar ik laat het er ook bij zitten na mijn eerste keer. Je gaat namelijk met vijftig kilometer per uur naar beneden en als je in dat badje beland wordt er water door je kringspier heen geperst om op plekken te belanden waar je liever niet wil dat daar water komt. Een andere glijbaan verwacht van je dat je in een cabine gaat staan op een platform, waarna dat platform onder je voeten vandaag schiet en je met een rotvaart een vrije val maakt waarna je door een soort van diagonale looping schiet en je, zodra je opstaat, Boeddha op je blote knieën bedankt dat je het overleefd hebt. Dan heb je nog twee van die bouwwerken (die je per band afwerkt) waarbij je zo veel treden moet trotseren dat je hijgend en zes kilo lichter bovenkomt, waarvan de één zo stijl omlaag gaat dat je letterlijk los komt van de baan en waarvan de ander je in een trechter lanceert die een kwartslag gedraaid is en de omvang heeft van een vrijstaande nieuwbouwwoning.  Dan hebben we ook nog een glijbaan waarin je met je band plotseling in een trechter schiet, een glijbaan met heuvels die omlaag, maar dus ook weer omhoog gaat met behulp van een of ander waterschietmechanisme en een glijbaan die je meermaals gedurende rit zonder waarschuwing een vage halfpipe in schiet. Dat het wat kouder was vandaag, mocht de pret dus écht niet drukken. We hebben schik voor tien gehad.

Een steeds grimmigere Kerst

Het is kerstavond en we besluiten de stad in te gaan. Heel het knusse centrum van Hua Hin is gehuld in lichtjes en de heerlijke sfeer is overal voelbaar. Als we onszelf nestelen in een kroegje aan de rand van een van de straatjes, een paar potjes gepoold hebben (ik heb de dominantie met de keu weer terug) en vervolgens met een biertje kletsend de avond afsluiten, hebben we antwoord op de vraag die we onszelf een dag eerder stelden: waarom staat Hua Hin niet op de lijstjes van al die backpackers in Thailand? Het is hier namelijk wél heel toeristisch, maar we hebben nog weinig jongeren van onze leeftijd gezien. Als je een beetje weet waar Thailand nog meer berucht om is, dan weet je nu wel welk toeristisch publiek hier in Hua Hin de boventoon voert.

We schatten in dat zo’n tachtig procent van de toeristen hier mannelijk is. Niet van onze leeftijd, nee, maar mannen van ruim zestig jaar. Ja, Hua Hin blijkt zo’n berucht Thais plekje waar dat lugubere sekstoerisme schaamteloos de boventoon voert. Waar je ook kijkt, je ziet altijd wel een dikke, oude man met een knappe, veel jongere Thai. Is het niet hand in hand lopend over straat, dan is het wel tegen elkaar geplakt op een terrasje terwijl zij nep en geforceerd schaterlacht over zijn slechte grappen. Niet meer dan eens zien we pensionado’s gulzig op een stoeltje zitten, terwijl een Thaise vrouw (of man, want ook dat transgenderstereotype wordt hier bevestigd) botergeil in weinig kleding zo’n oudje van een lapdance voorziet, in een poging uit te zoeken of het apparaat tussen z’n  benen zijn werking nog niet verloren heeft. En dat is het beeld: in de kroegen hier werken geen mannen. Het zijn alleen schaars geklede vrouwen en shemales die hier een baantje in een kroeg kunnen bemachtigen. En of we het nou allemaal leuk vinden of niet: dit is óók een stukje Thailand.

Eerste kerstdag

We zetten dat straatbeeld even opzij, gaan naar bed (maar niet voordat mijn darmen de onfortuinlijke beslissing hebben gemaakt om weer aan de dunne te gaan) en een dag later gaan we naar Monkey Hill. Een… heuvel met… aapjes. Monkey Hill zou ook een paar mooie tempels moeten herbergen, maar alle bouwwerken op de heuvel zijn oud, slecht bijgehouden en gewoonweg lelijk. Wat dat betreft kun je Monkey Hill beter skippen, maar de hoeveelheid aapjes die je er vindt is dan weer wel leuk, maar wij hebben dan ook nog niet zo bijzonder veel apen gezien in Azië. Toch wel leuk als je dan zo’n heuvel hebt met een stuk of veertig, vijftig, misschien wel zestig stuks op Eerste Kerstdag, toch?

Diezelfde Eerste Kerstdag gaan we goed vieren: in de avond arriveert ook Dennis in Hua Hin en gaan we het nachtleven van Hua Hin eens flink onder de loep nemen. Het Aziatische nachtleven is over het algemeen niet te vergelijken met het Europese nachtleven. Weinig enorme clubs, wel veel kroegjes en barretjes en de muzieksmaak van de Aziaten lijkt zowaar op het onze, ware het niet dat werkelijk waar ieder nummer dat je hoort gecoverd wordt door een Aziatische zanger of zangeres, die zich vaker wel dan niet genoodzaakt voelt om het voor ons zo bekende top-40-nummer nog melodramatischer te zingen dan het origineel. Uiteraard worden de covernummertjes afgewisseld door Thaise meezingers en, zoals dat elders in Zuidoost-Azië ook het geval was, lijkt deze muziek soms meer op een ochtendgebed in Mekka waarbij het eerder de regel dan de uitzondering is dat de zanger z’n stem een paar keer laat overslaan. Al met al hebben we een gezellige avond en is het fantastisch om na zo’n tijd weer een bekend gezicht te zien.

Iedere dag dat we in Hua Hin doorbrengen wordt de sfeer steeds grimmiger. Hua Hin is een stad die gehuld gaat in een prachtige deken van verlichting, spontane mensen en leuke barretjes en eetcafétjes, maar achter de schermen van die tentoonstelling gaat een heel vreemd, luguber wereldje schuil. Dat zagen we gisteren, maar vandaag nog meer. Weer zijn het louter vrouwen en travestieten die het barpersoneel vormen in werkelijk elke kroeg. We hebben vandaag ook geleerd dat de hulpjes van de Kerstman op de noordpool een soort inwendig verwarmingsmechanisme hebben, want de meeste barvrouwen en -travestieten zijn in zo weinig kerstkleding gehuld, dat je je geheime Bob-de-Bouwer-dvd-trilogie er nog niet mee zou kunnen verhullen. Tegenover de plek waar we zitten, danst een vrouw alsof ze alleen op de wereld is, terwijl we van een meter of tien vrij accuraat kunnen beoordelen of ze bij haar laatste grote boodschap haar achterwerk wel goed heeft afgeveegd en laat een lange vrouw met een verdacht zware stem meermaals de twee plastic meloenen die op haar borst zitten gestukadoord de wijde wereld in, in een poging om de vele grijpgrage zestigjarige witte prooien naar binnen te lokken. Uiteraard zijn er genoeg die toehappen en gretig en gulzig plaatsnemen, terwijl een goudgele gelukskoker ze in de handen gedrukt wordt en er een medewerk(st)er zich ontfermt over de schoot van de iets te omvangrijke westerling om de eerste stap van de geld-sekstransactie in werking te zetten. De beruchte Thaise nachtwereld. Hua Hin is net een 16e-eeuws cowboydorp.


Het is niet alleen ’s avonds, maar ook overdag merk je het louche sfeertje van Hua Hin, maar om dat beeld wat kracht bij te zetten, geef ik je eerst even wat achtergrondinformatie. Geertje kan overal in Azië onaangeroerd over straat lopen, zonder dat ze aangeraakt, nageroepen, of nagefloten wordt. Lekker toch? Wat bizar is, is dat in Azië de omgekeerde afspraken lijken te gelden. Vooral in het nachtleven. Ik heb de afgelopen maanden al meerdere keren meegemaakt dat masseuses nét iets te dichtbij komen tijdens het adverteren van hun massages en het is ook al wel eens voorgekomen dat vrouwen met hun achterste me in het voorbijgaan een tik tegen m’n heup geven of dat ik opeens een hand over m’n arm voel strelen. In Cambodja ben ik al een keer ongevraagd en onaangekondigd vol in m’n kruis gegrepen. Maar als Geertje erbij loopt? Dan is ‘hello, massage?’ het maximale.

In Hua Hin geldt een vermenigvuldigingsfactor, zo blijkt. Als ik op de ochtend van Tweede Kerstdag eerder opsta om naar een ontbijttentje te lopen om wat te typen, springen om de haverklap vrouwen als hongerige hyena’s uit hun stoelen de straat op om me te pas en te onpas bij mijn schouders te grijpen, me na te roepen, of hun decolleté wat naar beneden te trekken om met hun tieten te schudden, in een poging de aandacht te grijpen (dat werkt inderdaad wel). Bizar. En dan kun je denken dat dat leuk is, die aandacht, maar na drie tochtjes ben je daar toch heel snel een keer klaar mee. Hoewel Hua Hin dan wel een heel extreem voorbeeld is, is die realisatie wel bijzonder: waar Geertje nu de vrijheid geniet om als een hinde te huppelen waarheen ze wil, is dat in Nederland dus helemaal niet zo. Heel bijzonder om hier in Azië (een soort van) te ondervinden hoe het is om als degelijk uitziende vrouw in Europa continu nageroepen of nagefloten te worden. Als je dit als man nu leest en het nog steeds niet begrijpt, breng maar eens een paar dagen door in Hua Hin. Dan wordt het meteen duidelijk. Ik voel me wel altijd veilig hier, want ik weet ook wel, als zo’n vrouw echt iets wil, ben ik negenennegentig van de honderd keer nog altijd sterker dan de ander. Andersom is een vrouw dat vanzelfsprekend niet. Hoe dan ook: de volgende keer dat je een vrouw na wil roepen of fluiten; denk daar even nog een keer over na.

Tweede kerstdag

Bij dat ontbijttentje blijken mijn darmen nog steeds geen zin te hebben om normaal te functioneren, dus rond één uur staat de teller op wc-bezoeken in zittende houding al op vier. Bij het ontbijttentje sluit Dennis aan en Geertje even later ook. Geertje heeft last van d’r oor: de avond van Eerste Kerstdag is op absurde wijze afgelopen. Een idiote Fransman sloeg Dennis uit het niets in zijn gezicht en de daaropvolgende schermutseling heeft Geertje van diezelfde pannenkoek een klap op haar oor gekregen, die nu is gaan suizen (en wees gerust: alles is met een sisser afgelopen en we zijn weggelopen). Geertje gaat naar de huisarts – met angst voor een gescheurd trommelvlies wat twee maanden niet duiken zou betekenen -, maar niet voordat we besloten hebben weg te willen uit het vreemde Hua Hin. Het is Tweede Kerstdag, dus vandaag willen we de lange tocht naar Zuid-Thailand nog niet inzetten en dus besluiten we een dag later te vertrekken. Helaas blijkt er maar één bus per dag zuidwaarts te rijden (tja, hier komen nou eenmaal weinig doorreizende backpackers) en op 27 december blijkt die al volgeboekt te zijn, dus zijn we genoodzaakt op 28 december de enige bus om 22.00 in de avond te boeken. Tju. Nog drie volle dagen in Hua Hin. Tegenvallertje. Wel een meevallertje tegelijkertijd: Geertjes trommelvlies is intact en het oordeel van huisarts Hua Hin luidt een gekneusde oorschelp.

De middag brengen we dan maar door bij Say Cheese. Martijn heeft z’n B&B net buiten het centrum liggen en het is dus wel lekker om het mooie, maar louche centrum even te kunnen ontsnappen. Deze keer is de grote eindbaas wél aanwezig! Flink afgevallen, maar nog niet vallend onder de categorie ‘slank’ en z’n oh zo kenmerkende transpiratie heeft-ie intussen onder controle. Het is behoorlijk druk in Say Cheese, maar toch krijgen we de gelegenheid om effe een babbeltje met ‘m te maken. Blijkt dat hij helemaal niet de eerste, maar de derde eigenaar van Say Cheese was en de zaak al ruim dertien jaar geopend is. Als het gesprek de onvermijdelijke kant van B&B Vol Liefde uitgaat, zegt Martijn het volgende: “je moet alles een keer geprobeerd hebben, zeg ik altijd. Of ja, alles, bijna alles, hé?” Dat laatste was blijkbaar een grap, want een grote, luidruchtige familie met een onmiskenbaar Zuid-Hollands accent, ontving die opmerking schaterlachend. Maar goed, alles wat Martijn zei viel kennelijk bij deze familie, die ontegenzeggelijk wilde laten merken ‘hoe gezellig ze wel niet waren’, in humoristische aarde. Wij genoten simpelweg van ons frikandelletje speciaal (Geertje van een broodje filet americain), terwijl we bewonderenswaardig toekeken hoe Martijn als de brandweer in de actiemodus ging en op z’n scooter sprong om de achtervolging op een Thaise pick-uptruck in te zetten die zojuist een complete verzameling aan telefoon- en internetkabels die over de straat hing, van een hit-and-runbotsing had voorzien. Klinkt dat als een plotse twist? Dat kan, dat is het ook, maar dat was wel gebeurd. “Ik krijg ook altijd de leuke kerstcadeautjes!” riep Martijn toen hij weer terugkwam, nog steeds niet zo bezweet als in het tv-programma. De luidruchtige, ‘gezellige’ Zuid-Hollandse familie begon overdreven te schaterlachen. Hoe kan het ook anders.

’s Avonds duiken we andermaal de kroeg in. Plechtig zwerend dat we de avond niet zo laten eindigen als de avond op Eerste Kerstdag (maar eerlijk, soms overkomen dingen je gewoon), installeren we ons in een kroegje en spelen we een potje bierpong. In oorden als Hua Hin zijn vrouwen gewoon de bodyguards: weer merk ik dat de vrouwen mij met rust laten zodra ze zien dat ik met Geertje ben. In hun ogen is Dennis wél vrijgezel en tot vervelends toe blijven de barvrouwen Dennis strelen en als Dennis het voor elkaar krijgt om ook maar te hoesten, wordt hij al op verleidend gegiechel getrakteerd. Natuurlijk is Dennis er een keer klaar mee en onder het excuus van Geertjes oorpijn geven we er al vroeg de brui aan vanavond en terwijl we de rekening betalen, zien we even verderop een schaars geklede vrouw van achterin de veertig, die er voor haar leeftijd nog heel goed uitziet, op haar allerbest interesse in een man van zeker 75 veinzen. Wat een wereldje is dit. Wij zijn er weg van.

Een dag later moeten we de stad uit. Of ja, we kunnen dat niet, maar we moeten het van onszelf. Gelukkig ligt driekwartier buiten de stad een wijngaard: Monsoon Valley Vineyard. Azië is toch niet echt een wijnregio? Dat klopt inderdaad. Azië heeft lange tijd geen wijn gekend en hoewel Cambodja, Laos en Vietnam al wat wijn importeerden sinds de koloniale bezetting door Frankrijk, is Thailand al helemaal nieuw op het toneel en pas nadat reizen over de wereld wat makkelijker is geworden en er wat Thai naar Europa zijn gehuppeld en daar kennismaakten met dat druivensapje in luxejasje en wat het eigenlijk inhoudt, zijn hier en daar wat wijngaarden ontstaan. Het zijn er niet veel, maar van de wijnen die er wel zijn, is Monsoon Valley Vineyard de grootste van Zuidoost-Azië, een wijngaard die jaarlijks liefst 300.000 kurken op een fles zet.

Monsoon Valley Vineyard

Geertje heeft dat gemis wel ervaren. Als je al een wijntje kunt krijgen, is dat wijntje vaak aan de prijs, maar vandaag kunnen we een proeverijtje doen en Geertjes ogen beginnen al te twinkelen bij alleen al die gedachte. Hoewel mijn diarree steeds heftiger begint te worden en de brunch er linea recta uitkomt, staat dat een fantastische middag niet in de weg. We hebben een korte rondleiding per bus (die had ook lopend gekund, maar het toeristisch publiek in Hua Hin is nou eenmalig van een gemiddelde leeftijd die stamt uit een geboortejaar van voor de oorlog), zijn een wijnkelder in geweest, leren over het productieproces en tot slot krijgen we dat proeverijtje waar we (lees: vooral Geertje) zo naar uitzagen. We krijgen drie heerlijke wijnen voorgeschoteld; een witte, een rosé en een rode. Gelukkig blijft het daarbij en moet er betaald worden voor de rest (meer dan een flesje cava wordt er niet aan de rekening toegevoegd), want anders had Geertje in één middag eigenhandig de druif tot bedreigde fruitsoort gedronken.

Eerder op de dag werd ik af en toe al wat koortsig, maar als we terugkeren van de Monsoon Valley, komt dat koortsachtige gevoel weer terug. We eten snel een groentesoepje, maar van een leuk laatste avondje bij Say Cheese gaat het niet meer komen. In rap tempo voel ik me slechter en dat arcadische kiekje met Martijn met Say Cheese als achtergrond, moeten we laten schieten. Wijselijk besluiten we huiswaarts te keren en eenmaal thuis komt de groentesoep er bijna onmiddellijk weer uit. Een dompertje en ik ga een lange, koortsachtige, zwetende, ijskoude, maar tegelijkertijd bloedhete nacht tegemoet. Anderzijds wordt een laatste avondje op stap in Hua Hin ons bespaard. “Ieder nadeel heb z’n voordeel,” zei een belangrijk man ooit.


Op de laatste dag in Hua Hin zie ik niet veel meer van de stad. De hele dag breng ik ‘m op de kamer door, want de flinke koorts van vannacht heeft zich doorgezet en het banaantje waar ik me tijdens het ontbijt aan tegoed deed, weet in recordtempo aan de andere kant van mijn spijsverteringskanaal weer een uitweg te vinden. Ik blijf vandaag op bed. Geertje en Dennis niet. Veel doen ze niet, buiten het te voet afleggen van veel kilometers richting het immigratiekantoor. Bij de grensovergang vanaf Battambang heeft Geertje namelijk een verkeerde stempel in haar paspoort gekregen. Dennis en Geertje worden eerst doorverwezen naar een immigratiekantoor acht kilometer verderop (nog steeds lopend, dat dunkt hun een goed idee) die net zou gaan sluiten en om 13:00 pas weer open zou gaan. Om de tijd te doden, zijn ze samen gaan lunchen voor Geertjes verjaardag. En zoals ik al zei, Hua Hin wordt met de dag grimmiger en we willen eigenlijk niets liever dan doorgaan naar de volgende bestemming, want ook deze dag verloopt niet heel soepel; het zoeken van het lunchtentje blijkt een hele opgave. Als er onderweg ook nog door een vogel op Dennis' schoen en Geertjes hoofd wordt gepoept, dan heb je genoeg signalen bij elkaar verzameld om te weten dat je Hua Hin moet verlaten. Gelukkig weet Geertje de juiste stempel te ontvangen, maar daarmee is de kous nog niet af. In de taxi terug lijkt het Geertje een goed idee om Dennis ook eens te laten kijken naar z'n verblijfsvergunning en ja hoor, Dennis bleek al één week illegaal in Thailand te zijn. Die is gewoonweg z'n visum vergeten te verlengen. Eind goed al goed: onder veel stress en tijdsdruk (immigratiekantoor stond op het punt om te gaan sluiten) heeft ook Dennis uiteindelijk de juiste stempel gekregen en mag hij een maandje langer door Thailand rennen.

Op bed reflecteer ik een beetje op Hua Hin. Wat een excentrieke, bevreemdende stad, maar dan niet in de positieve zin van het woord. Een stad waar wij nooit meer terugkomen. Maar toch… nog geen week eerder hebben we geleerd dat iedere medaille twee kanten kent en zo ook de medaille van Hua Hin. Alles wat we hebben gezien, is niet voor ons, maar dat betekent niet dat alles wat in Hua Hin gebeurt, alleen maar slecht is. Ze zijn hier in Hua Hin in elk geval niet preuts en dat spontane en ludieke missen we toch af en toe wel een beetje. Niet naroepen, niet nafluiten, nee, nee. De subtiele balans daartussen. Spontaniteit. Oprechtheid. En dan pleit ik niet voor jonge vrouwen die bejaarde mannen om de vingers winden, wees maar niet bang. Hua Hin doet ons weliswaar inzien hoe het niet moet, maar ook hoe preuts we eigenlijk in ons landje zijn (geworden?). De gruwelijkste oorlogsbeelden worden te pas en te onpas getoond, maar een mannenbil of een vrouwenborst? Oeh, pas op! Dat moet gecensureerd worden! Hier trekt een geslurfde vrouw haar beha omlaag, midden op straat. Geen haan die ernaar kraait. Nou had daar op zich wel een haan naar mogen kraaien, maar gewoon, een vleugje Hua Hin zou ons niet verkeerd doen. Een vleugje, niet meer. Een fles whiskey tank je ook niet in één keer leeg; je vult een keurig glas voor een achtste en nipt ‘m rustig leeg.

We moeten Hua Hin maar gewoon lekker Hua Hin laten. Die eenzame, vieze, oude mannen zijn uit op seks, liefde en gezien worden. Die vrouwen en travestieten zijn uit op geld… geld en… geld. En weet je, als beide partijen het daarmee eens zijn en niemand doet de ander iets kwaad, dan is daar toch eigenlijk ook niks mis mee? En dat is hier ook zo. Hoe luguber, hoe louche en hoe grimmig het sfeertje ook mag zijn; beide partijen halen eruit wat ze willen. Daar kunnen we natuurlijk van alles van vinden (en dat doen we ook zeker), maar dat veranderen we toch niet. Meneer blij, mevrouw blij. Dat is het. Een doodsimpele transactie met wederzijds goedvinden.

Ik herinner me een gesprek met de vrouw van het tentje waar we zaten toen Geertje naar de huisarts was voor haar oor. Die vond die vieze witte mannen verschrikkelijk, maar toen we vroegen of hier vrouwen gedwongen worden om te hoereren, zei ze volmondig “nee”. Vrouwen, met én zonder slurf, komen vanuit het hele land naar steden als Hua Hin om oude witte mannen voor het geld om hun vingers te winden. Oude witte mannen komen naar Hua Hin om een jonge Thaise schone aan de haak te slaan. Vraag en aanbod. Meer is het niet. Betekent dat dat ik later op m’n oude dag als Geertje de pijp uit is naar Hua Hin ga om mezelf de illusie te maken dat er een Thai van zestig jaar jonger mij voor de looks en de liefde wil? No way in hell. De kans dat ik olympisch goud haal met cricket is groter. En cricket is niet eens een olympische sport. Die praktijken in Hua Hin zijn vies, schimmig en de rillingen lopen ervan over je rug. Maar wat hier gebeurt is wel legaal en beide partijen krijgen precies wat ze willen. Dus wat boeit het ons eigenlijk? We kunnen wel heel rooskleurig over Thailand blijven praten en doen alsof dit beruchte stereotype over Thailand niet bestaat, maar dat bestaat natuurlijk wel. Dit is ook een klein, specifiek stukje van de Thaise cultuur, of Geertje en ik (en Dennis) dat nu willen of niet. Hua Hin is niks voor ons. Wat doe je dan? Dan ga je er niet meer heen. Mag het dan niet bestaan? Tuurlijk wel. Mijn god. Wordt iedere blog vanaf nu een opeenstapeling van filosofische gedachtespinsels?

Wat moet je wél doen?

  1. Vana Nava Water Jungle. Zo'n waterpark is natuurlijk niet écht exclusief Thais of Aziatisch, maar een van de leukste dagjes weg hebben we in deze te gekke waterjungle wel gehad. Wat een idiote glijbanen heb je hier. Als je de leeftijd van 'kind' ontgroeit bent, dan leef je hier weer helemaal op.
  2. Wijn drinken in de Monsoon Valley. Dat Monsoon Valley Vineyard drie kwartier buiten de stad ligt, is eigenlijk alleen maar gunstig. Dan ben je even dat Hua Hin uit. Bovendien is wijn vinden in Zuidoost-Azië niet de makkelijkste opgave, dus waarom dan niet naar de grootste wijnplantage van Zuidoost-Azië om een van Thailands eerste wijnproductiepogingen met eigen tong te proeven?
  3. Frikandellen eten bij Say Cheese. Tja, een stukje ondergewaardeerde vaderlandse cultuur in Thailand; je moet wel gek zijn om níét te gaan. Ja, 'onze' Martijn heeft een leuk tentje buiten het centrum van Hua Hin. En zeg eens eerlijk: wie wil er nou geen BN'er in het buitenland ontmoeten?

Wat moet je níét doen?

  1. Kerst vieren. Tenzij je verzot bent op sekstoerisme, moet je in Hua Hin geen Kerstmis vieren. Eigenlijk kun je Hua Hin sowieso maar beter overslaan. De sfeer is er grimmig, overal zie je vieze, onverzorgde oude mannen met veel te jonge 'vriendinnetjes' over straat lopen en het is nog de normaalste zaak van de wereld ook. Tenzij je single bent, meer dan 60 lentes op de teller hebt staan, wit van kleur bent en de weegschaal je minimaal 150 kilo toebedeelt, kun je Hua Hin sowieso het beste van je lijstje schrappen.
  2. Een massage nemen. Die beruchte Thaise masseuses? Die zitten onder andere in Hua Hin. Doe maar geen massage, want voor je het weet heeft een al dan niet geslurfde vrouw je jongeheer na afloop in haar handen en kun je je portemonnee trekken. Tenzij dat is wat je wilt. In dat geval kan puntje 2 ook naar het lijstje hierboven.
  3. Monkey Hill. De aapjesheuvel... Tja, vol met lelijke bouwwerken die absoluut de moeite niet waard zijn. Ja, het uitzicht is prima, en je hebt er duizenden aapjes, maar mooie uitzichten krijg je in Azië bij een pakje boter in de supermarkt en hoewel wij er niet veel gezien hebben, is de kans aannemelijk dat je in je reis door Thailand genoeg apen te zien krijgt.

Reactie plaatsen

Reacties

Marianne
2 jaar geleden

Tjonge jonge wat een verhaal! Snel wegwezen daar en een volgend avontuur tegemoet zien.
Verlopen visum, verkeerde stempels? Stekjes van de loo-boom???
Nog de allerbeste wensen voor het nieuwe jaar en heel veel beterschap met je inwendige mens 🤢🤮. Dikke knuffel

Anita van de Loo
2 jaar geleden

Hua Hin, mij niet gezien. Ik ga er sowieso nooit naar toe.
Platte shit zou ik zeggen. Risicovolle situaties, vaak met oorzaak drank en niet te miskennen gevolgen... Ik ben niet preuts, maarom nu mijn tieten midden op straat te laten zien is ook erg raar, althans in onze cultuur :)
Gelukkig blijf ik enorm lachen om al je vergelijkingen en overeenkomsten. Houd dat er in Nilis!