Thailand… of je er nou geweest bent of niet; Thailand is een land waar iedereen op de een of andere manier wel een beeld bij heeft. Het is sowieso een van de bekendste landen van Azië en voor corona stond Thailand op de achtste plek als het gaat om toeristenaantallen. Niet zo gek, want jongens, wat is hier veel variatie te vinden. Van weelderige jungles tot dromerige, tropische eilanden, van kleurrijke tempels tot bruisende en chaotische steden. Om het af te maken ook nog eens een heel vriendelijke bevolking waar je vaak met een glimlach begroet wordt en veiliger ga je je op weinig plekken in de wereld voelen. Wat heeft Thailand niet? (Zeg geen gletsjers of zo, want dan ben je af.)
We zijn twee maanden in Thailand geweest. Da’s lang. De eerste maand toen we onze reis begonnen van 12 september tot 11 oktober en voor de tweede keer nadat we op 21 december Cambodja verlaten hadden, tot 19 januari in het huidige jaar waarop we de boot naar Maleisië namen. Twee maanden geven ons een goed beeld om de veelzijdigheid van Thailand te omschrijven maar om Thailand samen te vatten in twee korte lijstjes, is al een uitdaging op zich en er zijn genoeg activiteiten die buiten de boot gaan vallen. Maar ja, hoort erbij hé?
3x minder leuk aan Thailand
3. Khaosan Road
We landen laat in Bangkok en het is bijna elf uur ’s avonds als we arriveren bij ons guesthouse naast Khaosan Road, de beroemde toeristentrekker van Bangkok, als we de straat opwandelen en onze ogen te goed doen aan het chaotische fiasco dat Khaosan Road is. Met een zompige, haastig in elkaar geflanste pad thai die smaakt naar alpaca-alvleesklier nemen we de boel eens goed in ons op: matige muziek, streetfood dat door middelmaat gekenmerkt wordt, kneiterbezopen Britten en een erehaag aan opdringerige proppers van derderangs uitgaansgelegenheden. Op Khaosan Road zouden we niet veel vaker meer komen en dat zou jij ook niet moeten doen. Ga in plaats daarvan naar Soi Rambuttri, een leukere, mooiere, en rustigere straat die parallel loopt aan deze tourist trap.
2. Het massatoerisme
Thailand is toeristisch. Dat weet je van tevoren. Dat het zó toeristisch is, hadden we niet verwacht. De eerste maand viel dat nog niet zo op. Ook omdat we geen vergelijkingsmateriaal hadden, maar ook omdat het toerismein het zuiden van Thailand lijkt te vertienvoudigen (hoewel we, als we later naar Noord- en Centraal-Thailand zouden gaan, misschien een vergelijkbaar oordeel zouden vellen).
Welk eiland je ook pakt (waarbij onlinebronnen inmiddels niet meer up-to-date zijn), overal krijg je het gevoel dat alles erop toegespitst is om het voor de vakantieganger zo makkelijk mogelijk te maken. Fijn als je voor de eerste keer buiten Europa reist, maar je moet een verdomd goede detective zijn om in het zuiden nog authenticiteit te vinden. Het onbetwiste toppunt is Koh Samui. Haal je de staatnaam- en reclameborden weg, dan zou je niet eens weten dat je in Thailand bent. Als we nog een keer terugkeren in Thailand, gaan we er in elk geval een sport van maken om echte onontdekte Thaise eilanden te vinden.
1. Het centrum van Hua Hin
Het zou makkelijk zijn om mijn ziekenhuisbezoek in Trang op één te zetten, maar ook een beetje oneerlijk. Ziek worden en oud en nieuw met de Thaise verpleegsters vieren, is namelijk geen activiteit die je vooraf op de bucketlijst noteert. Dat overkomt je.
Waar we wel voor kiezen, is Hua Hin bezoeken met Geertjes broer Dennis, een bestemming waarvoor de interesse gewekt is door Martijns Say Cheese van B&B Vol Liefde. En eerlijk, hij heeft een leuk tentje. Hua Hin heeft vijfenveertig minuten buiten de stad ook een fantastische wijngaard en het nabijgelegen waterpark heeft knotsgekke glijbanen en is een geweldig dagje uit. Maar dat centrum… Verschrikkelijk. Na twee dagen wil je er gewoon weg. Hua Hin is een dorp uit een wetteloze westernfilm in een Aziatisch jasje. Sekstoerisme is alomtegenwoordig en als je de eerste keer al kokhalst omdat er een westerse drietonner hand in hand loopt met een net 18-jarige Thaise schone, moet je je eens voorstellen hoe je je voelt als je dat voor de tweehonderdvijfentachtigste keer ziet. Blijf ver van het centrum vol hoerenlopers. Ik meen het.
7x Thailand is geweldig
7. Een tempeldagje in Chiang Rai
De mooiste tempels van Zuidoost-Azië? Zoek niet verder dan Angkor Wat in Siem Reap! Huh? Dit is Thailand? Geen Cambodja? Oké, Angkor Wat is een klasse apart als het om tempels gaat. Als Angkor Wat het Bayern München onder de tempels is, dan zijn de tempels van Chiang Rai Borussia Dortmund.
Wij hebben de blauwe tempel, de witte tempel en de zwarte tempel (geen tempel, eigenlijk, maar wat zou het, voeg ‘m gewoon aan je dagtripje toe) bezocht in Chiang Rai en dat terwijl we tempelmoe waren na het overschot aan tempels in Bangkok, Pai en Chiang Mai. Dat gevoel verdween voor een dagje in Chiang Rai, want Chiang Rai heeft toch wel bij uitstek de mooiste tempels van Thailand. Tip van de pro’s: bewaar de witte tempel voor het laatst, want die is echt het mooiste van allemaal. Eindigen met een klapper, nietwaar?
6. met de longtailboat door de klongs van Bangkok
Waar begin je in Bangkok? Bangkok is een stad van superlatieven. Talloze tempels, verschillende buurten met elk hun eigen sfeertje, een veelvoud aan lokale gerechten die, als je ze onder elkaar zou opschrijven, je een lijst geven die langer is dan het Sinterklaasverlanglijstje van een enig kind in een miljonairsfamilie. Hoe doe je Bangkok recht aan? Eerlijk gezegd weten we dat ook niet precies. Daarvoor is de stad te groot. Wat in elk geval een goede manier is, is het nemen van een longtailboat door de klongs van Bangkok, waardoor je jezelf een letterlijk kijkje verschaft in de achtertuin van de plaatselijke bevolking. Hoogtepunt van de tour is toch wel de drijvende markt die je bezoekt, nog steeds een van onze favoriete markten die we in Azië bezocht hebben, waar de inwoners op kleine bootjes bij elkaar komen om elkaar te voorzien van levensmiddelen, kleding en nog veel en veel meer.
5. (Duiken op) Koh Lipe
Koh Lipe. Volgens internet nog een verborgen Thais oord, maar de realiteit heeft die mythe al lang achterhaalt. Desondanks is het echte massatoerisme (ik kijk naar jou, Koh Samui) hier nog niet écht aanwezig en moet je hier eigenlijk heen gaan ‘nu het nog kan’. Want Koh Lipe is gewoon een klein, maar prachtig eiland, met (als je ze goed tussen alle toeristische eetgelegenheden weet te filteren) een geweldige keuken.
Het valt je misschien op dat ‘duiken’ tussen haakjes staat. Ik kon er namelijk duiken, Geertje vanwege haar oormankementen niet. De zee rondom Koh Lipe is bizar levendig en zelfs met het slechte zicht (tijd van het jaar, is niet altijd zo) is het een feest om rondom Koh Lipe te duiken, want je ziet er van alles. Ook zonder brevet is Koh Lipe een snorkelparadijs (afgezien van de kwallen die met biljoenen deze kant op drijven begin van het jaar) en is er voor mensen zoals Geertje genoeg te beleven. Om Koh Lipe heen liggen een aantal prachtige, onbewoonde eilanden die bij het Turatao National Park horen. Op zoek naar tropische, Caribische sferen? Boek een retourtje Koh Lipe!
4. Scooteren op Koh Tao
Koh Tao is toch wel het mooiste eiland dat we gezien hebben in Zuidoost-Azië. Rustig, klein en makkelijk berijdbaar en toch nog zo veel hoogtepunten op nog geen dertig vierkante kilometer. Uitzichtpunten als John Suwan Point en Sunset Viewpoint zijn weergaloos en zoek je naar unieke stranden, dan ben je op Koh Tao ook aan het goede adres. Shark Bay is een fantastisch strand om te snorkelen. Freedom Beach is afgelegen en een klein paradijsje met prachtig geboomte. Tanote Bay kent een enorme rots die je met gevaar voor eigen leven kunt beklimmen om een cliff jump van zo’n twintig meter te maken (het hart in de keel. Mijn god, wat een adrenaline giert er bovenop die rots door je lijf). En na zo’n dagje? Massages! Met uitzicht op zee en de zonsondergang (die overigens magisch is aan de westkust van Koh Tao). Dat we dit hebben mogen doen met onze vrienden Bart en Inge, maakt alles ook zeker niet minder leuk. Scooteren op Koh Tao? Een hoogtepuntje!
3. Scooteren om en door het dorpje Pai
Wat een hippiedorp is dit zeg. Je ziet hier de meest gekke toeristische figuren door Pai lopen: ongegeneerd borstvoeding gevende moeders, mannen met vijfdehands gitaren en dreadlocks in alle kleuren van de regenboog en westerse zwervers die eigenlijk geen zwervers zijn, maar zich wel als zodanig kleden. Wat het is dat al dat volk naar Pai trekt, weten we niet, maar no judgement: dat alles maakt het dorp niet minder leuk.
Want Pai is gezellig. Pai is knus. Pai is sfeervol. Pai heeft geweldige live-muziek. Pai heeft van die heerlijke verborgen barretjes. Pai heeft fantastisch streetfood. En de allerbeste manier om Pai te ontdekken, is per motor. Huur er eentje, vergaap je aan de prachtige, bergachtige omgeving en aan de weelderige, groene jungle terwijl je met je motor omhoog en omlaag crost over bochtige, perfect onderhouden, geasfalteerde wegen. Je vindt er veel in de omgeving. Kijk maar eens op de pagina over Pai!
2. Overnight tour in Khao Sok National Park
Wat is nou de mooiste natuur die we ooit gezien hebben? De Ierse kliffen van Slieve League? De talloze IJslandse watervallen? De vallei van de rivier Nam Ou in Laos? De Surinaamse Voltzberg? Daar valt niet uit te kiezen. Wel is zeker dat Khao Sok National Park met gemak een plekje tussen die zwaargewichten verworven heeft. helderblauw meer met enorme karstbergen. In stilte en met open mond hebben we anderhalf uur gevaren door het Thaise Ha Long Bay (maar dan nóg mooier), voordat we bij een reeks drijvende huisjes aankwamen waar we zouden gaan overnachten; een ervaring die rechtstreeks uit een sprookje komt. Iedere activiteit die je hier doet, is de moeite waard. In alle rust kajakken? Kan. Een bootsafari doen om naar apen op zoek te gaan? Gewoon doen joh. Een hike door de jungle via een grot met de vetste spinnen, vleermuizen en met regenwater ondergelopen delen waar je al zwemmend doorheen moet? Absoluut. Een overnight tour in Khao Sok National Park is een van de beste keuzes die je kunt maken in je reis door Thailand. Plek één en twee van deze lijst stonden voor het vormgeven van de top 7 al als een paal boven water. Khao Sok moet alleen nét het onderspit delven en we verwachten dat plek één geen verrassing is.
1. Duikbrevetten halen op Koh Tao
Hoe kan het ook anders… Van alle ‘vogelvluchtblogs’ is deze nummer één toch wel de minst onverwachte van allemaal. Onze eerste twee weken in Thailand gelden nog altijd als twee van de beste van onze reis. Alles is nieuw, er is nog geen gewenning en dat vakantiegevoel overheerst nog. Als je dan ook nog in ’s werelds mooiste wateren een nieuwe hobby ontdekt en je met een fantastische groep niet één maar twee duikbrevetten in de wacht sleept en je jezelf ‘advanced scubadiver’ mag noemen, dan is er weinig wat daar tegenop kan.
De onderwaterwereld is zo onbeschrijfelijk mooi. Het moment dat we voor het eerst kopje onder gingen in de zee en we eigenlijk nog naar het koraal moesten zwemmen, is een moment dat we nooit meer vergeten. Koh Tao is de plek waar de liefde voor de zee begonnen is. Talloze herinneringen die wij voor altijd bij ons zullen dragen: m’n hoofd stoten aan een kanon op een gezonken oorlogsschip, de enorme scholen van honderdduizenden vissen, een blikje cola drinken op dertig meter diepte, navigeren in de nacht met niets dan een kompas en een zaklamp… te veel om op te noemen. Met dank aan de geweldige mensen die we hebben leren kennen en de fantastische instructeurs Saskia en Lex van Ban’s Diving Resort, weten we zeker dat we later in het bejaardentehuis tijdens de bingo van dinsdagmiddag meermaals melancholisch over onze duikcursussen in Koh Tao zullen beginnen.
Tja, Thailand... wat een herinneringen zullen we aan dit land overhouden. Hoewel Zuid-Thailand deels in het water viel door Geertjes oorproblemen en mijn ziekenhuisbezoek, leert de tijd nu al dat de goede herinneringen altijd overheersen. Vietnam noemden we eerder al als perfect eerste startpunt voor een vakantie buiten Europa, maar Thailand leent zich wellicht nog beter. Toegankelijk, volledig op jou ingericht en prachtige plekken die rechtstreeks uit sprookjes lijken te komen. En tja, dat massatoerisme... je voelt je er in elk geval geen vreemde eend in de bijt als je voor het eerst voet buiten ons vertrouwde continent zet.
Als we ooit teruggaan naar Thailand, is er nog een heleboel te ontdekken. Het grootste land van de Banana Pancaketrail heeft nog veel plekken die we niet gezien hebben. Fantastische plekken in Noord-Thailand tussen Bangkok en Chiang Mai in als Ayutthaya, Kanchanaburi en Lokburi, het oosten van Thailand met minder toeristische eilanden als Koh Kut, Koh Chang en Koh Muk en het zuiden... tja, ook daar moet vast nog wel een authentiek eiland vindbaar zijn, toch?
Reacties
Reactie plaatsen