Khao Sok - Veel bomen, veel water

Gepubliceerd op 20 januari 2024 om 08:37

Terug in Surat Thani

Khao Sok National Park… onze verwachtingen liggen hoog. Voor ons is Khao Sok in Thailand een beetje als de Eiffeltoren dat in Parijs is: ga je naar Parijs, dan is de Eiffeltoren in veel gevallen het bouwwerk waar je het meest naar uitkijkt om te zien. Khao Sok National Park stond voorafgaand aan de reis bovenaan ons verlanglijstje van plekken in Thailand die we wilden bezoeken. Een prachtig meer te midden van hoge karstbergen die je per boot verkent met kleine hutjes op het water waar we de nacht door gaan brengen. Dat kan niet tegenvallen, toch? We gaan het zien.

De reis begint in elk geval niet zo voorspoedig. We brengen nog een nacht door in Surat Thani (de moeder aller saaiheid) waar we bij Botanist House wél fantastisch eten. Als je in Thailand meer dan zes euro voor een glas wijn afrekent, dan weet je dat de kwaliteit van een restaurant aan de hoge kant is en Botanist House is een chique avondje culinaire verwennerij. Buiten een uitstekend avondmaal weten we onze Nintendo Switch eindelijk weer in onze armen te sluiten (de laatste poging is wonderbaarlijk genoeg een succes gebleken) en overnachten we in hetzelfde appartementje als de vorige keer (Water's House) in Surat Thani voor nog net geen €10,- samen dat ons eerder al goed bevallen is. Afgezien van het feit dat er geen taxichauffeur is die het plekje kent, bevalt-ie ons weer net zo goed. Als we die dag later naar Khao Sok gaan, loopt het even wat anders.

We arriveren bij een aftandse bushalte waar je als buschauffeur maar wat graag niet zou willen stoppen, maar goed, ons ticket vertelt ons dat we op de goede plek zijn. Een roestig bankje waar niemand zit staat voor een vijfderangs Thais restaurantje waar niemand het een goed plan vindt om eten te bestellen (wat wij ook niet doen, want dan heb ik overmorgen die bacterie weer terug) en boven dat bankje hangt een zeil met wat Thaise woorden erop gekalkt. Het enige wat voor ons leesbaar is, zijn de vertrektijden. We laten ons ticket aan een man zien bij wie glimlachen niet in het woordenboek staat en wiens Engels nog slechter is dan het Engels van een cavia en hij wijst wat tijden aan en wanneer zijn vinger naar 10.30 wijst, laten we wat oerkreten horen die hem een soort van bevestiging moeten geven. “Ten thirty, ten thirty!” roept de man. Of ze dat in het Thais ook doen, weet ik niet, maar de Thai hebben de neiging dat wanneer ze Engels spreken, ze alles twee keer zeggen. Allemaal Jacob Dubbels hier. Goed, ten thirty it is. Met een beetje fantasie verschijnt er iets op zijn gezicht wat wegheeft van een glimlach, maar dat weten we nog steeds niet zeker.

En dan is het elf uur. Kijk, we verwachten niet dat bussen op tijd komen. Dat is namelijk bijna structureel niet het geval. We wachten dus geduldig. Dan is het twaalf uur. Nog steeds niks. Geertje en ik vertrouwen de boel niet helemaal. Er zit nog steeds niemand op het vieze, roestige bankje waarop we onze kont intussen al ruim twee uur verpieteren en de chagrijnige man die ons 'geholpen' had is intussen afgelost door een nieuwe chagrijnige man die ons verzoekt een nummer te bellen, maar waar dat voor was, zal voor altijd een raadsel blijven. Ik besluit op basis van zijn advies om wat beltegoed te halen om te bellen naar wat we denken dat het de busmaatschappij is. Geertje heeft ondertussen geprobeerd om zelf te bellen met de busmaatschappij. Ja, Geertje had nog beltegoed op haar telefoon, dus ik ben voor Jan met de korte achternaam naarstig op zoek gegaan naar een telefoonzaak. De man aan de telefoon vertelde Geertje dat er helemaal geen bussen om 10:30 gaan, maar pas om 13:40. Lekker. En de plek vanwaar die bus dan vertrekt? Op z'n zachtst gezegd is ook dat niet heel duidelijk te noemen. Als ik terug ben, bellen we samen nog een keer, maar gezien de Thai niet de beste lessen Engels hebben genoten, is het wederom niet duidelijk waar we naartoe moeten. Op zich is dit hele gebeuren al irritant, maar we hebben de bus zo gepland, dat we op tijd zijn voor de afscheidsdienst van mijn oma later die middag. Als we om 13.40 vertrekken, komt die afscheidsdienst wel heel erg in het geding. We krijgen een beetje stress. Ja, ook stress is ons soms niet vreemd. We besluiten maar een taxi te regelen, maar Khao Sok ligt niet om de hoek. Iedere taxi die ons verzoek accepteert, komt er later pas achter dat we naar Khao Sok willen en elk verzoek wordt dus steevast door de taxi’s weer geannuleerd. De stress neemt toe. Het is inmiddels half één en er zit nu één Thaise vrouw naast ons op het bankje, wanneer er eindelijk een chauffeur is die ons verzoek wel inwilligt en ons naar het westen van Zuid-Thailand wil brengen. Opgelucht halen we adem. We hebben weliswaar een buskaartje weggegooid, dertig euro betaald voor een taxi en de grootste fooi gegeven tot nu toe, maar we komen op tijd in Khao Sok aan om oma’s afscheidsdienst bij te wonen.

Khao Sok Village

Nadat we gelukkig op tijd waren voor de livestream van oma’s afscheidsdienst en definitief die ongeluksperiode hebben afgesloten, duiken we Khao Sok Village in, een dorp dat louter bestaat vanwege het natuurgeweld dat het gelijknamige National Park te bieden heeft. Veel mensen komen hier een dagtour of een tweedaagse tour doen en tja, voor die mensen moet er ook wat te schaften zijn. Khao Sok Village leent zich daar perfect voor. Je gaat je hier geen dagen vermaken, maar het korte straatje waarin we zitten kent wat leuke, kleurrijke barretjes die zo op een van Thailands Koh’tjes hadden kunnen staan en relaxte achtergrondmuziek is uit alle etablissementen hoorbaar.

Khao Sok National Park

Een korte nacht later is het zover: met Smileytours doen we een overnight tour - een chique benaming voor een nachtje logeren – en staan we om 8 uur bij het vertrekpunt. We zijn met z’n tweetjes, maar wat het leuke aan zo’n overnight tour is, is dat je veel van de mensen om je heen die je dan ziet en nog nooit gezien hebt, over vierentwintig uur opeens héél goed kent. Alleen dat gegeven maakt zo’n overnight tour altijd al de moeite waard. Vierentwintig uur later blijkt die hypothese nog eens als een bus te kloppen ook.

Goudvissen zijn nog minder vergeetachtig dan wij. Ik ben intussen pet nummer 4 ook alweer verloren (niet net gebeurd, maar ergens toen we net terug waren in Thailand, maar dat ben ik vergeten te vertellen) en ook twee scheermesjes, een nagelschaartje, Geertjes pinpas (gelukkig heeft Sophie een nieuwe mee kunnen nemen toen we elkaar in Vietnam zagen), Geertjes draadloze oordopjes (wel weer teruggevonden) en een spons zijn aan de magie van de Heilige Antonius overgeleverd en dan zal ik vast en zeker nog wat vergeten. Vandaag ook weer: we zijn onze waterschoenen en een hoofdlamp vergeten in te pakken, terwijl we die gewoon al vier maanden meesjouwen in onze backpack. Bij een stoppunt weten we die tweede op de kop te tikken voor een habbekrats en ontmoeten we de Groningse Joël, alvorens we bij de boot arriveren die ons naar de drijvende huisjes brengen waar we gaan overnachten, waar we de Zutphense Sharon tegen het lijf lopen. Ja, de overnight tour van Khao Sok National Park is weer een feestje dat gedomineerd wordt door Nederlanders.

Als de boot vertrekt, worden we vanaf minuut één overladen met natuurschoon. Khao Sok (dat volgens onze taxichauffeur heel creatief 'veel bomen en veel water' betekent) lijkt eigenlijk verdacht veel op Ha Long Bay, maar dan met zoet water en nóg mooier. Het scheelt ook een slok op een borrel dat de zon nu wel schijnt en de kleuren van het groenblauwe water, de immense karstbergen die als puisten uit de grond opstijgen en de ongelofelijke verscheidenheid aan bomen en struiken beter naar voren komen. De tocht naar de huisjes duurt bijna anderhalf uur en je kont wordt er zo hard als staal van, maar het is aan één stuk door apegapen geblazen.

Nog geen letterlijke apen overigens, want die komen later pas. Als we aankomen bij de prachtige Khao Sok Smiley Floating Houses (een hele mondvol, ik ga er niet meer als zodanig naar refereren) krijgen we eerst een puike Thaise lunch voorgeschoteld en breiden we het groepje Nederlanders uit met Bram, Eline, Joris, Ryon, Kaya, Amber en Britt. Ik weet het; een stel namen is niet iets waar je veel aan hebt, maar zo krijg ik het A4’tje in elk geval weer wat sneller gevuld. Enfin, even terug naar de huisjes: hoewel de eentonigheid van de drijvende huisjes die allemaal strak naast elkaar gebouwd zijn aan weerszijden van het restaurantgedeelte de indruk wekt alsof een voormalig Sovjetbouwkundige zich ontfermt heeft over de ontwerpen, is het geheel een prachtig plaatje. Oké die Sovjetvergelijking doet de drijvende huisjes geen eer aan, want het is als een sprookje dat waar blijkt te zijn geworden: als je de deur opent en naar buiten loopt, worden je zintuigen verwent met het prachtige meer van Khao Sok met op de achtergrond de enorme groene bergen. We hebben wel eens op minder mooie plekken geslapen.

Na de lunch nemen we een duik in het water (dat ook nog eens een perfecte temperatuur heeft) en zijn we van plan om met Joël en Sharon een van de uitlopers van het meer in te kajakken, maar dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Joël en Sharon komen met het grootste gemak van de wereld onze richting op gekajakt, maar Geertje lukt het om twee kajaks binnen een seconde of vijf te laten kantelen onder toeziend oog van zo’n twintig anderen. Ik lach nog, maar hoogmoed komt voor de val, want als ik eerst ga zitten, kantel ik ook zonder pardon. Blijkbaar zijn we al onze kajakskills plots verleerd, dus gooien we de handdoek maar in de ring en zwaaien we Joël en Sharon uit.

Het mysterie wordt groter: Geertje wil toch graag kajakken en kiest een kajak iets verderop. Ik ben helemaal klaar met die drijvende ellende en ik besluit gewoon van de natuur te genieten, terwijl Geertje opeens met al het gemak van de wereld de kajak bestijgt en weg peddelt. Warempel, wat krijgen we nu? Even later probeert een koppel een van de kajakken die wij geprobeerd hebben en ja hoor, ze liggen al in water voor ze ‘Khao Sok’ kunnen zeggen. Weer een ander probeert de tweede kajak die we geprobeerd hebben en ook zij kukelen linea recta het water in. Het ligt dus níét aan onze kajakskills maar aan die verdomde peddelboten! Ik voel mijn waardigheid weer terugkeren en besluit ook maar een rondje te gaan peddelen. We kunnen het dus nog.

Na ons apart van elkaar vergapen te hebben aan alle natuur en het prachtige water en geluisterd te hebben naar de kakofonie van geluiden uit de jungle (ga maar eens op zo’n kajak liggen, doe je ogen dicht en luister; magisch) is het tijd voor de bootsafari. We varen door wat uitlopers van het meer heen en zelfs zonder dieren te zien is alles wat je ziet overweldigend. De jungle is zo levendig en zo dichtbegroeid; iedere vierkante centimeter lijkt wel een slagveld van planten en bomen die op zoek zijn naar een plek om te groeien. Als je je hier een weg doorheen wilt banen, dan moet je geen b-merk machete aan je riem gebonden hebben, want dan loop je op een tempo van zo’n drie meter per uur.

Het duurt niet lang voor we de eerste aapjes zien. Natuurlijk is het leuk om een familie van die luilakken op plekken als Hua Hin of Battambang te zien chillen bij een tempel, maar om ze hier te spotten in de jungle heeft wat bijzonders. Het valt bijna niet uit te leggen. Zo’n gevoel hadden we ook in Namibië en Botswana, waar zo’n olifant die je tegen het lijf loopt tijdens een safari tien keer mooier is dan een olifant in de dierentuin. De eerste aapjes die we zagen, zaten nog goed beschut achter het gebladerte van een boom. Daarna zagen we er eentje die zich een weg had weten te banen naar de top van het bladerdek, maar het hoogtepunt was het laatste apenspotmoment: een grote familie van aapjes met een paar babyaapjes die zich een weg door de onvergefelijke jungle probeerde te banen. Ik heb de cameralens naar hartenlust op de beesten kunnen botvieren en er zitten wat puike kiekjes bij. Weergaloos.

De avond sluiten we met een biertje af. Wat ik eerder zei, klopte. Voor de tour zagen we mensen die we nooit gezien hadden en totaal niet kenden. Nu, diezelfde avond, zit je met een aantal van die mensen en heb je het idee dat je ze al jaren kent. En we blijven erbij: alleen dat soort momenten maakt een meerdaagse tour al de moeite waard. De groep die we hebben is een bijzondere: we zijn allemaal zó verschillend en dat is tegelijkertijd ook het mooie. In het dagelijkse leven zul je nooit in zulk gezelschap verkeren. Dan blijf je toch in die bubbel waar je in zit (waar op zich niks mis mee is) en treedt je daar niet buiten. Nu is dat anders en dat is geweldig. Het is zelfs zo gezellig, dat we helemaal geen groepsfoto of iets dergelijks hebben. Daar denk je dan helemaal niet over na, of zo, maar dat is wel jammer. Nou ja, goed, daar leren we ook weer van, dat doen we de volgende keer wel weer.


De wekker gaat vroeg, want we gaan de boot op om de zonsopgang te bekijken. Althans, het gros van de groep gaat de boot op om de zonsopgang te bekijken, maar wij niet. Waarom? Meer dan de zonsopgang bekijken gaat er eigenlijk niet gebeuren op de boot, dus waarom doen we dan niet hetzelfde, maar dan romantisch met z’n tweetjes op een kajak? We hebben immers onze kajakskills hervonden en ditmaal pakken we een kajak die wel capabel genoeg is om niet om de haverklap te kantelen en peddelen we naar het midden van het meer. Hoewel de zonsopgang tegenvalt vanwege de bewolking en we dus eigenlijk geen zon zien, is zo’n moment wel magisch. Als backpacker heb je niet helemaal de vrijheid om te gaan en staan waar je wilt. Daar zal menig backpacker het mee oneens zijn, maar omdat we al ontzettend veel met de (huur)auto gereisd hebben, mis je toch net dat stukje vrijheid dat je wel hebt met een auto en mist wanneer je afhankelijk bent van anderen als het gaat om je vervoer. Bijna altijd wordt je wel van stad naar stad gebracht en kost het tijd en geld om daarbuiten te komen. De stilte die alleen doorbroken worden door de levendige jungle, is dus niet iets wat we iedere dag ervaren, maar dus genieten we er des te meer van wanneer we met z’n tweetjes op de kajak zitten, te midden van Khao Sok. Alleen, in een orkest van met junglegeluiden gevulde stilte.

Als we denken dat we het toppunt gehad hebben van onze tour, komen we nog voor een verrassing te staan. Na het ontbijt varen we een uurtje naar het startpunt van een junglehike. Aanvankelijk hebben we de angst dat het een beetje filelopen wordt (tja, klagen over een file terwijl je daar zelf deel van uitmaakt is een beetje hetzelfde als klagen over massatoerisme) vanwege het feit dat bijna iedereen uit de drijvende huisjes deel wil nemen aan de hike, maar dat blijkt mee te vallen. Waar de wandeling als zodanig begint, verandert de hike al snel in geklim en geklauter en doen we niet meer zo veel onder voor de apen die we een dag eerder zagen: over boomstammen, door beekjes en tussen rotspartijen door banen we ons een weg naar een grot en die grot overtreft alle verwachtingen die we hebben.

De grot is 900 meter lang. Door de alomtegenwoordigheid van karst in Zuidoost-Azië, stikt het hier van de grotten en we denken dat we dat we qua grotten alles wel gezien hebben. Fout! Als we de grot waar we zo’n veertig minuten in doorbrengen doorkruist hebben, weten we dat dat niet waar is. Wat. Was. Dit. Vet! Meer dan eens staan we tot onze enkels in het water om deze grot te overwinnen. Geen gebaand vlonderpad door de grot heen, maar gewoon de natuur op z’n ruigst. Vleermuizen zitten bij honderden tegen het plafond van de grot geplakt en kijken nieuwsgierig naar de bezoekers (of dat denk ik, want iedere dag komt er rond hetzelfde tijdstip een groep toeristen op de koffie) en er zitten spinnen die rechtstreeks uit je ergste nachtmerries komen waarvan de grootste naar schatten zo’n vijfendertig (!) centimeter lang is. Naarmate we ons een weg banen richting het einde, wordt het water dieper en er zijn gewoon meterslange stukken die we zwemmend af moeten leggen. Oh ja, dat hoofdlampje dat we gisteren kochten? Komt hier behoorlijk goed van pas.

Na die hike zit de overnight tour in het National Park van veel bomen en veel water erop. We varen anderhalf uur terug naar de kade en iedereen is het erover eens: dit is misschien wel het mooiste wat we in Thailand gedaan hebben, ook al verschillen onze individuele reisroutes nog zo veel. Bij terugkomst nemen we afscheid van de grote groep mensen waar we in korte tijd zo veel over en van geleerd hebben en als Geertje en ik weer samen met z’n tweetjes een goedkope burger soldaat maken in Khao Sok Village, weten we het zeker: deze trip heeft alle verwachtingen overtroffen.

Wat moet je wél doen?

  1. Kajakken bij zonsopgang. Het klinkt verdomd zweverig om te zeggen dat je één bent met de natuur als je 's ochtends in alle rust op het water dobbert met je kajakje, maar eerlijk is eerlijk, dan ben je ook even één met de natuur. Of die zonsopgang door de bewolking nou naar de Filistijnen gaat of niet, maakt dan eigenlijk ook niet zo veel meer uit.
  2. De junglehike met grot. Wat. Een. Grot. Ben je dood- en doodop van grotten? Maakt niet uit. De hike naar deze grot waarvan we de naam vergeten zijn is klauteren geblazen, maar tegelijkertijd ook helemaal niet vermoeiend en werkt als een wekker uit de nineties tegen je grotvermoeidheid. Doe 'm alleen niet op slippers of blote voeten. In dat geval past deze hike beter in dat andere rijtje van deze rubriek.
  3. Een beetje socializen. Een overnight tour wordt tien keer leuker wanneer je je niet opstelt als zolderkamerkluizenaar. Dat was in Sa Pa bij de valleitrekking zo, dat was in Houayxai bij de Gibbon Experience zo en dat is nu weer zo. Eén van de leukste dingen aan je reis is het ontmoeten van andere mensen, het delen van jouw verhalen en het horen van hun verhalen.
  4. Doe de bootsafari. Alle activiteiten zijn optioneel. De junglehike, het kajakken en ook de bootsafari. De waarheid is dat iedere activiteit tijdens de tour de moeite waard is. Zo ook de bootsafari, waar de kans enorm is om je schoonmoeder in het wild te spotten en je (met HEEL VEEL geluk) ook een olifantje te zien kunt krijgen. 
  5. Begin de dag met een duik. Je kunt op veel manieren je dag beginnen. Normaliter scrollen we een beetje door onze telefoons heen terwijl de slaap langzaam uit je ogen verdwijnt. In Khao Sok deden we dat niet. Voor het kajakken namen we een duik in het prachtige, stille water van het meer en ik kan je met zekerheid vertellen dat er weinig ochtenden zijn geweest in mijn leven die beter begonnen dan deze. Geef je duik daarna een vervolg met een kopje koffie aan een van de terrasjes langs het water en dat perfecte sprookjesgevoel dat je altijd krijgt van die bewerkte Instagramreels, is opeens realiteit. 

Wat moet je níét doen?

  1. Geen tweedaagse tour boeken. Je kunt ook kiezen voor een eendaagse, of zelfs een driedaagse tour. Waarom je die eendaagse tour niet moet boeken, ga ik je niet eens uitleggen. Dan slaap je dus niet op het water. K*t, heb ik het toch uitgelegd. Goed, zo'n driedaagse tour klinkt aantrekkelijk, maar veel mensen op de boot deden die driedaagse en begonnen een dag eerder al, maar dan trek je de portemonnee flink en slaap je niet op het water en volgens niemand was die extra dag het echt waard, maar waren juist de laatste twee (die wij ook deden) veruit het leukste.
  2. Accurate informatie van de gidsen verwachten. Het lijkt eerder de regel dan de uitzondering te zijn in Zuid-Thailand dat de gidsen niet zo bijster veel van hun eigen omgeving weten, maar het kan ook zo zijn dat ze niet zo goed weten hoe ze dat in het Engels naar je moeten vertalen. Hoe het ook zij, iedere aap die we zagen (groot of klein, bruin, zwart of gelig) was een gibbon en zodra ik vraag naar wat voor spinnen we in de grot gezien hebben, is het antwoord steevast zonder uitzondering 'big spider, big spider!' (altijd twee keer). Daar kun je niet zo veel mee.
  3. De zonsopkomst op de boot bekijken. Was iedere activiteit de moeite waard? Jazeker en ook de zonsopkomst op de boot is de moeite waard, maar we denken dat dat moment de ultieme gelegenheid biedt om in alle rust en sereniteit de zonsopkomst voor jezelf te houden op de kajak. Maar ja, smaken verschillen, hé? Doe wat je niet laten kunt.

Reactie plaatsen

Reacties

Anita
2 jaar geleden

Nou deze foto's zijn weer meer waar ik naar uitkijk.
Prachtig die natuur!
Maar wat verdrietig dat je afscheid hebt moete nemen van je lieve oma. Nogmaals gecondoleerd.
Ik weet zeker dat ze in jullie gedachten met jullie meereist. -X-