Wil je op de hoogte blijven van onze reis en een melding krijgen zodra een nieuwe blog geplaatst wordt? Schrijf je dan hier in!
De laatste dag in Singapore! Vroeg schieten we uit de veren en we hebben energie voor tien: het is niet alleen de laatste volledige dag in Singapore, maar ook de laatste dag in Azië. Nog één nachtje slapen, want de reis naar Perth begint al hard op de deur te kloppen. Vandaag is de planning vol. Bomvol, want we merken aan alles dat we de energie hebben om die laatste dag in Azië ten volste te benutten.
Little India
We lopen naar metrothuisbasis Nicoll Highway om de ondergrondse te pakken richting Little India. Vandaag willen we wat meer van de verschillende wijkjes in Singapore ontdekken en we beginnen bij het chaotische Little India. Waar heel Singapore schoon is, is, niet geheel onverwachts, Little India best wel rommelig. De thuisbasis van de Indiase bevolking wordt gekenmerkt door een openbare foodcourt, ontelbaar veel nepgouden sieradenwinkels en een leuk, kleurrijk, hindoeïstisch tempeltje. Dat tempeltje bezoeken we als eerste, maar we staan nog geen minuut binnen of we worden, na ons volledig uitgedost te hebben in kledij die ons toelaat naar binnen te gaan, lomp en hardhandig weggeveegd. Waarom? De tempel gaat sluiten! Waarom het mannetje bij de entree die ons met chagrijnig gezicht in krachtige steekwoorden vertelde dat we ons moesten verkleden dat niet tegen ons gezegd heeft, weten wij ook niet.
Voor we weer met de metro op pad gaan, stoppen we nog bij een kleine foodcourt. Onze mening over de Indiërs in Zuidoost-Azië blijft eens te meer onveranderd, maar dat blijft onze mening over de keuken ook: die is overheerlijk. We bestellen wat samosa’s (een soort dubbelgevouwen harde pannenkoekjes van bladerdeeg) en een halve liter bier de neus – want dat is wat de locals hier op de foodcourt ook doen zo net voor het middaguur – en nemen plaats aan een van de tafeltjes. Om ons heen zitten groepjes Indiërs met rijstmaaltijden die ze met blote klauwen naar binnen duwen. Ja, da’s nog zo’n ding uit de Indiase cultuur: de rechterhand volbrengt de functie van lepel, óók bij rijstgerechten. Bizar hé? Wij moffelen onze samosa’s ook met de hand naar binnen (ziet er wel iets hygiënischer uit dan die volledige rijstgerechten), werken onze halve liters weg en vervolgen onze tocht naar China Town.
China Town
China Town is wel weer echt Singaporees schoon. Het domein der Chinezen is rood, versierd met lampionnen en heel veel eten. De honger is in Little India al gestild, dus China Town staat in het teken van het bezoeken van winkels. Geertje houdt de hand op de portemonnee, maar ik stap na ons korte bezoek aan China Town de metro in met een gloednieuw hemd en een korte broek. Shoppen in Singapore, niet de goedkoopste winkellocatie, maar ach, wat zou het. Het was immers Geertje die met de opmerking 'Niels, jouw broek is toch kapot, heb je niet wat kleding nodig nog?' zelf het vuurtje van deze financiële bosbrand aanwakkerde. Bovendien, straks in Australië zullen de bedragen niet heel veel lager uitvallen.
Marina Bay SAnds
We huppelen met een goedgevulde kledingtas naar de metro om naar het volgende station te gaan: Marina Bay Sands, de grootste publiekstrekker van Singapore die we voor het laatst hebben bewaard. Hopelijk stelt Marina Bay Sands niet teleur en is het een goede stop om Singapore af te sluiten.
Het zal gaan blijken dat die keuze goed is. We beginnen in Marina Bay Sands met de iconische driedubbele wolkenkrabber die op de toppen (!) met elkaar verbonden zijn door iets wat lijkt op een banaanvormig schip dat op de daken van de drie flatgebouwen ligt. Als we binnenlopen om koers te zetten naar het dakterras waar we een tafeltje voor twee hebben gereserveerd, blijkt dat alles waaraan je denkt bij Singapore, tot leven komt in de Marina Bay Sands. Oftewel, de elitaire smaakbom van Singapore.
In de lobby van wat een hotel lijkt te zijn, doemen al een paar brandschone, blinkende winkeltjes van dure kledingmerken en gerenommeerde parfumnamen op en overal waar we kijken is het mooi, chic en blinkt het. Dít is nou een plek waar je van de vloer zou kunnen eten en we voelen ons bijna bezwaard om met onze doorsnee Nikes en Vans over de vloeren van de Marina Bay Sands te wandelen. We vinden uiteindelijk een lift en een vriendelijke hotelmedewerker geeft ons de aanwijzingen om bij SPAGO, het rooftoprestaurant waar we gereserveerd hebben, te komen. De reservering voor dat restaurant is verbazingwekkend genoeg gratis (dankjewel, Geertje, voor het omdraaien van iedere steen op social media) en we worden naar verdieping 57 gebracht. Ja, lieve lezertjes, verdieping 57. Deze gebouwen zijn zo hoog als de Euromast. Als dat al niet verbazingwekkend genoeg is, wacht maar tot je op de top bent. Op de 57e verdieping bevinden we ons op dat schip waar we het eerder over hadden. Geen echt schip, maar daar lijkt het volgens onze verbeelding wel op (en het past ook wel bij de naam Marina Bay Sands, vinden we). En die 57e verdieping? Die is prachtig. In een prachtige infinity pool kijk je reikhalzend over de hele stad uit (Marina Bay Sands ligt aan zee, maar het zwembad is landinwaarts gericht), maar helaas is er hier strenge controle op hotelgasten en is het dus onmogelijk om hier een infiltratiemissie op touw te zetten zoals we dat twee dagen eerder in Somerset deden. Ook zitten er tal van restaurants uit het hogere segment gevestigd op de boot en de plek waar wij uit de lift stappen, bevat het restaurant waar we gereserveerd hebben. En gratis. Toch wel het mooiste woord van deze reis.
Het woord ‘chic’ heeft al meermaals de revue gepasseerd, maar die hele bedoening hier is ook gewoon niet anders te verwoorden. Het restaurant is gewoonweg chic. Over hun make-up hebben de serveersters minimaal drie uur gedaan, de stropdassen van de obers zitten tot in detail perfect en de kaart van het restaurant toont al aan dat je hoe dan ook diep in de buidel moet tasten. We laten het bij één drankje waar we met volle teugen van genieten. We lopen nog een rondje door het restaurant (je mag vrij rondlopen zonder dat er een agent in burger je op de bon slingert) en we zien de contouren van het Singaporese stratencircuit, de tuinen van de Gardens by the Bay waar we vanavond heengaan en de haven van Singapore en door dat laatste kun je in één oogopslag een van de redenen zien waarom Singapore in korte tijd zo rijk is geworden. Al had ik dertig handen gehad, dan had ik het aantal vrachtschepen in de wateren voor de kust nog niet kunnen tellen. Het is bizar om in zo’n rijk stukje van de wereld met je petje en je gehavende broek rond te lopen. Ideaal als je het ons vraagt. Je komt hier vrijwel alleen als je een dikke portemonnee hebt of als gast hier overnacht. Of als je deze 'hack' op social media volgt. Dan kom je dus ook wel op dat dak!
The Shoppes
We gaan nog niet weg uit deze speeltuin van de bovenklasse. Tegenover de Marina Bay Sands liggen The Shoppes, het duurste, meest exclusieve winkelcentrum van Singapore. Binnen worden we verwelkomd door een enorme serpentachtige draak en we maken al snel de vergelijking met Milaan, maar om Singapore het Milaan van Azië te noemen, is onterecht. Singapore gaat nog een paar stappen verder. Het maakt niet uit waar je kijkt: alles wat je ziet, blinkt. ALLES. Ieder duur merk waar je ooit van gehoord hebt (en nog meer), heeft zich een pandje in The Shoppes toegeëigend. De helft van de mensen die hier loopt zijn windowshoppende toeristen zoals wij, de andere helft is volledig uitgedost en kan zo aanschuiven bij een belangrijk zakendiner. Als kers op de taart is er zelfs een volledig kanaal aangelegd met Venetiaanse gondels waarin je een ritje kunt maken langs de winkels en om drijvende restaurants heen kan varen. Hoe krijg je het bedacht? The Shoppes is een bolwerk dat perfect laat zien hoe rijk Singapore wel niet is. Het Dubai van Azië lijkt soms beter passend.
Maxwell Food Court
We verlaten The Shoppes omdat het etenstijd is en om onze portemonnee te vriend te houden, begeven we ons weer onder de middenklasse. Een metro brengt ons een paar stationnetjes verder naar Maxwell Food Court. Het is onze laatste avond in Azië en we willen dus nog één keer goed Aziatisch van de straat eten en dit Hawker Centre leent zich daar perfect voor. We shoppen bij verschillende kraampjes die uiteenlopen van Vietnamees, Thais, Indiaas, Chinees en Maleisisch en ik eindig met een fantastisch stuk vis (hopelijk geen darminfecties meer voor mij) en Geertje met een Indiase roti. Ja, roti is van oorsprong Indiaas en niet Surinaams (Suriname kent veel hindoestanen en die hebben het gerecht geïntroduceerd en de hindoestaanse Surinamers hebben er hun eigen draai aan gegeven). Maxwell Food Court geeft ons een fantastisch laatste avondmaal in het bijzondere Azië.
Gardens by the bay
Hoewel de zon al onder is, zit onze avond er nog niet op. Onze allerlaatste activiteit in Singapore omvat het illustere Gardens by the Bay, een stadspark naast de machtige Marina Bay Sands, waar we eerder al uitzicht op hadden. Gardens by the Bay is niet zomaar een stadsparkje. Naast een groot aantal bomen is Gardens by the Bay ook gewoon een toonbeeld van de spierballen van Singapore en vind je er ook de Merlion, het iconische beeld van Singapore dat een fusie is tussen een leeuw en een zeemeermin, maar daar gaan we niet heen. Wij gaan naar de Supertree Grove, om Azië met een – naar verluidt – bombastische lichtshow af te sluiten.
Die spierballen van Singapore worden al snel duidelijk. De ene na de andere koepel verschijnt met daarin kunstmatige watervallen en nagebootste jungles en als we na een kwartier in de Supertree Grove verschijnen, wordt de economische vuist van Singapore alleen maar opzichtiger. De Supertree Grove bevat twaalf zogenaamde Supertrees. Geen natuurlijke varianten, maar kunstmatige megabomen die tot in de takken met lichten versierd zijn. Waarom? Compleet doelloos, buiten het geven van een gratis lichtshow voor toeristen en het laten zien van de lengte van Singapores jongeheer. Alsof het alfamannetje van de voetbalvereniging met een nieuw sterk verhaal komt om zijn plek aan de top van de voedselketen te verstevigen.
We gaan liggen. Niet zitten, maar liggen (of ja, Geertje wisselt af, want ze heeft een jurkje aan en vanuit bepaalde hoeken is er gratis kijktoegang), want het schouwspel speelt zich over een halfuur vooral boven ons af. Het park stroomt voller en voller en we zijn blij dat we op tijd zijn en zelf een plekje hebben kunnen uitkiezen en het is kwart voor negen als de muziek – want blijkbaar is dit een licht- en geluidshow – begint te spelen en de voorstelling van start gaat. Deze show is magisch. Betoverend. Machtig. Woorden schieten te kort om te beschrijven hoe alle bomen ritmisch, alsof ze één zijn met de muziek, in alle kleuren van de regenboog oplichten. Verzonken in onze gedachten door de lichtshow, passeert heel Azië de revue: van onze landing in Bangkok, tot de Maleisische jungle. Van de Cambodjaanse moordvelden tot de luchtballonvaart in Laos. De cruise in het Vietnamese Ha Long Bay, tot alles wat we nu in Singapore hebben mogen zien. En die hele Supertree Grove had niet eens hoeven bestaan. Het is gratis, nota bene. Het is geen wonderbaarlijk natuurverschijnsel dat uitgebuit wordt, maar gewoon Singapore dat even laat zien wat voor reus het op het economische wereldtoneel is. Daar genieten we met volle teugen van en we hadden onze tijd in Singapore en Azië niet beter kunnen afsluiten.
Haji Lane
Als we weer in de metro naar Nicoll Highway zitten, besluiten we dat we nog niet klaar zijn met Azië. We hebben veel zin in Oceanië, maar Azië is een hoofdstuk dat we simpelweg niet af willen sluiten. We zijn moe en gehavend, maar ondanks dat het al half tien is, duiken we (alles onder het mom van nu we nog in Azië zijn) ons inmiddels vertrouwde Arabische buurtje in. Ditmaal lopen we wat verder en we belanden in Haji Lane; een gerieflijk, welgevallig verlicht loopstraatje dat we na ons eerste biertje al omdopen tot het gezelligste straatje van Singapore. Hoewel onze ogen bijna dichtvallen, bestellen we nog een tweede, want het sfeertje van de Arabische buurt en Haji Lane heeft onze harten gestolen, maar tegen half twaalf liggen we toch op bed. Wat een sublieme laatste dag in Singapore.
Het is tijd voor het afscheid. Na vijf maanden en één week is het zover. Het boek van Azië kan dicht, het laatste hoofdstuk is geschreven en deel twee van de saga gaat zich openen in het voor Europeanen verste continent ter wereld: Oceanië. We zwaaien ons baggerhostel gedag, nemen een ontbijtje, pakken vanaf thuisbasis Nicoll Highway de ondergrondse naar Changi Airport en checken onze backpacks middels een – hoe kan het ook anders – hypermodern systeem in en we hopen maar dat dat systeem nog niet in de kinderschoenen staat en onze backpacks naar de juiste locatie brengt. Azië, tot ooit! Maar…
De vlucht naar Australië
Daar komt nog wel een epiloog bij! Een vlucht van krap twee uur brengt ons naar de Indonesische hoofdstad Jakarta, waar we een overstap maken op een vliegtuig naar het Australische Perth, maar als je ons ook maar een beetje gevolgd hebt, weet je dat dat niet vlekkeloos verloopt. Onze ruimbagage gaat niet rechtstreeks naar Perth: die dienen we in Jakarta eerst op te pikken en opnieuw in te checken. Zo gezegd, zo gedaan? Ik dacht van niet.
We landen, maar omdat we in Indonesië niet van het vliegveld denken af te komen, hebben we ook nooit onderzoek gedaan naar de inreisbeperkingen van Indonesië, maar als je ooit gevlogen hebt, dan weet je dat je door de douane moet om daar naar die band te lopen waar je een paar schietgebedjes doet in de hoop dat je koffers de reis naar bestemming ook gehaald hebben. En weet je wat? Indonesië heeft een visum nodig! Na wat getouwtrek met de plaatselijke stempelmeesters, ontkomen we er niet aan om een visa on arrival voor de volle mep te betalen om zo onze bagage op te halen en opnieuw in te checken. Da’s nog even een onaangenaam, onvoorzien cadeautje dat ons meegegeven wordt.
Een stempel rijker en de bagage weer ingecheckt, eten we wat en gaan we langs de douane op weg naar het vliegtuig dat ons naar Australië brengt. Of we Indonesië van ons landenlijstje kunnen vinken? Nou, nee, zo schlemielig zijn we nou ook weer niet. Je moet wel echt iets van een land gezien hebben en er iets gekocht of gedaan hebben voor je kunt zeggen dat je in een land bent geweest, dus nee, Indonesië wordt niet van ons lijstje gestreept. Met die gedachtegang zouden we de halve wereld al gezien hebben. Goed, Indonesië staat nog wel op een andere lijst (de to-dolijst, die inmiddels onmogelijk lang geworden is) en we zetten koers naar Perth. Australië, here we come!
Reactie plaatsen
Reacties
Heb vijf maanden en één week genoten van jullie avonturen. Je moet toch wel een echte bikkel zijn om zo vrolijk overeind te blijven na al jullie hoogte- en dieptepunten. Zowel letterlijk als figuurlijk bedenk ik nu. Met de bodem van jullie knip in zicht is het raadzaam om in Oceanië een nieuwe Sint Salaria op te gaan richten! 🤑🤑. Nieuwe avonturen wachten op jullie!!
De bodem is gelukkig nog niet in zicht, want we gaan een flinke campervan kopen! Of hebben we die al gekocht..? In ieder geval, daarna dient de kas wel weer gespekt te worden!
Wat een super afsluiting voor jullie van Azië! Heel benieuwd wat Australīe jullie zal gaan brengen...Heel veel geluk lieverds! 🍀💪😘😘
Oeps....versiert .....
Maar wat een geweldige laatste dag in Azie!
Neem de bagage er op de koop toe. Zo moet het denk ik dan ook zijn.
Vandaag genoeg gelezen. Woensdag weer verder...