Koh Lipe - Je ontmoet elkaar altijd twee keer

Gepubliceerd op 24 januari 2024 om 15:50

Ik heb een massage nodig. De reis van Khao Sok Village naar alweer onze laatste bestemming in Thailand, Koh Lipe, is niet binnen één dag af te leggen. Om er te komen, verblijven we een nachtje in, jawel, Koh Lanta. Hopelijk loopt ons volgende bezoek aan Koh Lanta beter af. Waarom ik een massage nodig heb? We doen er meer dan acht uur over om van Khao Sok naar Koh Lanta te gaan. In principe is dat niet zo erg, maar deze keer doen we zo’n rit per minivan (bussen gaan niet van hier nog dieper het zuiden in). Een minivan? Die is echt mini. Onze langste minivanrit was van Luang Prabang naar Vientiane, zo’n vijfenhalf uur. Dit tochtje is de helft langer. Zo’n minivan is niet gemaakt voor westerse reuzen van 1.90 meter zoals ik. Die zijn gemaakt voor mensen met dwerggroei als Geertje. De route hoeft overigens niet per se zo lang te duren, ware het niet dat onze chauffeur te veel ‘Zaai’ heeft gekeken en zich postbode Siemen waant: om de haverklap stoppen we weer om een nieuw pakket af te leveren bij een of ander hutje dat op een vrije zaterdagmiddag in drie uur tijd in elkaar geflanst is.

Terug op KOh Lanta

Als we veilig en wel aankomen op Koh Lanta en wat gaan eten bij een van de vele restaurantjes die op houten steigers boven de zee gebouwd zijn, trekken we de conclusie dat Koh Lanta zomaar eens een best leuk eiland zou kunnen zijn. We bezoeken het eiland nu twee keer, maar we weten er geen bal van af. Eén keer vanwege het ziekenhuis, nu omdat het als tussenstop dient. Omdat de eindtijd van ons Thaise visum weer aan de deur begint te kloppen en we heel graag naar Koh Lipe willen, is het simpelweg niet mogelijk om langer op Koh Lanta te verblijven. Jammer, maar mochten we ooit terugkeren, dan weten we zeker dat we een derde bezoek gaan brengen aan Koh Lanta en we tegen die tijd het eiland wél recht gaan doen.

Die avond op Koh Lanta denken we dat ons Instagramaccount viraal is gegaan. Ene Karo glijdt subtiel onze DM’s binnen om te vragen via welke organisatie we de overnight tour in Khao Sok hebben geboekt. In hoogstaand Engels lichten we onze ervaringen als volleerd influencers toe en bevelen we Karo aan de overnight tour via Smileytours te boeken. “I’m here in Ao Nang with Billy and Laura and they want to book as well!” luidt Karo’s antwoord. Billy en Laura? De Tottenhamfan en mijn persoonlijke kapster die we in Ben Tre ontmoet hebben? Even later valt het kwartje. Karo is kort voor Karola (altijd gedacht dat we haar naam met een ‘c’ moesten schrijven), de Zwitser die we diezelfde avond ontmoet hebben tijdens de uit de hand gelopen tea party waarbij een twintigtal shotjes rijstwijn een weg naar onze lever vonden. Geertje had die avond blijkbaar ons Instagramaccount gedeeld met Karo, maar daar weten we allebei net zo veel van als van het ontstaan van wortelstamppot. Maar wat blijkt: Karo gaat morgen ook naar Koh Lipe, net als wij! Dat smeekt om een reünie. Ik herinner me wat Karo zei in Ben Tre: “you always meet twice”. Een Zwitsers gezegde, blijkbaar, en heel erg van toepassing op de avonden die komen gaan.

Aankomst op Koh Lipe

Die reünie gaat er komen, maar niet voordat we ons dagprogramma bij aankomst na een drie uur durende boottocht er even in sneltreinvaart doorheen jagen. Hoewel de pijn weg is, is de staat van Geertjes oor nog steeds belabberd. Een huisartsbezoek achten we noodzakelijk, aangezien al twee artsen gezegd hadden dat het 5 dagen zou duren voor alle klachten tot het verleden zouden behoren, maar inmiddels zijn we drie weken verder en is het nog steeds armoede. Gelukkig luidt het oordeel voor de derde keer dat er geen gaatje of scheurtje in het trommelvlies zichtbaar is, hoewel de arts zegt dat Geertje bij haar linkeroor (de boosdoener) een merkwaardige kronkel in het oorkanaal heeft. Ik weet niet wat m’n schoonmoeder Anita tijdens de zwangerschap allemaal heeft gedaan, maar dat misvormde oorkanaal kan toegevoegd worden aan het lijstje aangeboren mankementen, waar haar scheve rug door de scoliose, haar voeten die beide een andere schoenmaat vereisen en haar heupen waarbij een waterpas overstuur zou raken, al lang en breed een plekje verworven hebben. Wel is de infectie nog niet verholpen en zoals we het van de Thai gewend zijn, wordt er weer een breed scala aan medicatie voorgeschoteld. Na een derde keer geen gat in het trommelvlies ontdekt te hebben, hebben we deze keer eindelijk hoop in een goede afloop. Geertje gaat aan de antibiotica (voor de tweede keer), oordruppels en een of andere oordrukmedicatie dat haar gehoor zal moeten verbeteren. Ze is net Geertjes opa zonder gehoorapparaat: "wat zeg je?" wordt tegenwoordig vaker gezegd dan "ik hou van je". Naast die infectie is het gehoor aan de linkerzijde ook wat minder.

Na die massage waar ik (en Geertje altijd) broodnodig aan toe was, eten we wat bij een van de lekkerste Thaise restaurantjes in de twee maanden die we in Thailand vertoefd hebben. En dan volgt de reünie met Karo! We hebben een gezellige avond met Karo, die intussen in Oostenrijk woont, en Kay, haar vriend uit Wenen die nu ook is overgevlogen en twee maanden met haar meereist. Normaal gesproken versta ik best een aardig woordje Duits, maar het Duits dat het liefdeskindje is van het Oostenrijkse Duits van Kay en het Zwitserse Duits van Karo, is niet te volgen. Nederland blijkt niet het enige land te zijn met bijzonder uiteenlopende dialecten. De avond loopt ietwat uit de hand (mede door het slakkentempo dat de Zuid-Thaise service kenmerkt) en we liggen ergens tussen twaalf en één op bed, waar we morgen alle vier op moeten staan voor een snorkeltour naar de eilanden rondom Koh Lipe.

Snorkeltour door Turatao National Park

De kater wint het niet van onze fitheid (we hadden ook maar vier/vijf drankjes op) en alle vier staan we ’s ochtends paraat voor een snorkeltour. Koh Lipe staat bekend als geweldige duiklocatie, maar Geertjes oor verkeert nog steeds in verkrachte staat, dus zit er niet meer op dan het doen van een snorkeltour. Ik zal later nog gaan duiken, maar om ervoor te zorgen dat Geertje ook wat van Koh Lipes onderwaterwereld meekrijgt, is een snorkeltour voor nu de beste optie. En de snorkeltour is… wisselvallig. Kijk, in de blog over Koh Samui heb ik al verteld dat snorkelen na het behalen van twee duikbrevetten al een beetje tegenvalt, maar vandaag komt daar nog wat bij. Na jaren keihard geroepen te hebben dat ik eigenlijk nergens bang voor ben, heb ik dan eindelijk mijn angst gevonden: kwallen.

We hebben geen goede dag uitgekozen. Als we onze gids mogen geloven (een gids die onwijs veel humor bezit, maar weinig kennis van zaken lijkt te hebben – verrassend) is het aantal kwallen in de wateren tussen de eilanden die tot het beschermde Turatao National Park behoren waar we doorheen varen, niet iedere dag zo groot. Wanneer ik op snorkelplek nummer één het water in spring, overvalt een gevoel van onheil me zoals ik nog nooit meegemaakt heb: de zee zit vol met kwallen. Maar dan ook echt VOL met kwallen. Ons duiklogboek telt intussen al elf duiken en in totaal hebben we drie kwallen gezien. Op zich niet gek, want de meeste kwallen (waaronder die dekselse kubuskwal die in Koh Rong nog wat oproer veroorzaakte waar Geertje en ik toch nog ongewild veel aan denken) leven vooral in warm, ondiep water. Warm is het hier overal, maar de meeste duikplekken zijn metersdiep, waar de meeste kwallen geen interesse in hebben. Snorkelplekken? Die gaan vaak niet dieper dan een meter of twee. Ideaal voor deze belichamingen van je ergste nachtmerries. Bovendien is een kwalletje niet zo erg, op veilige afstand. Maar nu springen we zonder duikuitrusting, volledig kwetsbaar de zee in en zodra ik met mijn duikbril onder het wateroppervlak ga, zie ik tientallen, kleine, roze kwalletjes zwemmen, ook Geertje kon ze direct zien, maar had het beter bekeken en besloot mooi huiswaarts te keren en naar de boot te zwemmen. Een vreemd soort paniek overvalt me, zoals ik dat zelden eerder heb gevoeld. Ik weet dat een kubuskwal een beetje wit-transparant is en dat de tentakels die zo’n ronddwalend moordwapen heeft en in een kwestie van uren je dood kunnen betekenen, wel tot drie meter lang kunnen worden. Deze kwallen hier zijn roze en over het algemeen niet langer dan twintig/dertig centimeter, dus ik zet m’n verstand op nul en zwem door, maar dat is allesbehalve relaxt. En ze steken nog steeds: met een paar rode, stekende striemen op m’n armen en benen die voelen als brandnetelwonden verlaat ik het water na de eerste keer snorkelen.

De tweede snorkelplek is grotendeels kwalvrij en als ik er al een spot, is die eenvoudig te ontwijken, maar op de derde plek lijkt er net weer een school naar onze snorkelplek toegetrokken te zijn op het moment dat we de weg naar onze boot weer inzetten en als ik terugzwem, overweeg ik simpelweg naar de kust te zwemmen. Daar ga ik niet doorheen, ze halen me bij het strand maar op. Uiteindelijk laat ik me niet kennen en gelukkig ben ik op tijd het water uit want zodra ik voet op het droge dek van de boot zet, ontwaart zich een enorme, roze kwal nabij de boot die simpelweg te groot is om ’s nachts als dat monster onder je bed te dienen. Geertje en Karola hadden 'm al eerder gezien, toen ze net op tijd de boot op gingen, omdat-ie even later ten tonele zou verschijnen. Verschrikkelijke dingen.

De vierde snorkelsite is het ergste. Vanaf de boot zien we letterlijk honderden van die oliedomme units vlak onder het wateroppervlak zwemmen. Honderden. Overal waar je kijkt, zwemt wel zo’n kwal in oliedomme rondjes. Kijk, als kwallen nou nuttig waren, dan hebben ze nog een soort van verzachtende factor, maar da’s ook niet het geval. De meeste kwallen leven in warme wateren en door de opwarming van de aarde (en dus ook van de zee) wordt het leefgebied van veel kwallen (waaronder die klote kubuskwal die we godzijdank nog niet tegen het lijf gezwommen zijn) alleen maar groter. Kwallen hebben geen natuurlijke vijand (welk beest zou ook stom genoeg zijn om te denken dat een kwal als lunch een goed idee is), dus ze kunnen ongestoord hun gang gaan en hebben dus bovenop hun lelijkheid en afzichtelijkheid een negatieve invloed op de biodiversiteit van de zee. Ik sla ronde vier mooi over, mij niet gezien. Dat geldt niet voor een Duitse jongen, zo bleek als het b-merk toiletpapier van de Lidl, die ook op de boot zit en zich zonder pardon in het water tussen de honderden kwallen bombardeert. Even later komt-ie wel terug op z’n besluit en hij zit weer pijlsnel op de boot. Nu is hij rood-wit als de kerstman.

Is de snorkeltour dan alleen maar een vleesgeworden nachtmerrie? Gelukkig niet. De kapitein besluit twee snorkelsites te zoeken die grotendeels kwalvrij zijn en het lukt ons om toch nog wat onbezorgd te snorkelen. Geertje springt elke keer lekker in het water voor de afkoeling (wederom met reddingsvest als voorzorg voor de oren), maar waagt – terecht – niet de gok om daadwerkelijk te snorkelen. Ondanks de snorkelaccessoires; de kans is simpelweg te groot dat er dan door een golfje water in het oor komt. De kapitein bevestigt overigens eens te meer het stereotype dat Zuid-Thaise tourgidsen bar weinig weten van wat ze aan het doen zijn. Twee keer spot ik (als enige, wat ben ik toch een ranger) een torpedoachtige vis met een heel erg lange snuit. Ik denk dat het barracuda’s (een online zoekopdracht achteraf laat zien dat het trompetvissen zijn; vette beesten) waren, maar ik weet het niet helemaal zeker omdat het de eerste keer zou zijn dat ik ze zie en als ik de kapitein een omschrijving biedt, is z’n antwoord: “yeeeees, big fish, big fish, beautiful, don’t know name, no, no, no, don’t know name.” Ja, meneer de kapitein, we hebben meermaals om je moeten lachen, maar een fooi heb je niet verdiend vandaag.

We stoppen tussendoor ook nog op een eiland met prachtige stenen die door erosie er zo bijliggen zoals ze doen en we stoppen voor een lunch op een eiland dat onderdeel uitmaakt van het Turatao National Park waar we doorheen varen, waar we een verrassend lekkere Thaise lunch verorberen en waar een heleboel apen de vrije loop hebben en absoluut niet mensenschuw zijn. Bovendien hebben we met Karo en Kay de grootste lol en ontmoeten we de Nederlandse Bastiaan, die in de buurt van Geertje is geboren en in de buurt van mij woont. Hebben we allebei op voorhand al iets gemeen met ‘m.

Goei Volk en een goeie sfeer

Als we ’s middags bij een barretje een biertje bestellen terwijl ik de blog typ en Geertje onze sociale kanalen van wat updates voorziet, komt er een plotse golf van gelukzaligheid naar boven. De tweede keer Thailand is een weg vol rotsen gebleken, maar nu zitten we hier, is alle ellende slechts een herinnering uit het verleden en zijn we weer helemaal back in the game. Die gelukzaligheid gaat wel gepaard met een behoorlijk hoog biertempo van mijn kant, dus een powernapje om op te laden voor een avondje gezelligheid en herinneringen delen met Karo, Kay en de vers aangesloten Bastiaan blijkt voor mij broodnodig, maar dan kan ik er ook weer tegenaan. En zo blij en gelukkig als we ons vandaag gevoeld hebben, zo sluiten we de dag ook af. Een paar zitzakken, het strandzand dat zich tussen je tenen door wringt, een vuurshow op het strand, een ijskoud biertje en goed gezelschap. Nee, we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet…

Een dag later verkassen we van Pattaya Beach (waar we ook de avond doorbrachten) naar de andere kant van het eiland: Sunrise Beach (daar moeten we sowieso een keer vroeg op gaan staan), waar we slapen in wel heel erg knusse bungalows met uitzicht op het strand. En dat stuk ernaartoe? Dat lopen we. Koh Lipe is klein. Heel klein. Twee vierkante kilometer groot. Even ter vergelijking: Koh Tao (voor we op Koh Lipe strandden, het kleinste eiland waar we hebben overnacht) is meer dan tien keer zo groot. Koh Samui, het grootste eiland waar we hebben overnacht, is 109 keer zo groot. Koh Lipe is echt mini. Koh Lipe is ook niet heel makkelijker bereikbaar gebleken, aangezien we twee dagen moesten uittrekken om het eiland te bereiken, en staat bekend als een van de ongereptere eilanden in Thailand. Althans, tien jaar geleden was dat zo.

Thailand staat in de top 10 qua toeristencijfers en dat is eigenlijk overal wel merkbaar. Zeker in het zuiden, waar ieder eiland in een rap tempo in toeristenbroeinest wordt omgetoverd. Hoewel Koh Lipe geen Koh Samui is (verre van), zie je die verandering hier ook al plaatsvinden. Tien jaar geleden stond hier één barretje aan het strand waar alle toeristen moesten drinken en eten (anekdotisch bewijs), maar intussen kent ook Koh Lipe zijn eigen walking street die sneller is gebouwd dan dat Google Maps de kaart heeft weten te updaten, staan overal toeristische restaurantjes en vind je online berichten over Koh Lipe die vertellen dat het nog een onontdekt oord is in het met tropische eilanden overgoten zuiden. Bronnen die al lang hun nieuwswaardigheid zijn verloren en achterlopen op de realiteit. Hoewel Koh Lipe een van de leukste eilanden is waar we geweest zijn, is Koh Lipe in die zin toch een beetje teleurstellend: onze verwachtingen lagen namelijk gewoon nog veel hoger. Tegelijkertijd hebben we ook geaccepteerd dat het alleen Sherlock Holmes nog zal lukken om echte authenticiteit in Zuid-Thailand te vinden.

Een van de leukste eilanden die toch een klein beetje teleurstelt: zó veel hadden we dus van Koh Lipe verwacht. Hoe gek het ook klinkt, is dat allerminst een belediging, want Koh Lipe is nog steeds top. We maken een korte wandeling over het eiland, zien wat woninkjes van de weinige inwoners (Koh Lipe heeft er ongeveer 1000) en wandelen een route door het groenere deel van het eiland, waarna we uiteindelijk belanden bij Sunset Beach. Sunset Beach voldoet aan de verwachtingen die we van Koh Lipe hadden voordat we er arriveerden.

Sunset Beach

Kay en Karo zitten al op ons te wachten en we lopen een steile, houten trap af en komen uit op een strand dat verborgen ligt onderaan een steile, groene klif. Het barretje waar we zitten is zo’n tropisch bamboehutje, het water is kraakhelder en bevat een paar mooie rotspartijen en de rustige strandmuziek op de achtergrond maakt het plaatje helemaal compleet. En bovendien: het is hier niet overvol. Dít is wat we in Koh Tao hadden, wat we in Koh Rong hadden. Dit is dat echte eilandgevoel waar we al sinds Koh Rong naar hunkerden en buiten het feit dat de naam ‘Sunset Beach’ een wassen neus is, omdat je de zon er helemaal niet onder kunt zien gaan (misschien is het de tijd van het jaar die de oorzaak is), hebben we een perfect strandje uitgekozen.

Madame yoohoo

Na de zonsondergang is het snel uit met de pret en gaat het barretje sluiten, dus voor een laat avondmaal vertrekken we naar de walking street om even lokaal wat Thais naar binnen te moffelen. We zitten immers aan het einde van ons visum en over twee dagen zijn we Thailand uit. Madame Yoohoo is een restaurantje dat aanvankelijk niets anders dan lof verdient. Alsof we Thailand met een knaller moeten verlaten, krijg ik de beste curry en Geertje de beste pad thai van Thailand voorgeschoteld, met als kers op de taart heerlijk knoflookbrood. Madame Yoohoo heet overigens niet zomaar zo. Madame Yoohoo is namelijk een Thaise vrouw van een jaar of zeventig, die zelf als de propper van haar eigen restaurant fungeert en er een verdienmodel van heeft gemaakt om aan de straat aan een stuk door ‘yoohoo, yoohoo!’ te roepen. Alsof dat nog niet voldoende is, heeft ze één reclamebord en elke menukaart versiert met een fotografisch zelfportret, verfraaid met het woord ‘yoohoo’ in tweevoud. Madame Yoohoo geeft de onomatopee een nieuwe lading. Geen muziek op de achtergrond, maar dus een onophoudelijke sequentie aan geyoohoo tijdens het eten. Wij vinden het fantastisch, maar dat Madame Yoohoo na vijfenzeventig jaar dag in dag uit yoohoo roepen niet een keer doodmoe wordt van zichzelf, is onbegrijpelijk.

We zijn het erover eens dat Madame Yoohoo op het lijstje ‘Wat moet je wél doen?’ komt onderaan de blog. Onze beste Thaise maaltijd? Die mag toch niet ontbreken? Als donderslag bij heldere hemel draait dat oordeel honderdtachtig graden. We hebben onze buikjes rond en stapelen de bordjes op elkaar om de bedienden wat tegemoet te komen en we schrikken ons rot wanneer we naar het bordje garlic bread kijken: er beweegt wat. Op dat moment loeit ons innerlijke alarm als een sirene van een ambulance. Er zitten maden op het bord. Maden! Gadverdegadver. Als er nu al twee op dat bord rondkruipen, zijn er intussen ook een hoop die zich wegwijs maken in ons spijsverteringskanaal. Kay en Karo stellen ons nog gerust door te zeggen dat die beesten wel verteerbaar zijn, maar dat werkt niet zo heel goed. Jullie hebben ze immers niet opgegeten toch? Van een excuus van een van Madame Yoohoo’s discipelen komt het ook niet: nonchalant en ongeïnteresseerd neemt de bediende het bordje in beslag op het moment dat Karo respectvol uiteenzet dat er wat maden het brood voor woonplaats aanzagen. Wat zou het ook; wij zoeken intussen vast naar ziekenhuizen in Maleisië om te kijken waar we onze volgende darminfectie uit kunnen gaan zitten.

Bij een barretje sluiten we de avond af met het cocktailkoningskoppel Kai en Karo (Kai gaat in Wenen een cocktailbar overnemen en blijkt onwijs veel kennis te hebben van cocktails) en zeggen we voorlopig vaarwel tegen onze nieuwe Zwitsers-Oostenrijkse vrienden. We beloven plechtig dat we ze een keer op gaan zoeken in Wenen (toch al een stad waar we ooit heen willen) en zweren dat ‘you always meet twice’ in dit geval ‘you always meet thrice’ gaat worden.

Geertjes dag alleen

De laatste dag Koh Lipe staat voor de boeg! En daarmee ook de laatste dag in Thailand. Geertje doet vandaag niet zo veel. Een gratis controlebezoek aan de huisarts (die gelukkig weer dezelfde conclusie trekt) staat op de planning en met veel zonnen (en het spotten van een enorme, blauwe kwal in de zee) en een bezoek aan de beste massage die ze in Azië gehad heeft, maakt ze de dag vol. De beste massage van Azië… hoe meet je zoiets? Nou, als je tijdens de massage al op een heerlijk zacht bedje mag plaatsnemen, er van die serene, rustgevende, oosterse muziek door de ruimte heen dartelt en de massage ook nog eens precies de goede plekjes weet te raken waardoor je in slaap valt, begrijp ik helemaal waarom Geertje nou net die masseuse van deze felbegeerde titel voorziet.

Waar we ook een beetje om moeten lachen is de Zuid-Thaise mentaliteit. Door dat massatoerisme (de volgende keer dat ik erover begin trakteer ik op taart) wordt de bevolking lamlendig. ‘Dat geld komt toch wel binnen', weet je wel? Het begint al bij de tourgidsen die van de hoed de rand niet weten aan te wijzen, maar het gaat verder. Als Geertje de massagesalon verlaat liggen de masseuses gewoon allemaal binnen te slapen. Het is het eind van de ochtend! Ze hebben hier geen siësta’s, dus gooi het daar niet op. Een massagesalon die gewoon geopend is, maar waar het personeel binnen ligt te slapen. Want ja, de toeristen lopen toch wel binnen, dat geld rolt toch wel. Aangezien Geertje nog niets op had, trakteert ze zichzelf lekker op een broodje avocado met ei. Moet ook wat hé.

Niels' duikdag

Ik ben gaan duiken. Het verhaal over Geertjes oor kennen we intussen wel, die is niet mee en ik werd in een groep gezet met de Oostenrijkse Daniël en het Catalaanse koppel Albert en Montserrat. Voor het eerst duik ik zonder Geertje als buddy, maar gelukkig vervult Daniël die rol vlekkeloos en worden we door de Spaanse instructrice Sonia klaargestoomd voor drie duiken.

Ik ga het kort houden, want deze blog begint al aardig lang te worden. Ik denk dat duiken in Koh Lipe heel erg mooi kan zijn. De wateren rondom Koh Lipe zitten vol met leven zoals ik nog niet eerder gezien heb en we zien ontzettend veel op de zeebodem. Onze eerste duik bij de duiksite Long Beach, maakt wel duidelijk dat we niet het juiste seizoen hebben: ons zicht is slechts drie meter. Als er een haai een paar meter voor ons langs zwemt, is de kans groot dat we ‘m simpelweg niet zien. Bij de tweede duiksite (Tallang Steps) is het zicht al wat beter (zo’n zes à zeven meter), maar is de stroming onderwater alsof je op een dijk tegen de wind van storm Isha in fietst. Ik dacht altijd dat ik met twee zwemdiplomaatjes ieder watertje wel de baas kon, maar zo’n stevige stroming onderwater is zelfs voor zo'n doorgewinterd zwemmer als ik niet te doen. Zelfs met flippers (waardoor je veel harder kunt zwemmen) is tegen deze stroming in zwemmen onbegonnen werk: met man en macht zwemmen we, maar we komen geen meter vooruit. Sterker nog, we gaan gewoon achteruit. Sonia besluit wijselijk een andere route te nemen. De derde duiksite (Stonehenge) is geweldig: overal waar je kijkt, zwemt wel iets van leven.

Hoewel de duikinstructeurs balen, ben ik weer zo blij als een kind in de snoepwinkel, want jeetje, wat is die Andamanse Zee rondom Koh Lipe een levendige. Ik zei al: ga je hier in een goed seizoen, dan lijkt deze zee me echt verbazingwekkend mooi. Zo’n slechte zichtbaarheid en zo’n hevige stroming heb ik nog niet eerder meegemaakt en dat had eigenlijk ook wel weer wat. En ondanks dat, hier even een opsomming van dieren die ik wel gezien heb: een stuk of twintig bannervissen bij elkaar, een stuk of zeven koraalduivels, een enorme oorkwal, een reuzenmurene, een rog, een grote krab, drie puffervissen en twee schorpioenvissen. Da’s een behoorlijke vangst voor een paar duiken met zo’n lage zichtbaarheid. (De foto's komen later nog: Daniël, die een go-pro bij zich had, kan ze pas sturen wanneer hij over twee weken weer thuis is. De foto's die je nu ziet zijn van Google geleend en zijn van de zeebeesten die ik gezien heb. Verbind zelf de stipjes maar met elkaar.)

Na de duiken wissel ik nog even nummers uit met Albert en Montserrat omdat dat wel klikte en we ’s avonds wel een drankje willen doen. Uiteindelijk komt dat drankje er niet meer van, want drie duiken op een dag hakken er in alsof de man met de hamer een bakje koffie is komen drinken en met de gedachte dat we iedereen twee keer in ons leven ontmoeten, gok ik dat ik Albert en Montserrat nog wel een keer aan Geertje kan introduceren. We sluiten Thailand af met een drankje op het strand, maar door de vermoeidheid van een intensieve laatste dag, geven we er vroeg de brui aan. Dat vinden we niet zo’n ramp, want we zijn wel heel benieuwd geworden naar Maleisië en hoewel we fantastische dingen in het zuiden hebben gezien en gedaan, is het zuiden toch wel een beetje tegengevallen dankzij het overlijden van mijn oma, het ziekenhuisbezoek, onze veel te lange week in Hua Hin en het massatoerisme dat voor Zuid-Thailand tekenend is (daarmee doelen we niet alleen, maar met name op Koh Samui).

Gek is dat niet: Thailand heeft nou eenmaal niet zo veel grondstoffen om het BNP lekker hoog te houden, dus ze moeten vol inzetten op het toerisme en dat doen ze gewoon heel erg goed. Waar het ze aan grondstoffen ontbreekt, hebben ze tropische eilanden om iedere kinderhand op een basisschool te vullen. Thailand is makkelijk begaanbaar, veilig en, eerlijk is eerlijk, de eilanden in het zuiden zijn simpelweg zo mooi dat ze rechtstreeks uit een fantasieverhaal lijken te komen en al die factoren maakt ook dat je er niet van moet opkijken dat het er zo ontzettend toeristisch is. Desalniettemin is dat wel de reden dat we het helemaal niet zo erg vinden om Thailand te verlaten. Op naar het vijfde land op onze route: Maleisië, beginnend op het tropische eiland Langkawi.

Wat moet je wél doen?

  1. Duiken. Ik heb niet het goede duikseizoen uitgekozen voor Koh Lipe, maar dat maakt niet zo'n verschil. Zelfs de flinke stroming en de slechte zichtbaarheid konden geen roet gooien in het eten dat de levendigste wateren waren die ik tot nu toe gezien heb. Zelfs al ben je buiten het seizoen, dan nog wordt je links en rechts verrast door een enorme verscheidenheid aan wezens die zich onder het wateroppervlak schuilhouden.
  2. Sunset Beach. Wauw, Sunset Beach. Gelegen aan de noordkust van Koh Lipe, waar het heel veel minder toeristisch is, voel je dat echte, authentieke eilandgevoel dat je in Thailand twintig jaar geleden ongetwijfeld op meer plekken zou hebben kunnen ervaren. Dat Sunset Beach je geen sunset geeft, is een kleinigheidje: de steile, groene klif aan het strand, de gladde ronde rotsen in de zee, het heerlijke Caribische sfeertje en het prachtige, warme zeewater maken dat allemaal goed. 
  3. Een massage pakken. Toegegeven, het nemen van een massage kun je bij elke locatie in Thailand wel toevoegen, maar de massages op Koh Lipe zijn toch wel de beste die we gehad hebben. Meestal is een activiteit of bezienswaardigheid waarbij je in slaap valt een slecht teken, maar in dit geval absoluut niet.
  4. Turatao National Park bezoeken met een eilandtour. Eilanden als Koh Rawi en Koh Adang die om Koh Lipe liggen, behoren tot het Turatao National Park. Tropisch en idyllisch, maar omdat ze beschermd natuurgebied zijn, mag je er niet overnachten en ze alleen bezoeken met een tour. Doe dat laatste dus. Hier ze je de prachtigste, meest ongerepte eilanden zoals je ze nog van de googlefoto's kent. Combineer de eilanden alleen niet met...

Wat moet je níét doen?

  1. ...een snorkeltour! Ja, daar krijg je spijt van. Het wateroppervlak kent meer kwallen dan water  en als je er even niet aan denkt en je het water in springt wordt je al een keer of zes gestoken voor je 'teringzooi' kunt uitschreeuwen. Tenzij pijn je fetisj is, moet je aan het begin van het jaar (wel belangrijk, er zitten niet altijd kwallen) geen snorkeltourorganisator in Koh Lipe raadplegen.
  2. Een onontdekt eiland verwachten. Want dat is het al lang niet meer. Geertje en ik wagen graag nog een keer de uitdaging om op zoek te gaan naar echte onontdekte Thaise eilanden, want da's nog niet zo makkelijk gebleken. Zuid-Thailand en toerisme kun je in één adem noemen. Dat is jammer, maar ook simpelweg iets waar je je op moet instellen als je Zuid-Thailand bezoekt.
  3. Eten bij Madame Yoohoo. Eerlijkheidshalve doet het gewoon pijn om die lieve Madame Yoohoo op deze lijst te zetten, maar we kunnen gewoon niet anders. Kijk, het eten van haar Thaise restaurantje is overheerlijk en de maaltijd die we op hebben is een van de beste in vier maanden tijd. Bovendien is de niche die ze gevonden heeft met haar enthousiaste geyoohoo de hele avond door, aanstekelijk en een attractie op zich. We kunnen alleen niet om het feit heen draaien dat er eten geserveerd wordt waar maden in rondkruipen. MADEN! Sorry, Madame Yoohoo, maar dat is onvergefelijk.

Reactie plaatsen? Gebruik het bovenste blok!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Reactie plaatsen

Reacties

Anita
2 jaar geleden

Yohoooo Niels, wat zeg jij nou over Geertjes dwerggroei en door generaties doorgegeven ruggetje? Of de kronkel in haar oor en verschillende grootte in voeten (wat ik overigens niet wist😳). Weet je hoe hard ik geknutseld heb om het mooiste meisje af te leveren dat er is?
Dan weet ik niet waar jij je verstand dan hebt achtergelaten en wanneer je je afspraak bij de opticien bent vergeten…. 🤪.
Ben zuinig op dit pareltje hè anders laat ik je nog een keer yohoo roepen 💪.
Nu ik deze reactie schrijf ben ik net terug van mijn bezoek aan jullie in Maleisië.
Ben benieuwd naar dat verhaal. Pas op hè!